Op steenworp afstand - Oapen

More documents

Recommendations

Info

op s t een wor p a f s ta n d 8 Deel I - De jaren zestig en zeventig Nu de adviesorganen meer een deel worden van de top van de planningstructuren in plaats van de top van de verzuilde structuren, komt primair het accent te liggen op hun ambt van deskundige. Vooral hoogleraren worden nu geroepen om de overheid in haar beleidsvoorbereiding bij te staan. De professoren zitten belangrijke commissies voor, zoals de commissie-Enschedé die onderzoek deed naar de gezagsproblemen in Amsterdam (Telegraafrellen uit 1966) en de commissie-Muntendam (1971) naar het bevolkingsvraagstuk, en de staatscommissie-Cals-Donner voor een nieuwe Grondwet (1972). Hoogleraren hadden altijd al die nevenfunctie van dienstbaarheid aan het algemeen belang, maar het ging in de regel om technische werken; nu ging het om vraagstukken van maatschappelijke vormgeving. De hoogleraren werden op hun maatschappelijke nevenfunctie aangesproken door de overheid (vgl. Aaron 1977). Universitaire deskundigheid en een hoog opleidingsniveau, maar nu ook vooral op het gebied van planning strekten tot voordeel om in een adviescollege te worden benoemd. De adviescolleges ondervinden in deze tijd druk van twee kanten, enerzijds door de planningstructuren van bovenaf en anderzijds van allerlei spontane vormen van betrokkenheid bij het beleid vanuit de bevolking. Daarnaast raken de adviesraden steeds meer verkokerd. Van Delden concludeert op basis van een netwerkanalyse van de samenstelling van de adviesraden eind jaren zeventig dat de ordening van adviesorganen in sterke mate wordt bepaald door de indeling van de overheid in departementen; ze zijn dus departementaal verkokerd (Van Delden 1981). 4.2 parlementair debat over adviesorganen In de parlementaire periode 1969-1972 vindt opnieuw een algemeen debat plaats over adviesorganen. Het Kamerlid Koning (de latere voorzitter van de Algemene Rekenkamer) vraagt dan bij de behandeling van de begroting van Algemene Zaken naar de handhaving van het grondwetsartikel. Hij constateert dat veel colleges buiten de wet om worden ingesteld. Tevens verzoekt hij om een overzicht van vaste colleges van advies en bijstand, die zijn ingesteld sedert de bovengenoemde lijst uit 1956-1957, die in antwoord op de vragen van Romme was opgesteld. Voorts verzoekt hij aan te geven welke adviesorganen wel en niet bij of krachtens de wet zijn ingesteld. In een brief van 20 mei 1970 informeert minister-president De Jong de Kamer. 5 Hij voegt er een lijst aan toe, met vermelding van commissies en hun wijze van instelling. In de Eerste Kamer vindt een jaar later ook een discussie plaats over het commissiewezen. Het Eerste Kamerlid Schwartz van D’66 vraagt naar het beleid van de rege- 35 ja ar wrr
ing op het gebied van het commissiewezen en stelt daarover een aantal vragen, zoals wie de taak van de commissie vaststelt, in hoeverre er sprake is van politieke benoemingen in adviesraden, of wel eens de voor- en nadelen van paritaire samenstelling zijn nagegaan, wat bekend is van cumulatie van functies in handen van de leden van adviescommissies, of interim-rapporten van commissies niet eerder openbaar kunnen worden gemaakt, en wat de invloed is van de adviezen van commissies. Hij vraagt minister-president Biesheuvel om een nota over het commissiewezen, waarin op al die aspecten wordt ingegaan. 6 Het is de eerste keer dat gevraagd wordt om een beleid ten aanzien van adviesorganen. In 1922 richtten leden van het parlement zich nog slechts op ordening en een juridische structuur door bepalingen over de instelling van adviesorganen op te nemen in de Grondwet, maar nu moesten er ook onderzoek en beleid komen naar het concrete beleid ten aanzien van adviesorganen en naar hun activiteiten na hun instelling. Minister-president Biesheuvel antwoordt dat een nota niet nodig is en dat de kwestie ook mondeling kan worden beantwoord; hij blijkt zich ook goed te hebben laten voorlichten over deze zaak (adviesorganen vormen dan nog een onderwerp dat valt onder de minister-president, nu valt die zaak