17.08.2013 Views

Tirade. Jaargang 47 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Tirade. Jaargang 47 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

Tirade. Jaargang 47 - digitale bibliotheek voor de Nederlandse ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

201<br />

uitspraak over <strong>de</strong> terugkeer van strofen en rijm als constatering bedoeld zijn en begint<br />

<strong>de</strong> meer traditioneel georiënteer<strong>de</strong> poëzie in<strong>de</strong>rdaad langzaam terrein te winnen op<br />

het barbaarse geweld van Vijftig? Nee, natuurlijk. Áls er al ooit sprake is geweest<br />

van dominante experimentele normen, dan was dat in 1973 al ruimschoots verle<strong>de</strong>n<br />

tijd. Buddingh', Deel<strong>de</strong>r, Kuyper, Nolens, Schmidt, Vroegin<strong>de</strong>wij - we hebben wel<br />

eens wil<strong>de</strong>re dichters gelezen. En als <strong>de</strong> apostelen van Lucebert het op dat moment<br />

werkelijk <strong>voor</strong> het zeggen zou<strong>de</strong>n hebben gehad, dan had <strong>de</strong> jonge <strong>de</strong>butant Jan<br />

Kuijper zijn bun<strong>de</strong>l (toen nog) anekdotische Sonnetten wel met wat meer polemische<br />

tamtam gepresenteerd. Sonnetten, nota bene. Dat Lucebert toch <strong>de</strong>finitief met dat<br />

genre leek te hebben afgerekend (in een keurig schematisch abab, baba, aac, cca<br />

rangschikte hij slechts <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n ‘ik’, ‘mij’ en ‘mijn’), weerhield <strong>de</strong> critici er niet<br />

van dit <strong>de</strong>buut gewoon te bespreken zon<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> vorm al te veel acht te slaan. Het<br />

sonnet lag kennelijk niet (meer) gevoelig.<br />

De án<strong>de</strong>re uitleg van Van Oorschots uitspraak over strofen en rijm snijdt eigenlijk<br />

evenmin hout. Het zou enigszins belachelijk zijn in 1974 <strong>de</strong> wens uit te spreken dat<br />

er <strong>voor</strong> vormvaste, figuratieve poëzie weer wat meer ruimte zou ontstaan. Er ís al<br />

heel veel poëzie met ‘strofen en rijm’. Bij<strong>voor</strong>beeld in Van Oorschots eigen fonds,<br />

dat in 1974 stond als een huis en een allerminst marginale positie in het veld<br />

verworven had. Toen hij zijn lijstje on<strong>de</strong>rwerpen <strong>voor</strong> <strong>Tira<strong>de</strong></strong> samenstel<strong>de</strong>, had Van<br />

Oorschot net drie herdrukken van Hanny Michaelis uitgegeven (twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> drukken<br />

en één vier<strong>de</strong>), een negen<strong>de</strong> druk van M. Vasalis' De vogel Phoenix en een achtste<br />

van Hans Lo<strong>de</strong>izens Het innerlijk behang (nee, Lo<strong>de</strong>izen is geen Vijftiger).<br />

Tezelf<strong>de</strong>rtijd verschenen bovendien herdrukken van Jan Emmens en Van Geel en<br />

publiceer<strong>de</strong>n in <strong>Tira<strong>de</strong></strong> dichters als Buddingh' en Rutger Kopland. Al met al is het<br />

nauwelijks verbazingwekkend dat - juist in 1974 - in <strong>de</strong> geschiedschrijving van <strong>de</strong><br />

literatuur het begrip <strong>Tira<strong>de</strong></strong>-poëzie werd geïntroduceerd (in een beschouwing van<br />

Redbad Fokkema die door literatuurgeschiedschrijvers nog steeds wordt geciteerd).<br />

Het soort niet- of zelfs anti-experimentele poëzie dat Van Oorschot <strong>voor</strong>stond was<br />

lang en breed een instituut gewor<strong>de</strong>n.<br />

Wanneer Van Oorschot in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> wens tot emancipatie van <strong>de</strong><br />

niet-experimentele poëzie uitspreekt, dan on<strong>de</strong>rschat hij (<strong>de</strong> invloed en status van)<br />

zijn eigen fonds schromelijk. Toch <strong>de</strong>nk ik dat hij het zo bedoel<strong>de</strong>. De enige nieuwe<br />

bun<strong>de</strong>l die hij zelf in 1974 uitgeeft, is Rupturen van Rudolf van Lier. De titel is<br />

mislei<strong>de</strong>nd: Rupturen is een fletse bun<strong>de</strong>l met volkomen gladgestreken poëzie (‘Violen<br />

vangt aan, maar niet te luid, / dan is <strong>de</strong> toon aan u, beschei<strong>de</strong>n fluit’) die alle<br />

aanwijsbare noodzakelijkheid mist, tenzij je<br />

<strong>Tira<strong>de</strong></strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>47</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!