17.08.2013 Views

Tirade. Jaargang 47 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Tirade. Jaargang 47 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Tirade. Jaargang 47 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

29<br />

heel gefun<strong>de</strong>erd afsteekt. Een manier om te zeggen dat het leven dat dus allerminst<br />

ís.<br />

Ook bij Hanny Michaelis trekken <strong>de</strong> wolken gestaag <strong>voor</strong>bij, trouwe figuranten<br />

die dagelijks <strong>de</strong> nodige ruimte van je blikveld in beslag nemen, terwijl ze doorgaans<br />

over het hoofd wor<strong>de</strong>n gezien. Uit Tegen <strong>de</strong> wind in (1962): ‘Ie<strong>de</strong>re morgen/ word<br />

ik onwetend wakker./ Gloednieuwe wolken drijven/ het raam <strong>voor</strong>bij./ Veelbelovend<br />

glimlacht/ <strong>de</strong> dag: alles/ is mogelijk.’ In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> strofe vallen dan <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n<br />

‘rook’, ‘vlammen’, ‘inktzwarte’ en ‘dood’, waarmee <strong>de</strong> autonomie van <strong>de</strong> wolken<br />

wordt ge<strong>de</strong>monstreerd. Ze lijken hoop te willen schenken door hun gloednieuwe<br />

uitmonstering en lichtheid. Maar die contrasteert met <strong>de</strong> zwaarte van het leven van<br />

<strong>de</strong> ‘ik’ die later op <strong>de</strong> dag weer weet, hoezeer die belofte een begoocheling was.<br />

Uit diezelf<strong>de</strong> bun<strong>de</strong>l dit fragment: ‘De bronzen wolken, weel<strong>de</strong>rig/ opgestapeld<br />

tegen vlammend blauw’. Een opgetogen passage, maar wel ingeklemd tussen <strong>de</strong><br />

sombere openingsregels (‘Als het niet van ons is/ wil ik het niet, dit <strong>voor</strong>jaar’) en<br />

het slot: ‘zijn aan mij alleen/ niet besteed.’<br />

Nog een: ‘Onrustbarend verwant/ het witte gezicht/ van <strong>de</strong> dag, weggedoken/ in<br />

een kraag van wolken./ Het donkere wijdopen oog/ van een regenplas. De vogel/ die<br />

tegen <strong>de</strong> wind in zingt,/ wankelend op <strong>de</strong> valreep/ van het licht.’<br />

Zo er dan al een i<strong>de</strong>ntificatie met <strong>de</strong> natuur plaatsvindt, dan betitelt Michaelis die<br />

verwantschap als ‘onrustbarend’. Overigens heeft Szymborska in Het moment ook<br />

een gedicht over haar angst als kind <strong>voor</strong> regenplassen: ‘Ik liep om <strong>de</strong> plassen heen,/<br />

<strong>voor</strong>al om <strong>de</strong> nieuwe, na een bui./ Eentje zou weleens geen bo<strong>de</strong>m kunnen hebben,/<br />

ook al zag hij eruit als elke an<strong>de</strong>re.’<br />

Ik hou nu op, want die parallellen verdienen een afzon<strong>de</strong>rlijk opstel. Daarin moet<br />

trouwens ‘Het prunusboompje’ uit Klein <strong>voor</strong>spel (1949) van Michaelis ook eens<br />

gezet wor<strong>de</strong>n naast ‘De appelboom’ uit Grote getallen (1976) van Szymborska.<br />

Frappant, nietwaar?<br />

Bei<strong>de</strong> dichteressen leveren werk van hoge kwaliteit. Szymborska heeft voldoen<strong>de</strong><br />

erkenning geoogst, internationaal zelfs, zij het dat ze er lang op moest wachten. Met<br />

die Nobelprijs is ze overigens nog altijd verlegen, met schrik bemerkend dat die haar<br />

tot allerlei verplichtingen noopt. Zo veel mogelijk probeert ze haar teruggetrokken<br />

bestaan <strong>voor</strong>t te zetten.<br />

<strong>Tira<strong>de</strong></strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>47</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!