onder de minister van Binnenlandse Zaken). Hij verwijst naar het overzicht van minister-president De Jong van mei 1970. Ook hecht hij als oud-voorzitter van de commissie Openheid en Openbaarheid (1968) sterk aan het belang van openbaarheid van adviezen (vanwege die commissie had Barend Biesheuvel ook wel de bijnaam van ‘OpenBarend’). De adviesraden moeten wel zelf bepalen of ze de regering willen vragen om hun adviezen wel of niet openbaar te maken. Voorts merkt hij op dat politieke kleur niet zo belangrijk is, want “leden worden in de eerste plaats gekozen op grond van hun deskundigheid”. “Representatie van de verschillende politieke stromingen in ons land is een goed gebruik en is dringender bij adviesraden met een algemene taak, dan bij die met een strikt technische taak”, zo stelt hij. Ook verschillende andere aspecten van adviesraden komen in deze periode in het parlement aan de orde. Zo is er de klacht over de dominantie van Holland en de ‘achterstelling’ van de overige provincies (Noord-Brabant) bij de samenstelling. Voorts wordt gewezen op het onoverzichtelijke geheel van adviescommissies bij Onderwijs en Wetenschappen. 7 Ten slotte is er de oude klacht over het niet bij of krachtens de wet instellen van commissies. Nu wordt echter niet (weer) de klacht gehoord dat adviesorganen met het parlement (oppositie) samenspannen tegen de regering. Wel dat ze ondemocratisch zijn samengesteld en meer open moeten staan voor inspraak van bijvoorbeeld bewegingen en actiegroepen. 35 ja ar wrr
Page 1:
Op steenworp afstand 35 ja ar P a u
Page 4 and 5:
De Wetenschappelijke Raad voor het
Page 6 and 7:
Vormgeving en layout: Studio Danië
Page 8 and 9:
5 De jaren tachtig en negentig: mon
Page 11 and 12:
Woord vooraf De wrr is van 1972. Da
Page 13:
wrr die gebruikt zijn in deel I. Ee
Page 17 and 18:
1 Inleiding: Gewoon en bijzonder De
Page 19 and 20:
dieper en laten zien tegen welke ac
Page 21:
noten 1 Paul den Hoed is als senior
Page 24 and 25:
op s t een wor p a f s ta n d 22 De
Page 26 and 27:
op s t een wor p a f s ta n d 2 4 D
Page 28 and 29:
Page 30 and 31:
Page 32 and 33:
Page 34 and 35:
Page 36 and 37:
Page 38 and 39:
Page 40 and 41:
Page 42 and 43:
Page 44 and 45:
Page 46 and 47:
Page 48 and 49:
Page 50 and 51: op s t een wor p a f s ta n d 48 De
Page 52 and 53: op s t een wor p a f s ta n d 50 De
Page 55 and 56: 3 Nieuwe adviescolleges in interbel
Page 57 and 58: staat en maatschappij niet zo vanze
Page 59 and 60: 3.1.2 Het Grondwetsartikel en de pa
Page 61 and 62: Zo bezien is het niet opmerkelijk d
Page 63 and 64: De Bevredigingscommissie slaagde er
Page 65 and 66: Onderwijsraad gehoord’, hetgeen i
Page 67 and 68: ten anders dan de werkliedenverenig
Page 69 and 70: nhm) mr. E. Heldring (lid van de ra
Page 71 and 72: De Economische raad had een open ta
Page 73 and 74: sociaal-economisch gebied. Leden we
Page 75 and 76: Ingenieurs, ondernemers, ambtenaren
Page 77 and 78: 3.2 de verzuiling tijdens de wedero
Page 79 and 80: inkomen dat daaruit afkomstig was.
Page 81 and 82: lijke organisaties (en zo op de ser
Page 83 and 84: Eenheids Vak Centrale (evc). De cen
Page 85 and 86: pbo en ser De Wet op de bedrijfsorg
Page 87 and 88: streep niet; op verzoek van de indi
Page 89 and 90: (1954), die een zekere gelijkenis h
Page 91 and 92: noten 1 Het extraparlementaire kabi
Page 93: 35 ja ar wrr 1
Page 96 and 97: op s t een wor p a f s ta n d 4 Dee
Page 98 and 99: op s t een wor p a f s ta n d 6 Dee
Page 102 and 103: op s t een wor p a f s ta n d 100 D
Page 121 and 122: 5 De jaren tachtig en negentig: Mon
Page 123 and 124: maatschappelijke partijen en daarto
Page 125 and 126: De derde verandering betreft de age
Page 127 and 128: Vooral ook de introductie van de pe
Page 129 and 130: plaatsen kunnen die efficiënter we
Page 131 and 132: eeld geleverd door de Stichting van
Page 133 and 134: Enkele krantenkoppen over de WRR en
Page 135 and 136: ven (technolease steun aan Philips
Page 137 and 138: het functioneren en de organisatie
Page 139 and 140: aan louter zijn samengesteld uit de
Page 141 and 142: ijksbreed een populaire benadering.
