21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

nhm) mr. E. Heldring (lid van de raad) en prof. mr. F. de Vries, hoogleraar theoretische<br />

economie aan de Nederlandse Handels Hogeschool (neh) te Rotterdam.<br />

De raad kreeg tot taak te adviseren over de hoofdlijnen van het economisch beleid,<br />

op basis van economische en wetenschappelijke inzichten. Het was een onafhankelijk<br />

wetenschappelijk deskundigencollege pur sang in de termen van Nekkers (1989),<br />

die een grote gelijkenis met de wrr ziet (maar daarin zitten anders dan in de Economisch<br />

Raad vrijwel uitsluitend hoogleraren, red. PdH). Minister Verschuur van Economische<br />

Zaken (rksp), die de raad had ingesteld, was voorstander van een actieve<br />

economische politiek. Hij had hoge verwachtingen van de Economische Raad.<br />

De verwachtingen kwamen echter niet uit. Zo bleef ze grotendeels buiten de grote<br />

kwesties die toen speelden, zoals de valutakwestie, het in die dagen belangrijkste<br />

vraagstuk van de gouden standaard. Een andere netelige kwestie was de bezuinigingspolitiek<br />

van het kabinet-Colijn. En tenslotte werd de raad niet om advies<br />

gevraagd over de ordeningspolitiek en de politiek ten aanzien van de kartels die zich<br />

in de industrie gingen vormen. 9 Bovendien werd de raad steeds meer ingeschakeld<br />

voor kleine concrete adviezen van technisch uitvoerende aard, waarvoor de raad niet<br />

geschikt was. Heldring, een van de initiatiefnemers, oordeelde achteraf dat de raad in<br />

het geheel niet aan de verwachtingen had beantwoord en dat hij over de voornaamste<br />

maatregelen niet werd geraadpleegd. Nekkers (1989) ziet als verklaring voor het<br />

mislukken, de moeilijkheid om uit politiek vaarwater te blijven en de professionele<br />

inhaalslag van het ministerie onder leiding van de machtige ambtenaar Hirschfeld,<br />

die erin slaagde om de buitenlandse economische politiek die onder Buitenlandse<br />

Zaken viel naar zich toe te trekken en die een Economische Voorlichtingsdienst op<br />

poten wist te zetten (vgl. Fennema, Rhijnsburger 2007: 75 e.v.). Hirschfeld concentreerde<br />

zich sterk op het dossier van de internationale economische contracten (met<br />

vooral Duitsland) en kon de Economische Raad op dit punt missen als kiespijn (Van<br />

der Zwan 2004). In zijn autobiografie wijdt Hirschfeld echter wel warme woorden<br />

aan de raad; dus misschien keek hij er toch anders tegenaan. De leemte in de ambtelijke<br />

uitrusting waar Verschuur tegenaan was gelopen en waarin de Economische<br />

Raad moest voorzien, was in de jaren dertig snel ingelopen; in de crisisjaren wist het<br />

ministerie van Nijverheid en Handel goed personeel aan te trekken.<br />

De raad heeft in feite maar één zittingsperiode gekend. Na afloop van de eerste periode<br />

in 1937 heeft de regering zo lang getreuzeld over een nieuwe samenstelling dat<br />

dit er door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niet meer van gekomen is. De<br />

raad heeft daarna een slapend bestaan geleid totdat ook hij in 1950 ‘opging’ in de ser.<br />

Een enkele commissie van de raad is daarna echter blijven bestaan zoals de Havencommissie<br />

35 ja ar wrr<br />

67

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!