21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Een negatieve factor was wellicht ook de, voortgezette, richtingenstrijd tussen<br />

verschillende groepen beoefenaren van de statistiek: juristen, historici, geografen,<br />

economisten en wiskundigen gingen meer van opvatting verschillen over invulling<br />

van het vak, naarmate de specialisatie in wetenschappelijke kring vorderde.<br />

Tegenover ‘holisten’ als de Belg Quetelet die een sociale fysica van de samenleving<br />

nastreefden, stonden aanhangers van meer beperking, methodische verfijning en<br />

professionalisering. Thorbecke, die als hoogleraar en politicus een groot voorstander<br />

was geweest van de statistiek, wilde die specialisatie niet. In zijn tijd verstond hij onder<br />

de statistiek alle studiegebieden die te maken hadden met de staat en de publieke<br />

sfeer, zoals staatsgeschiedenis, staatsrecht, kennis van de toestand van de landbouw,<br />

handel en nijverheid, samenleving en bestuur. Het vraagstuk is tot in onze eigen tijd<br />

herkenbaar en wordt zichtbaar in het vraagstuk van de onafhankelijkheid versus de<br />

ondergeschiktheid van de statistiek aan de behoefte tot beheersing en bij conceptuele<br />

vraagstukken die in de statistiek een rol spelen (bijv. over de centrale begrippen en<br />

definities van welvaart, welzijn, duurzaamheid).<br />

De belangrijkste weerstanden bij parlement en regering tegen de statistiek hadden<br />

te maken met de lange tijd dominante leer van de staatsonthouding. De politiek<br />

werd opgevat als garantie voor de handhaving van de vrijheid en moest zich daarom<br />

ook niet te veel met de maatschappij bemoeien. Informatie over de maatschappij,<br />

ontwikkelingen en mogelijke misstanden zouden bedoeld of onbedoeld leidden tot<br />

agendering van onderwerpen die niet tot de taak van de staat behoren. Als de overheid<br />

zou interveniëren in de samenleving zou ze meegetrokken kunnen worden in<br />

het maatschappelijk struikgewas en zou van de ene maatschappelijk interventie de<br />

andere komen, waardoor de burgerlijke vrijheden in gevaar zouden komen. Veel<br />

parlementsleden – en niet slechts de liberale leden – vonden dat men met het autocratisch<br />

bewind van koning Willem I van 1813 tot 1840 genoeg leergeld had betaald.<br />

Men had gezien waartoe een verstrengeling van het publieke en private domein kon<br />

leiden. Dat moest niet weer gebeuren. De nieuwe economische vrijheden waren<br />

nadien bevorderd door allerlei maatregelen zoals de scheiding van de publieke overheidsfinanciën<br />

van de private van de koning, afschaffing van het Indische cultuurstelsel,<br />

opheffing van lokale tollen en accijnzen en uniformering van regels. Al deze<br />

zaken mochten niet in gevaar worden gebracht.<br />

Hoewel de staat terughoudend was op sociaal gebied, was deze wel voortgegaan op<br />

het gebied van de infrastructuur (Spoorwegwet, verbetering van kanalen en wegen)<br />

en op het gebied van de uitbreiding van vooral het secundaire onderwijs (bijv. hbs).<br />

Ook was een monopolie van de Nederlandsche Bank tot stand gekomen, die gezorgd<br />

had voor een versoepeling van het financiële verkeer. De sociale problemen waren<br />

echter goeddeels blijven liggen; een bekende uitzondering vormde de Kinderwet<br />

35 ja ar wrr<br />

31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!