Page 143 and 144: NOTEN 1 De ser omdat hij deel uitma
Page 145: 51 tk 1995-1996, 24 503, nrs. 1-3.
Page 150 and 151:
op s t een wor p a f s ta n d 148 D
Page 152 and 153:
Page 154 and 155:
Page 156 and 157:
Page 158 and 159:
Page 160 and 161:
Page 162 and 163:
Page 164 and 165:
Page 166 and 167:
Page 168 and 169:
Page 170 and 171:
Page 172 and 173:
Page 174 and 175:
Page 176 and 177:
Page 179 and 180:
De wrr in actie 7 Het Instellingsbe
Page 181 and 182:
studies en achtergronden’. Ze zij
Page 183 and 184:
De wrr en de coba Deze theoretische
Page 185 and 186:
menten rakende, beleidsterrein. Een
Page 187 and 188:
Minister-president Den Uyl heeft ni
Page 189 and 190:
ehandelen, en zo materiaal leveren
Page 191 and 192:
kritische evaluatie over de raad ge
Page 193 and 194:
andere boodschap over een groot maa
Page 195 and 196:
geschoeid dan de atv: ze zou werken
Page 197 and 198:
1987), met daarnaast tal van andere
Page 199 and 200:
Lobbygroepen komen een vak aanbiede
Page 201 and 202:
gelegd op arbeidsparticipatie als w
Page 203 and 204:
met vele kamers. Er waren rapporten
Page 205 and 206:
De verbreding van de omgeving waart
Page 207 and 208:
Figuur 2 Aantal rapporten aan de re
Page 209 and 210:
debatten over de werkloosheid en de
Page 211 and 212:
Die kwetsbaarheid van de positie va
Page 213 and 214:
hij als secretaris-generaal van Alg
Page 215 and 216:
Lange Vijverberg 4-5, de huidige lo
Page 217 and 218:
21 P.A. van der Duin (red.) (2004)
Page 219:
35 ja ar wrr 217
Page 222 and 223:
Page 224 and 225:
Page 226 and 227:
op s t een wor p a f s ta n d 22 4
Page 228 and 229:
op s t een wor p a f s ta n d 226 L
Page 230 and 231:
Page 232 and 233:
Page 234 and 235:
Page 236 and 237:
Page 239:
D E E L I I E VENWICHT SK UNSTENA A
Page 242 and 243:
Page 244 and 245:
Page 246 and 247:
op s t een wor p a f s ta n d 2 4 4
Page 248 and 249:
Page 250 and 251:
Page 252 and 253:
Page 255 and 256:
2 Het Verenigd Koninkrijk: van cprs
Page 257 and 258:
to be reinforced by a clear and com
Page 259 and 260:
ambtenaar ten deel kwam, kwam voort
Page 261 and 262:
“The Prime Minister has reviewed
Page 263 and 264:
egering te ondersteunen. De su past
Page 265 and 266:
van de Strategic Audits. Onderwerpe
Page 267:
eenkomende analyse kreeg ook de cpr
Page 270 and 271:
Page 272 and 273:
Page 274 and 275:
Page 276 and 277:
Page 279 and 280:
4 Frankrijk: van Commissariat du Pl
Page 281 and 282:
Zoals besproken in hoofdstuk 1 zijn
Page 283 and 284:
tificeren van punten waarop overeen
Page 285 and 286:
Na de verkiezingen, verloren door J
Page 287 and 288:
de regel ter hand nemen. Boissard z
Page 289 and 290:
commissie die in staat is over alle
Page 291:
Tot slot Het Commissariat Général
Page 294 and 295:
Page 296 and 297:
Page 298 and 299:
Page 300 and 301:
Page 303 and 304:
Conclusies 6 In de voorgaande hoofd
Page 305 and 306:
met andere vormen van kennis aangaa
Page 307 and 308:
het Centre d’Analyse Stratégique
Page 309 and 310:
een aantal stappen de afstand tot b
Page 311 and 312:
In 1989 is bij de Europese Commissi
Page 313 and 314:
noten 1 Anne-Greet Keizer is als we
Page 315 and 316:
liter atuur Abelson, D.E. (2002) Do
Page 317:
Müller-Rommel, F. en G. Pieper (19
Page 321 and 322:
1 Introductie: denken en leren als
Page 323 and 324:
vormden vanaf de jaren zestig het c
Page 325:
De 7 de raad gefotografeerd in 2005
Page 328 and 329:
op steenworp afstand 326 Deel III -
Page 330 and 331:
Page 333 and 334:
3 De politiek als een weerbarstige
