21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

op s t een wor p<br />

a f s ta n d<br />

84<br />

Deel I - Nieuwe adviescolleges in interbellum en wederopbouw<br />

Maatschappelijk debat over een andere maatschappijordening<br />

In het interbellum was er door verschillende politieke partijen uitgebreid getheoretiseerd<br />

over een andere maatschappijordening, als uitwerking van de katholieke theorie van subsidiariteit,<br />

of die van de soevereiniteit in eigen kring van Kuyper uitgewerkt tot een gezaghebbende<br />

filosofie door Dooyeweerd, terwijl de socialisten een theorie ontwikkelden<br />

over de gemeenschap, waarin taken van de gemeenschap worden uitgeoefend door een<br />

systeem van ‘nieuwe organen’. De al genoemde Josehus Jitta (1932: 13) had geconstateerd<br />

dat, communisten en fascisten uitgezonderd, de voorstanders van die theorieën in feite<br />

spraken over bestuur binnen de context van de parlementaire democratie, en dat als je<br />

de ideeën aldus bekeek ze in hun praktische gevolgen in grote lijnen met elkaar overeenstemden.<br />

Dat noemde hij functionele decentralisatie, waaronder hij verstond “het streven<br />

om bepaalde functies, die de overheid aan zich getrokken heeft, voor een deel te onttrekken<br />

aan de bestaande vertegenwoordigende organen, en over te dragen aan organen<br />

waarin speciale belanghebbenden en deskundigen zitting hebben, die met raadgevende,<br />

besturende of wetgevende functies bekleed worden” (Josephus Jitta 1932: 13). Ook de instelling<br />

van de Hoge Raad van Arbeid had al als basis de grondgedachte dat een regeling<br />

door de overheid slechts dan kan werken wanneer belanghebbenden er in slagen in onderling<br />

overleg tot overeenstemming te komen. Aalberse zag daarin een uitwerking van<br />

de subsidiariteitsgedachte. Antirevolutionairen konden er elementen in herkennen van<br />

hun denken over soevereiniteit in eigen kring (al ging die theorie meer uit van ‘scheiding’<br />

tussen de staat en de overige kringen dan van aansluiting daartussen, zoals bij katholieke<br />

staatsgeleerden).<br />

Na Tweede Wereldoorlog was er bovendien tussen de aanhangers van de verschillende<br />

theorieën een convergentie tussen politieke stromingen te bespeuren met<br />

name bij de aanhangers van de doorbraakgedachte en degenen die met elkaar in het<br />

kamp van Sint-Michielsgestel zaten. Ed. van Cleeff, een van de betrokkenen bij het<br />

plansocialisme uit de jaren dertig, bleek in 1946 ook veel verwantschap te zien tussen<br />

‘nieuwe organen’ gedachte van de sdap, subsidiariteit en soevereiniteit in eigen<br />

kring. Ook onder de liberalen hadden dergelijke theorieën aanhangers. Zo publiceerde<br />

hun voorman in die jaren P.J. Oud in 1958 artikelen waarin hij pleitte voor een<br />

Eerste Kamer met minder bevoegdheden, maar wel bestaande uit vertegenwoordigers<br />

van maatschappelijke groeperingen, zij het dan wel meer soorten groeperingen<br />

dan die in de ser zaten. 23 Anderzijds haalde een motie-Romme (ingediend bij de<br />

algemene beraadslagingen over de begroting van 1959) waarin een beperking van de<br />

medewetgevende taak van het parlement werd bepleit ten gunste van de pbo, opdat<br />

het parlement zich meer kon concentreren op de hoofdlijnen van beleid, de eind-<br />

35 ja ar wrr

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!