21.09.2013 Views

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

Op steenworp afstand - Oapen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

op <strong>steenworp</strong><br />

<strong>afstand</strong><br />

360<br />

Deel III - Contexten, niveaus en dynamiek van beleidsleren<br />

Fritz Scharpf over de centrale rol van cognitieve en normatieve oriëntaties in beleid<br />

Fritz Scharpf maakt nadrukkelijk onderscheid tussen cognitieve en normatieve oriëntaties<br />

in beleidsprocessen en politieke oordeelsvorming (Scharpf 1997). Een cognitieve<br />

oriëntatie is een causale veronderstelling over de wereld die voor waar wordt gehouden.<br />

Een normatieve oriëntatie verwijst naar de manier waarop men zou willen dat de wereld<br />

eruit zou zien. Bij een cognitieve oriëntatie gaat het om causale opvattingen, terwijl het<br />

bij een normatieve oriëntatie gaat om principiële opvattingen en de rechtvaardiging van<br />

datgene wat gedaan moet worden. In de wereld van beleid en politiek kan een cognitieve<br />

oriëntatie worden opgevat als een “programmatisch geheel van verklaringen ten aanzien<br />

van de relatie tussen oorzaak en gevolg, gekoppeld aan een methode voor het beïnvloeden<br />

van dergelijke relaties” (Weir 1992; zie Van de Donk 1997). Een normatieve oriëntatie<br />

heeft betrekking op de normen en waarden die worden gehanteerd ter rechtvaardiging<br />

van politieke macht: wat verwacht men dat de overheid doet als antwoord op dreigende<br />

maatschappelijke problemen. Om beleid als effectief en legitiem te kunnen beoordelen is<br />

daarom niet alleen inzicht vereist in de causale consequenties van beleid in termen van<br />

prestaties, maar veronderstelt tevens een systematische analyse van normatieve grondslagen<br />

van bepaalde probleempercepties en mogelijke oplossingen. In de empirie is het<br />

echter bijkans ondoenlijk om een strikte scheiding aan te brengen tussen positieve en<br />

normatieve analyse van beleid. Cognitieve en normatieve oriëntaties beïnvloeden elkaar<br />

over en weer, zonder dat er sprake is van een duidelijke hiërarchie. Politieke prioriteiten<br />

staan niet los van kennis over de mogelijkheden van beleid en ook wetenschappelijke<br />

kennis ontwikkelt zich onder invloed van maatschappelijke wenselijkheden. In de<br />

politieke discussie over beleid zijn cognitieve en normatieve oriëntaties altijd tezamen<br />

aan de orde. Cognitieve oriëntaties zijn tot op zekere hoogte ontvankelijk voor toetsing<br />

door empirisch onderzoek, vooral ten aanzien van beleid dat geschraagd wordt door<br />

expliciet geformuleerde en breed gedeelde criteria van succes en falen. Normatieve orientaties<br />

kunnen echter niet wetenschappelijk gelegitimeerd worden. De gemeenschappelijke<br />

noemer van de discussie over aanvaardbaarheid van beleid is dan ook de vraag<br />

waar de rol van overheid begint en ophoudt. Hier gaat het om de mate waarin beleid in<br />

de perceptie van burgers aansluit bij hun verlangens, verwachtingen, noden, gevoelens,<br />

waarden en normen. Bij de inhoudelijke aanvaarding van beleid spelen maatschappelijke<br />

denkbeelden, opinies, emoties en gevoelens van (on)rechtvaardigheid, (on)veiligheid, en<br />

(on)toelaatbaarheid, etc. een grote rol. Het morele debat over goed en slecht beleid wordt<br />

meestal geactiveerd door problemen. Denk aan rampen, economische recessie, armoede,<br />

(zinloos) geweld, besmettelijke dierenziektes, corruptie, nepotisme, werkloosheid, oneigenlijk<br />

gebruik van uitkeringen, milieuvervuiling, stakingen in het openbaar vervoer,<br />

buurtoverlast, etc. In dit licht zijn ook in de beleidswetenschap ‘waarden en normen’ herontdekt<br />

als zelfstandig onderwerp van onderzoek (Bovens en Hemerijck 1996; wrr 2003).<br />

wrr 35 ja ar

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!