Page 335 and 336:
municatie. Beroemd is in dat verban
Page 337 and 338:
Ondanks de aanwezigheid van velerle
Page 339 and 340:
langrijke mate te maken met de cons
Page 341 and 342:
Er bestaan zelden heldere standaard
Page 343 and 344:
Maar een van de grootste problemen
Page 345:
we voorheen besproken hebben laten
Page 348 and 349:
Page 350 and 351:
Page 352 and 353:
Page 354 and 355:
Page 356 and 357:
Page 359 and 360:
5 Contexten, niveaus en dynamiek va
Page 361 and 362:
is aantoonbaar dat dat soms wel deg
Page 363 and 364:
empirie van beleid en politiek is h
Page 365 and 366:
arbeidsongeschikten. Een acuut gevo
Page 367 and 368:
We komen nu tot een geaggregeerde e
Page 369:
3 Paradigmatisch leren Paradigmatis
Page 372 and 373:
Page 374 and 375:
Page 376 and 377:
Page 378 and 379:
Page 380 and 381:
Page 382 and 383:
op steenworp afstand 380 Literatuur
Page 384 and 385:
Page 386 and 387:
Page 389 and 390:
B i j l a g e i Publicaties van de
Page 391 and 392:
42 Grond voor keuzen. Vier perspect
Page 393 and 394:
VOORSTUDIES EN ACHTERGRONDEN Eerste
Page 395 and 396:
V35 H.F. Munneke et al. (1983) Orga
Page 397 and 398:
V56 C. de Klein en J. Collaris (198
Page 399 and 400:
V88 L. Hagendoorn et al. (1995) Etn
Page 401 and 402:
VERKENNINGEN Zevende raadsperiode (
Page 403 and 404:
WP 18 H. Prast (2007) The psycholog
Page 405 and 406:
W17 The Unfinished European Integra
Page 407 and 408:
W56 T. Elfring, W. van der Aa en R.
Page 409 and 410:
W90 A. Brouwers, M. Kwast-van Duurs
Page 411:
wrr 35 ja ar 40
Page 414 and 415:
op s t een wor p a f s ta n d 412 B
Page 416:
op s t een wor p a f s ta n d 414 B
Page 421 and 422:
Verantwoording In 1972 werd de Wete
Page 423 and 424:
Inleiding Op de brug tussen wetensc
Page 425 and 426:
Het eenvoudigst is het natuurlijk a
Page 427:
De verscheidenheid in de wetenschap
Page 430 and 431:
428 op de brug t us sen w e t ensch
Page 432 and 433:
Page 434 and 435:
Page 437 and 438:
“Als je geen missie hebt, moet je
Page 439 and 440:
Van der Zwan merkte dat Den Uyl wel
Page 441:
ood de wrr een ideale mogelijkheid
Page 444 and 445:
4 42 op de brug t us sen w e t ensc
Page 446 and 447:
4 4 4 op de brug t us sen w e t ens
Page 448 and 449:
4 46 op de brug t us sen w e t ensc
Page 451 and 452:
“Ik zag de rapporten niet primair
Page 453 and 454:
zitter van vno-ncw als voor een min
Page 455:
van het minimumloon. Het rapport Al
Page 458 and 459:
Page 460 and 461:
Page 462 and 463:
Page 465 and 466:
“Bestuurders moet je niet lastig
Page 467 and 468:
Toen Marina van Damme in 1988 in de
Page 469:
kwam geen enkele reactie. Alsof hij
Page 472 and 473:
Page 474 and 475:
Page 476 and 477:
Page 479 and 480:
“Niet te veel aantrekken van de g
Page 481 and 482:
We hebben gekeken naar wat volgens
Page 483:
In zijn korte loopbaan als fractiev
Page 486 and 487:
Page 488 and 489:
Page 491 and 492:
“De wrr moet boven alles respect
Page 493 and 494:
naal van acht uur. Het ging allemaa
Page 495 and 496:
tijdje ontdekken dat je het over de
Page 497:
verdedigd: bij het bewindsliedenove
Page 500 and 501:
4 8 op de brug t us sen w e t ensch
Page 502 and 503:
Page 505 and 506:
“Besprekingen met de wrr behoorde
Page 507 and 508:
terraad voerde met de wrr over het
Page 509:
Aartsen was daar destijds erg gecha
Page 512 and 513:
Page 514 and 515:
Page 516 and 517:
Page 520:
Op steenworp afstand Paul den Hoed
show all

Op steenworp afstand - Oapen

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?