21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1987), met daarnaast tal van andere studies over Europa en relaties met het buitenland<br />

(vooral Duitsland). Bovendien houdt de raad zich in die periode bezig met het<br />

vraagstuk van de etnische minderheden (Etnische minderheden (nr. 17, 1979)), met<br />

de boodschap dat de regering zich moet instellen op het feit dat de gastarbeiders niet<br />

terugkeren naar hun land van herkomst en dat de Nederlandse staat en maatschappij<br />

daar de consequenties uit moet trekken; het thema wordt nu voor het eerst gedefinieerd<br />

als volwaardig vraagstuk van algemeen binnenlands bestuur en niet louter als<br />

doelgroepenbeleid en welzijnsbeleid wat tot dan toe gebruikelijk was. (Dit rapport is<br />

het eerste van wat achteraf gezien een reeks van rapporten is geworden over etnische<br />

minderheden, zoals Allochtonenbeleid (nr. 36 1989) en Nederland als immigratiesamenleving<br />

(nr. 60, 2001). 30 Voorts verschijnt in deze periode het eerste rapport over<br />

mediabeleid 31 (Samenhangend mediabeleid, nr. 24, 1982), dat in Hilversum zo snel<br />

mogelijk diep in een la wordt gestopt. Misschien had dit rapport in de universitaire<br />

wereld wel een grotere impact dan bij het beleid, omdat de voorbereiding ervan<br />

gepaard was gegaan met uitbestedingen van tal van onderzoeksvragen aan sociale<br />

wetenschappers van het toen in Nederland nog prille vakgebied van de communicatiewetenschappen.<br />

Voorts wordt in deze periode een rapport uitgebracht over<br />

criminaliteit en rechtshandhaving (Rechtshandhaving, nr. 35, 1988). Ten slotte blijft<br />

de raad zich bezighouden met toekomstverkenning, zij het, zoals gezegd, beperkter<br />

en thematischer. In dat kader komt hij met voorstellen voor nieuwe manieren van<br />

economische modellenbouw, die voortbouwden op de voluntaristische scenariomethode<br />

van de btv (Ruimte voor groei, nr. 29, 1987). Een ook buiten Nederland bekend<br />

geworden rapport over het (Europese) landbouwbeleid, Grond voor keuzen (nr. 42,<br />

1992), bouwt voort op deze inmiddels tot thema’s of clusters van problemen gerichte<br />

methode van toekomstverkenning.<br />

Een drietal rapporten is hier in het bijzonder interessant, omdat zij tezamen goed illustreren<br />

hoezeer de ontvangst en de doorwerking kon (en kan) verschillen.<br />

Furore maakte de wrr zonder meer met het later veel geprezen project Plaats en<br />

toekomst van de Nederlandse industrie (ptni), en vooral het gelijknamige rapport (nr.<br />

18, 1980), dat was opgesteld onder leiding van A. (Arie) van der Zwan. <strong>Op</strong> basis van<br />

de officiële economische doelstellingen, zoals werkgelegenheid en evenwicht van de<br />

betalingsbalans, werd de structuur van de economie geanalyseerd. In dat kader werd<br />

een groot aantal sectorstructuurstudies verricht die een verontrustend beeld gaven<br />

van de toestand van de economie. De wrr mobiliseerde kennis van buitenaf zoals<br />

de wettelijke bedoeling was. De raad doet een aantal aanbevelingen voor een krachtig<br />

door de overheid geleid sectorstructuurbeleid. Het was zoals Visser en Hemerijck<br />

schrijven een bijtende kritiek op de “wachten-op-het-corporatisme-houding” van<br />

35 ja ar wrr 1 5

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!