Op steenworp afstand - Oapen

More documents

Recommendations

Info

op steenworp afstand 366 Deel III - Contexten, niveaus en dynamiek van beleidsleren 2 Institutioneel leren De overheid heeft in een democratische rechtsstaat (uiteindelijk) het primaat op het niveau van de Ordnungspolitik (e.g. de eerdergenoemde high-games): de overheid stelt algemeen bindende spelregels vast en tevens definieert de overheid (in of na overleg met relevante sectoren) de verantwoordelijkheidstoedeling tussen verschillende actoren op belangrijke maatschappelijke domeinen, die op hun beurt het interactiepatroon tussen het particuliere bedrijfsleven en het publieke domein beïnvloeden (Visser en Hemerijck 1997; Van de Donk 1997). Dit op drie manieren. Ten eerste beïnvloeden de regels van het spel de hoeveelheid macht en invloed die verschillende actoren op het beleidsproces kunnen uitoefenen. Politieke instituties definiëren machtsverhoudingen vooral door het verdelen van de toegang tot en hulpbronnen binnen besluitvormingsarena’s. Dit distributieve element van de institutionele mobilisation of bias (Schattscheider 1960) wordt veelal gerelateerd aan het aantal ‘veto-machten’ in de besluitvormings- en implementatieketens. Veto-machten zijn in wezen actoren wier instemming nodig is om beleid te maken. Meestal betreft het georganiseerde actoren, zoals de fracties van politieke partijen, vooraanstaande belangenorganisaties, lagere overheden, maar het kan ook gaan om actiegroepen en burgers die door middel van referenda voorstellen kunnen goed- en afkeuren (Immergut 1992). Ten tweede bepalen instituties tot op zekere hoogte de intensiteit en reikwijdte van beleidsinterventies. Ze beïnvloeden welke beleidsinhoudelijke issues op de politieke agenda mogen worden geplaatst en bepalen vaak ook de vorm waarin en het moment waarop. Een strikte scheiding tussen institutionele spelregels en beleidsinhoud is moeilijk aan te brengen; veel beleidsmakers hechten net zoveel waarde aan regels als aan de beleidsinhoud, juist omdat ze van mening zijn dat spelregels in belangrijke mate inhoudelijke beleidsmaatregelen voorstructureren. De relatie tussen institutionele spelregels en beleidsinhoud is zoiets als een Wahlverwandtschaft (Weber 1968): alleen die beleidsinhouden die ingebed kunnen worden in de bestaande regelstructuur kunnen worden vertaald in concrete besluiten en haalbare strategieën van besluitvorming en beleidsuitvoering. Zo bestaat er een duidelijke Wahlverwandschaft tussen de politieke onafhankelijkheid van de centrale bank en de inhoudelijke beleidsprioriteit van prijsstabiliteit. Samengevat, de institutionele factoren, opgevat als spelregels, geven structuur aan de machtsverhoudingen tussen verschillende actoren in het beleidsproces, moedigen een bijpassende stijl van besluitvorming en beleidsontwikkeling aan, en beïnvloeden de beleidsinhoudelijke voorkeuren van de actoren. Op het niveau van institutioneel leren wordt in het bijzonder gekeken naar de goodness of fit tussen de vigerende beleidsparadigmata en de institutionele en bestuurlijke toerusting die nodig is om de probleem-georiënteerde oplossingen in het kader van de vigerende normatief-cognitieve beleidstheorie ten uitvoer te kunnen brengen. Institutionele misfit kan leiden tot een herijking van politieke, bestuurlijke en maatschappelijke instituties. >> wrr 35 ja ar
