21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

op s t een wor p<br />

a f s ta n d<br />

100<br />

Deel I - De jaren zestig en zeventig<br />

In september 1975 vraagt het Kamerlid Terlouw van D’66 bij de begrotingsbehandeling<br />

van het ministerie van Algemene Zaken om een lijst van betaalde adviesfuncties.<br />

Hij en andere Kamerleden hadden de indruk dat het kabinet-Den Uyl (1973-1977)<br />

steeds meer ‘politieke’ adviseurs ad hoc benoemden om aldus net als in Frankrijk en<br />

België eigen politieke kabinetten te vormen en om de eigen ambtelijke bureaucratie<br />

te omzeilen. Uit het antwoord van minister-president Den Uyl blijkt dat het om<br />

nogal wat personen – vrijwel louter mannen – gaat, die voor hun werk soms ook het<br />

salaris van een topambtenaar ontvangen. Het gaat om een enkele vakbondsbestuurder<br />

en verder vooral om hoogleraren onder wie Van Doorn, Hulsman, Halberstadt,<br />

De Wolff, Peper en vele anderen. 8<br />

Kenmerkend voor het parlementaire debat in de jaren zeventig zijn de volgende punten.<br />

Ten eerste is er het aloude thema dat adviesraden de regering te machtig zouden<br />

maken (alleen in de jaren vijftig speelt dat thema minder, maar in de andere jaren is<br />

het telkens aanwezig). De woorden zijn nu anders. Het gaat nu over de vijfde macht<br />

en ‘het gat tussen politiek en maatschappij’ (wat nu de kloof heet), waar de adviesorganen<br />

te weinig aan doen. Adviesorganen zouden naast de ‘vierde macht’ (de ambtenaren,<br />

vgl. Crince Le Roy 1976) een vijfde macht vormen, die samen met die vierde<br />

macht de macht van de regering tegenover het parlement te veel zou versterken. Ook<br />

zouden zij een “krans van autonome instellingen [vormen], die ten onrechte een buffer<br />

vormt tussen de overheid en de mensen en actiegroepen die willen inspreken.” 9<br />

Weer anderen spreken van een ijzeren ring. 10 “Als de ser unaniem is en de regering is<br />

het met hem eens, staat het parlement buitenspel”, zo wordt veel gezegd.<br />

Voorts wordt het representatievraagstuk breder aan de orde gesteld, zowel naar kring<br />

als naar methode. Het gaat nu om een veel breder spectrum van te representeren<br />

actoren, variërend van consumenten tot aan actiegroepen en bij beleid betrokken<br />

uitvoerende instellingen. Zo worden adviescommissies vooral nuttig geacht als ze<br />

voorzien in de behoefte aan inspraak en als ze een schakel zijn tussen overheid en<br />

gesubsidieerde instellingen (‘het veld’). Dit komt tot uiting bij de Academische Raad<br />

tussen overheid en universiteiten in en bij de Centrale Raad voor de Volksgezondheid<br />

tussen overheid en zorginstellingen. Ook wat betreft de methode wordt verzocht<br />

om verbreding van representatie door het meer gebruiken van het instrument<br />

van enquêtes en hearings.<br />

Een derde terugkerende vraag is die naar de hoofdtaak van adviesorganen. Gaat het<br />

om overleg, advies of inspraak? De Raad voor Veterinaire Aangelegenheden is volgens<br />

de installatierede bijvoorbeeld een inspraakcentrum, dat ook anderen dan de<br />

directe bedrijfsgenoten bij het beleid moet betrekken, maar in hoeverre is het, zo vragen<br />

Kamerleden, ook een adviesorgaan? 11 Verder gaven ook afzonderlijke adviesraden<br />

aanleiding tot vragen.<br />

35 ja ar wrr

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!