21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tegen die achtergrond verschenen vanaf 1891 steeds meer pleidooien voor verbetering<br />

op het terrein van de openbare hygiëne. Lokale medici publiceerden meer<br />

over relaties tussen woning en gezondheid, drinkwater en gezondheid, vuilophaal<br />

en riolering. En in 1895 komt een Nederlandsch Congres voor <strong>Op</strong>enbare Gezondheidsregeling<br />

tot stand. De hygiënisten nemen ook deel aan het congres over Nijverheidhygiëne<br />

en reddingwezen (1890), en bespreken onder meer de voorstellen voor<br />

een Veiligheidswet (1895), de voorloper van de Ongevallenwet (1901). Dit congres,<br />

waaraan ook werkgevers, ingenieurs en artsen deelnamen, was de voorloper van het<br />

Congres van openbare Gezondheidsregeling dat als ‘hygiënisch voorparlement’ actief<br />

was en dat een eigen periodiek orgaan had: het Tijdschrift voor Sociale Hygiëne (Rigter<br />

1992: 31).<br />

De Ongevallenwet was slechts een van de vele sociale wetten die onder het liberale<br />

kabinet-Pierson tot stand werden gebracht. Andere waren de Leerplichtwet, de<br />

Woningwet en de Gezondheidswet. Met deze wetgeving werd gebroken met het<br />

doctrinair liberale maatschappij- en mensbeeld dat een lange tijd ook het debat over<br />

de gezondheidszorg had gedomineerd. In de Memorie van Toelichting bij de Gezondheidswet<br />

worden de gebreken opgesomd uit de voorafgaande periode, zoals het<br />

ontbreken van geneeskundig toezicht en van centrale leiding. Om aan die gebreken<br />

een einde te maken stelde de regering via deze wet voor om een zelfstandig college,<br />

de Centrale Gezondheidsraad, in het leven te roepen “welks samenstelling eene<br />

juiste veelzijdige beschouwing der hygiënische vraagstukken en een juiste waardeering<br />

van de nieuwere inzichten in de toegepaste wetenschap (…) waarborgt …”<br />

(Rigter 1992: 39). De verantwoordelijke minister Goeman Borgesius wilde wel participatie<br />

van artsen bij het beleid, maar zijn voorkeur ging duidelijk uit naar een meer<br />

multidisciplinaire begeleiding van de openbare gezondheidszorg dan veel medici<br />

in gedachten hadden; staatstoezicht op de volksgezondheid behoefde of mocht niet<br />

uitsluitend geneeskundig toezicht zijn.<br />

De Gezondheidsraad moest als centrale eenheid de trait d’union zijn tussen de lokale<br />

gezondheidscommissies en de regering. De raad kreeg in totaal zes leden onder<br />

wie ook niet-artsen; de artsen mochten in de raad niet de meerderheid uitmaken en<br />

onder de buitengewone leden moesten ook veel niet-artsen zoals ingenieurs, geografen<br />

en demografen zijn. De inspectie die in dezelfde wet geregeld werd heette het<br />

Staatstoezicht op de Volksgezondheid en met opzet niet het Geneeskundige Staatstoezicht;<br />

ook anderen dan artsen moesten inspecteur kunnen worden en de inspectie<br />

bestond uit verschillende soorten inspecteurs, onder wie een woninginspecteur. Die<br />

multidisciplinaire opzet van de wet verwierf uiteindelijk ook instemming van de<br />

medische beroepsgroep, maar zeker ook van anderen zoals de Vereniging van Burger-<br />

35 ja ar wrr<br />

3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!