3 Paradigmatisch leren Paradigmatisch leren vergt een inzet die is gericht op het verruimen van perspectief, het ontwikkelen van nieuwe beleidskennis, onder andere door bestaande vanzelfsprekendheden en veronderstellingen van het vigerende beleid ter discussie te stellen. Paradigmatisch leren beoogt, mede op basis van het mobiliseren wetenschappelijke inzichten en ervaringskennis, het ontwikkelen van empirisch geïnformeerd zicht op nieuwe en toekomstige problemen, het ontwikkelen van nieuwe alternatieven, normatieve orientaties en causale verbanden. Beleidsdoelstellingen zijn hierbij vanzelfsprekend ook onderwerp van discussie, naast minder adequaat geworden cognitieve probleemdefinities. Een oriëntatie op de lange termijn dwingt ertoe het reguliere denken en doen van vraagtekens te voorzien. Centraal hierbij staat de verbinding tussen wetenschappelijke kennis, beleidservaring en de nog ongetemde maatschappelijke vraagstukken waarmee het beleid te maken heeft of krijgt. Het leggen van die verbinding vergt het ontwikkelen van nieuwe kennis voor het adresseren van vraagstukken op de langere termijn. Het gaat daarbij om het herijken van zowel de normatieve als cognitieve grondslagen van beleid. Nieuw verworven inzichten behoren vervolgens beleidsrelevant begrijpelijk, betrouwbaar, toegankelijk en bruikbaar te worden gemaakt. Bij paradigmatisch leren worden taboes doorbroken door zowel de in het geding zijnde waarden als de bijbehorende causale argumentatiepatronen van kritische reflectie te voorzien. Hierin schuilt natuurlijk ook een pedagogische opdracht: het in bredere context stimuleren van het publieke debat. wrr 35 ja ar 367
Page 1:
Op steenworp afstand 35 ja ar P a u
Page 4 and 5:
De Wetenschappelijke Raad voor het
Page 6 and 7:
Vormgeving en layout: Studio Danië
Page 8 and 9:
5 De jaren tachtig en negentig: mon
Page 11 and 12:
Woord vooraf De wrr is van 1972. Da
Page 13:
wrr die gebruikt zijn in deel I. Ee
Page 17 and 18:
1 Inleiding: Gewoon en bijzonder De
Page 19 and 20:
dieper en laten zien tegen welke ac
Page 21:
noten 1 Paul den Hoed is als senior
Page 24 and 25:
op s t een wor p a f s ta n d 22 De
Page 26 and 27:
op s t een wor p a f s ta n d 2 4 D
Page 28 and 29:
Page 30 and 31:
Page 32 and 33:
Page 34 and 35:
Page 36 and 37:
Page 38 and 39:
Page 40 and 41:
Page 42 and 43:
Page 44 and 45:
Page 46 and 47:
Page 48 and 49:
Page 50 and 51:
Page 52 and 53:
Page 55 and 56:
3 Nieuwe adviescolleges in interbel
Page 57 and 58:
staat en maatschappij niet zo vanze
Page 59 and 60:
3.1.2 Het Grondwetsartikel en de pa
Page 61 and 62:
Zo bezien is het niet opmerkelijk d
Page 63 and 64:
De Bevredigingscommissie slaagde er
Page 65 and 66:
Onderwijsraad gehoord’, hetgeen i
Page 67 and 68:
ten anders dan de werkliedenverenig
Page 69 and 70:
nhm) mr. E. Heldring (lid van de ra
Page 71 and 72:
De Economische raad had een open ta
Page 73 and 74:
sociaal-economisch gebied. Leden we
Page 75 and 76:
Ingenieurs, ondernemers, ambtenaren
Page 77 and 78:
3.2 de verzuiling tijdens de wedero
Page 79 and 80:
inkomen dat daaruit afkomstig was.
Page 81 and 82:
lijke organisaties (en zo op de ser
Page 83 and 84:
Eenheids Vak Centrale (evc). De cen
Page 85 and 86:
pbo en ser De Wet op de bedrijfsorg
Page 87 and 88:
streep niet; op verzoek van de indi
Page 89 and 90:
(1954), die een zekere gelijkenis h
Page 91 and 92:
noten 1 Het extraparlementaire kabi
Page 93:
35 ja ar wrr 1
Page 96 and 97:
op s t een wor p a f s ta n d 4 Dee
Page 98 and 99:
Page 100 and 101:
Page 102 and 103:
op s t een wor p a f s ta n d 100 D
Page 104 and 105:
Page 106 and 107:
Page 108 and 109:
Page 110 and 111:
Page 112 and 113:
Page 114 and 115:
Page 116 and 117:
Page 118 and 119:
Page 121 and 122:
5 De jaren tachtig en negentig: Mon
Page 123 and 124:
maatschappelijke partijen en daarto
Page 125 and 126:
De derde verandering betreft de age
Page 127 and 128:
Vooral ook de introductie van de pe
Page 129 and 130:
plaatsen kunnen die efficiënter we
Page 131 and 132:
eeld geleverd door de Stichting van
Page 133 and 134:
Enkele krantenkoppen over de WRR en
Page 135 and 136:
ven (technolease steun aan Philips
Page 137 and 138:
het functioneren en de organisatie
Page 139 and 140:
aan louter zijn samengesteld uit de
Page 141 and 142:
ijksbreed een populaire benadering.
