26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

251<br />

alleen het meest voor de hand liggende, maar ook het minder bekende, de<br />

niet eerder geplukte bloemen om het met de geijkte beeldspraak te zeggen.<br />

Voor hemzelf moet dat ook juist de sport geweest zijn - het `vermaeck'<br />

waarover hij eveneens in het voorwoord van Trijntje Cornelis schrijft. Die<br />

krabbels naast de tekst en achter in het handschrift, al weten we niet precies<br />

waar ze naar verwijzen, laten met al hun haast en slordigheid iets zien van<br />

zijn enthousiasme: `Exscrib. Dion. Halicarn. 28. pag. 50' ['schrijfover uit<br />

Dionysius van Halicarnassus 28. pag. So'], naast r. 19S7. Hij deed dat vervolgens<br />

niet, maar hij zag het toch maar even voor zich. `Petrarch.', schreef hij<br />

naast r.1319. Ergens, wist hij, had Petrarca iets treffende over het onderwerp<br />

geschreven. Het kwam er niet meer van om dat op te zoeken, maar toch.<br />

Anders ging het bij r. 1308, waar hij Min.' in de marge schreef om er later<br />

inderdaad een citaat uit Plinius overheen te schrijven. `Ad ebrietatem excrib.<br />

Plutarch. 880. ii8': `over dronkenschap schrijf over van Plutarchus 880.<br />

ii8.' Dat we niet weten waar die getallen op slaan is minder belangrijk dan<br />

het inzicht dat Plutarchus, en al die anderen, hem werkelijk iets te zeggen<br />

hadden. Als hij zijn gedicht alleen maar had willen 'opsieren', had hij wel met<br />

een citatenboek kunnen werken. Maar hij had iets gelezen, en dat wilde hij<br />

doorgeven. Misschien was dit citatenjagen wel even opwindend als het schrijven<br />

van Hofwijck zelf.<br />

Welke boeken gebruikte Huygens precies? In de annotaties bij de citaten in<br />

de editie-Zwaan wordt gesignaleerd dat Huygens dikwijls nogal vrij citeert,<br />

maar daarbij wordt alleen vergeleken met moderne klassieken-uitgaven. Wie<br />

de citaten vergelijkt in de edities die Huygens in huis had, of althans kon<br />

hebben, komt wel eens tot andere bevindingen. Het blijkt bijvoorbeeld dat<br />

hij de filosofische geschriften van Seneca, veruit de meest door hem aangehaalde<br />

auteur, citeert naar de befaamde editie van Justus Lipsius, voor het<br />

eerst verschenen in 1605. Huygens bezat die (onder meer) in de driedelige<br />

duodecimo-editie van Elzevier in Leiden, 1639-1640 (in de catalogus van<br />

zijn boekenbezit uit 1688 vermeld bij de libri miscellanei in duodecimo' als<br />

nr. 165: Senecae Opera, Lipsii'). Waar een Seneca-citaat bij Hofwijck substantieel<br />

afwijkt van de tekst in moderne standaardedities, komt het meestal<br />

overeen met de tekst die Lipsius biedt. Ook blijkt dat Huygens de tragedies<br />

van dezelfde auteur citeerde naar de editie van de Engelse filoloog Thomas<br />

Farnaby (Farnabius), die eveneens in zijn bezit was (libri miscellanei in<br />

octavo, nr. 447), en wel in een `Fr. b.', d.w.z. Franse (of fraaie?) band. Zo ben<br />

ik wel meer vermoedelijke bronnen op het spoor gekomen; in de noten hieronder<br />

wijs ik daar uiteraard ook steeds op.<br />

In dit opzicht zijn de annotaties in de editie-Zwaan dus niet allemaal<br />

terecht. Als Huygens in citaat nr. 9-1 heeft staan `[...] pauci sunt circuitus<br />

annorum' (in plaats van wat de Loeb-editie heeft: `paucissimorum est

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!