27.09.2013 Views

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

Moortje van Bredero - Dalton Voorburg

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

66<br />

het bedreigde bestaan <strong>van</strong> de medeklinker in de uitgang -en. Daar<strong>van</strong> dient men<br />

wel te onderscheiden toelaten (vs. 1678), dat een regelmatige meervoudsvorm <strong>van</strong><br />

de tegenwoordige tijd is bij het onderwerp men.<br />

Zoals Stoett al heeft opgemerkt, spreken de personen in <strong>Moortje</strong> in het algemeen<br />

‘de Amsterdamsch-Hollandsche taal’, mede kenbaar aan de vermelde dialectvormen,<br />

al laat de dichter zich ook wel eens ‘litteraire schrijftaalvormen’ ontvallen: kleen (vs.<br />

823), diets (vs. 1916) 1 . Het taalgebruik kan in individueel verschillende mate<br />

‘dialectisch’ zijn: het gehalte aan dialectvormen wisselt naar leeftijd, stand en<br />

omstandigheden. Lambert en Geertruy, beiden bejaard, de <strong>van</strong> buiten de stad<br />

afkomstige marktkooplui in het verhaal <strong>van</strong> Kackerlack (vzn. 639-737) en de<br />

belachelijke, domme, ruwe Roemert zijn de enigen die niet ‘vrij beschaafd’ spreken.<br />

Bij deze uitdrukking <strong>van</strong> Stoett moeten we in het oog houden, dat zijn generatie<br />

neerlandici met grote belangstelling zocht naar de zo moeilijk achterhaalbare<br />

geschiedenis en voorgeschiedenis <strong>van</strong> het gesproken ‘algemeen beschaafd’, en in<br />

verband hiermee dat de voornaamste woordvoerder, C.G.N. de Vooys, het<br />

taalgebruik <strong>van</strong> de meeste personages in <strong>Moortje</strong>, voorzover het niet duidelijk<br />

dialectisch was, - enigszins teleurgesteld, maar ongetwijfeld zeer juist, - ‘letterkundig<br />

geschoold’ dan wel ‘letterkundig-gestileerd’ noemde 2 .<br />

Stijl<br />

Met de observatie dat <strong>Bredero</strong> onderscheiden taalvormen bezigde bij verschillende<br />

personen zijn we op stilistisch terrein gekomen. Niet alleen woordvormen koos de<br />

dichter - behoudens uitzonderingen - trefzeker, ook syntaktische middelen. Als<br />

Frederyck diep getroffen is doordat Moy-aal, die hij kort tevoren nog zo wantrouwde,<br />

hem zijn zuster terugbezorgt, spreekt hij, zoals de iets oudere vrouw met recht zegt,<br />

‘manierlijck en verstandich’ (vs. 2136); met de<br />

1 Op blz. VIII rekent Stoett ook vier ‘vuur’ daartoe. Het is echter bepaald een Hollandse<br />

volkstaalvorm. Zie K. Heeroma, Hollandse dialektstudies, Groningen-Batavia 1935, blz. 109<br />

en kaartje 19; J. <strong>van</strong> Ginneken, Drie Waterlandse dialecten. Alphen aan den Rijn 1954, I, blz.<br />

327; J.C. Daan en K. Heeroma, Zuidhollands. 1965, blz. 37-38.<br />

2 C.G.N. de Vooys, ‘Omgangstaal in het begin en tegen het einde <strong>van</strong> de 17de eeuw’ in NTg<br />

XLIII = 1950, blz. 132.<br />

G.A. <strong>Bredero</strong>, <strong>Moortje</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!