Page 143 and 144:
NOTEN 1 De ser omdat hij deel uitma
Page 145:
51 tk 1995-1996, 24 503, nrs. 1-3.
Page 148 and 149:
Page 150 and 151:
Page 152 and 153:
Page 154 and 155:
Page 156 and 157:
Page 158 and 159:
Page 160 and 161:
Page 162 and 163:
Page 164 and 165:
Page 166 and 167:
Page 168 and 169:
Page 170 and 171:
Page 172 and 173:
Page 174 and 175:
Page 176 and 177:
Page 179 and 180:
De wrr in actie 7 Het Instellingsbe
Page 181 and 182:
studies en achtergronden’. Ze zij
Page 183 and 184:
De wrr en de coba Deze theoretische
Page 185 and 186:
menten rakende, beleidsterrein. Een
Page 187 and 188:
Minister-president Den Uyl heeft ni
Page 189 and 190:
ehandelen, en zo materiaal leveren
Page 191 and 192:
kritische evaluatie over de raad ge
Page 193 and 194:
andere boodschap over een groot maa
Page 195 and 196:
geschoeid dan de atv: ze zou werken
Page 197 and 198:
1987), met daarnaast tal van andere
Page 199 and 200:
Lobbygroepen komen een vak aanbiede
Page 201 and 202:
gelegd op arbeidsparticipatie als w
Page 203 and 204:
met vele kamers. Er waren rapporten
Page 205 and 206:
De verbreding van de omgeving waart
Page 207 and 208:
Figuur 2 Aantal rapporten aan de re
Page 209 and 210:
debatten over de werkloosheid en de
Page 211 and 212:
Die kwetsbaarheid van de positie va
Page 213 and 214:
hij als secretaris-generaal van Alg
Page 215 and 216:
Lange Vijverberg 4-5, de huidige lo
Page 217 and 218:
21 P.A. van der Duin (red.) (2004)
Page 219:
35 ja ar wrr 217
Page 222 and 223:
Page 224 and 225:
Page 226 and 227:
op s t een wor p a f s ta n d 22 4
Page 228 and 229:
op s t een wor p a f s ta n d 226 L
Page 230 and 231:
Page 232 and 233:
Page 234 and 235:
Page 236 and 237:
Page 239:
D E E L I I E VENWICHT SK UNSTENA A
Page 242 and 243:
Page 244 and 245:
Page 246 and 247:
op s t een wor p a f s ta n d 2 4 4
Page 248 and 249:
Page 250 and 251:
Page 252 and 253:
Page 255 and 256:
2 Het Verenigd Koninkrijk: van cprs
Page 257 and 258:
to be reinforced by a clear and com
Page 259 and 260:
ambtenaar ten deel kwam, kwam voort
Page 261 and 262:
“The Prime Minister has reviewed
Page 263 and 264:
egering te ondersteunen. De su past
Page 265 and 266:
van de Strategic Audits. Onderwerpe
Page 267:
eenkomende analyse kreeg ook de cpr
Page 270 and 271:
Page 272 and 273:
Page 274 and 275:
Page 276 and 277:
Page 279 and 280:
4 Frankrijk: van Commissariat du Pl
Page 281 and 282:
Zoals besproken in hoofdstuk 1 zijn
Page 283 and 284:
tificeren van punten waarop overeen
Page 285 and 286:
Na de verkiezingen, verloren door J
Page 287 and 288:
de regel ter hand nemen. Boissard z
Page 289 and 290:
commissie die in staat is over alle
Page 291:
Tot slot Het Commissariat Général
Page 294 and 295:
Page 296 and 297:
Page 298 and 299:
Page 300 and 301:
Page 303 and 304:
Conclusies 6 In de voorgaande hoofd
Page 305 and 306:
met andere vormen van kennis aangaa
Page 307 and 308:
het Centre d’Analyse Stratégique
Page 309 and 310:
een aantal stappen de afstand tot b
Page 311 and 312:
In 1989 is bij de Europese Commissi
Page 313 and 314:
noten 1 Anne-Greet Keizer is als we
Page 315 and 316:
liter atuur Abelson, D.E. (2002) Do
Page 317: Müller-Rommel, F. en G. Pieper (19
Page 321 and 322: 1 Introductie: denken en leren als
Page 323 and 324: vormden vanaf de jaren zestig het c
Page 325: De 7 de raad gefotografeerd in 2005
