21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

op <strong>steenworp</strong><br />

<strong>afstand</strong><br />

364<br />

Deel III - Contexten, niveaus en dynamiek van beleidsleren<br />

varing en nieuwe inzichten, feitelijk ook wordt gebruikt om de beleidspraktijk en<br />

gedragsverandering te beïnvloeden (zie Ferrera en Gualmini 2004).<br />

De participatie van niet-statelijke actoren is een onderscheidend kenmerk van het<br />

Nederlandse beleidsbestel. De Nederlandse overheid heeft weliswaar een grote constitutionele<br />

verantwoordelijkheid, maar vormt – anders dan in het Verenigd Koninkrijk<br />

– geen dominant machtscentrum. In Nederland puzzelen en poweren politieke<br />

gezagsbekleders en topambtenaren niet alleen; kennis en macht worden gedeeld met<br />

(semi-)overheidsorganisaties en overleg- en adviesorganen, waar georganiseerde<br />

belangen elkaar ontmoeten en met elkaar en het overheidsbelang de beleidsruimte<br />

delen. Deze vervlechting van maatschappelijke belangen en overheidsactoren is<br />

ingebed in een hechte sociale infrastructuur. Voor de Nederlandse casus betekent<br />

dit dat in een consensusdemocratie annex overlegeconomie als de Nederlandse,<br />

paradigmatische beleidsveranderingen zich mogelijk langzamer en minder zichtbaar<br />

voltrekken dan in een meerderheidsdemocratie annex pluralistisch georganiseerde<br />

economie als de Britse. Of om het anders te zeggen, de overgang van keynesianisme<br />

naar monetarisme heeft ook in Nederland plaatsgevonden, maar deze is geleidelijker<br />

verlopen, de winnaars bliezen minder hoog van de toren en de verliezers hebben<br />

er minder onder geleden. In A Dutch Miracle pleitten Visser en Hemerijck (1997) er<br />

daarom voor om in de analyse van beleidsleren een aparte plaats in te ruimen voor de<br />

studie van de institutionele verantwoordelijkheidsverdeling tussen statelijke actoren<br />

en maatschappelijke organisaties in bepaalde beleidssectoren.<br />

Als het om een voor het publieke domein geschikte, contextgevoelige benadering<br />

van beleidsleren gaat, maken we daarom onderscheid tussen: instrumentele aanpassing<br />

(eerste orde), institutionele hervorming (tweede orde), en paradigmaverandering<br />

(derde orde). Instrumentele aanpassing heeft betrekking op de technische en<br />

instrumentele veranderingen, die worden aangebracht om de beleidsontwikkeling<br />

op het eerder overeengekomen spoor te houden. In ons analysekader willen we<br />

veranderingen van de tweede orde reserveren voor institutionele aanpassingen in de<br />

‘regels van het spel’ in de beleidsontwikkeling, waaronder wijzigingen in de verantwoordelijkheidstoedeling<br />

van en tussen statelijke en maatschappelijke actoren. Een<br />

voorbeeld is het afschaffen van de adviesplicht aan de overheid van de ser in 1995 en<br />

het hervormingstraject in de sociale zekerheid in de jaren negentig. Nadat de commissie-Buurmeijer<br />

(1993), in navolging van een rapport van de Rekenkamer over het<br />

functioneren van de Sociale Verzekeringsraad, het wao-debacle had geïnterpreteerd<br />

als een bestuurbaarheidscrisis, hebben regering en parlement het aangedurfd de vanouds<br />

geldende spelregels in de sociale zekerheid fundamenteel te veranderen en het<br />

zelfzuchtige corporatisme van werkgevers en werknemers te trotseren.<br />

wrr 35 ja ar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!