Page 328 and 329: op steenworp afstand 326 Deel III -
Page 333 and 334: 3 De politiek als een weerbarstige
Page 335 and 336: municatie. Beroemd is in dat verban
Page 337 and 338: Ondanks de aanwezigheid van velerle
Page 339 and 340: langrijke mate te maken met de cons
Page 341 and 342: Er bestaan zelden heldere standaard
Page 343 and 344: Maar een van de grootste problemen
Page 345: we voorheen besproken hebben laten
Page 359 and 360: 5 Contexten, niveaus en dynamiek va
Page 361 and 362: is aantoonbaar dat dat soms wel deg
Page 363 and 364: empirie van beleid en politiek is h
Page 365 and 366: arbeidsongeschikten. Een acuut gevo
Page 367: We komen nu tot een geaggregeerde e
Page 382 and 383: op steenworp afstand 380 Literatuur
Page 389 and 390: B i j l a g e i Publicaties van de
Page 391 and 392: 42 Grond voor keuzen. Vier perspect
Page 393 and 394: VOORSTUDIES EN ACHTERGRONDEN Eerste
Page 395 and 396: V35 H.F. Munneke et al. (1983) Orga
Page 397 and 398: V56 C. de Klein en J. Collaris (198
Page 399 and 400: V88 L. Hagendoorn et al. (1995) Etn
Page 401 and 402: VERKENNINGEN Zevende raadsperiode (
Page 403 and 404: WP 18 H. Prast (2007) The psycholog
Page 405 and 406: W17 The Unfinished European Integra
Page 407 and 408: W56 T. Elfring, W. van der Aa en R.
Page 409 and 410: W90 A. Brouwers, M. Kwast-van Duurs
Page 411: wrr 35 ja ar 40
Page 414 and 415: op s t een wor p a f s ta n d 412 B
Page 416: op s t een wor p a f s ta n d 414 B
Page 421 and 422:
Verantwoording In 1972 werd de Wete
Page 423 and 424:
Inleiding Op de brug tussen wetensc
Page 425 and 426:
Het eenvoudigst is het natuurlijk a
Page 427:
De verscheidenheid in de wetenschap
Page 430 and 431:
428 op de brug t us sen w e t ensch
Page 432 and 433:
Page 434 and 435:
Page 437 and 438:
“Als je geen missie hebt, moet je
Page 439 and 440:
Van der Zwan merkte dat Den Uyl wel
Page 441:
ood de wrr een ideale mogelijkheid
Page 444 and 445:
4 42 op de brug t us sen w e t ensc
Page 446 and 447:
4 4 4 op de brug t us sen w e t ens
Page 448 and 449:
4 46 op de brug t us sen w e t ensc
Page 451 and 452:
“Ik zag de rapporten niet primair
Page 453 and 454:
zitter van vno-ncw als voor een min
Page 455:
van het minimumloon. Het rapport Al
Page 458 and 459:
Page 460 and 461:
Page 462 and 463:
Page 465 and 466:
“Bestuurders moet je niet lastig
Page 467 and 468:
Toen Marina van Damme in 1988 in de
Page 469:
kwam geen enkele reactie. Alsof hij
Page 472 and 473:
Page 474 and 475:
Page 476 and 477:
Page 479 and 480:
“Niet te veel aantrekken van de g
Page 481 and 482:
We hebben gekeken naar wat volgens
Page 483:
In zijn korte loopbaan als fractiev
Page 486 and 487:
Page 488 and 489:
Page 491 and 492:
“De wrr moet boven alles respect
Page 493 and 494:
naal van acht uur. Het ging allemaa
Page 495 and 496:
tijdje ontdekken dat je het over de
Page 497:
verdedigd: bij het bewindsliedenove
Page 500 and 501:
4 8 op de brug t us sen w e t ensch
Page 502 and 503:
Page 505 and 506:
“Besprekingen met de wrr behoorde
Page 507 and 508:
terraad voerde met de wrr over het
Page 509:
Aartsen was daar destijds erg gecha
Page 512 and 513:
Page 514 and 515:
Page 516 and 517:
Page 520:
Op steenworp afstand Paul den Hoed
show all

Op steenworp afstand - Oapen

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?