26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

25<br />

e.v.), die wordt opgevolgd door de criticus die naar Delft vaart (r. 2365 e.v.) – al lijkt de<br />

fictie van het afluisteren hier wel erg ver uitgerekt.<br />

Het is voor het eerst dat in een buitenplaatsgedicht ook mensen van een andere<br />

stand aan het woord komen, maar de rand van het terrein blijkt ook een sociale grens<br />

te zijn: Kees, Trijn en alle voorbijvarenden op de Vliet bevinden zich er net buiten.<br />

De verteller verlevendigt zijn verhaal ook nog door zich tot buurtbewoners te<br />

richten die hij niet tijdens de wandeling ontmoet. Hij vraagt boeren en buren om net<br />

als hij bomen te planten (r. 929) en Nacht-pluckers' om geen fruit te stelen (r. 943).<br />

Daarnaast zijn er de verschillende boomsoorten die de dendrofiel Huygens vrijwel allemaal<br />

in een apostrofe aanspreekt, zoals bijvoorbeeld in r. 1325: `Eschdoornen, leeft ghij<br />

noch?' Behalve de al vermelde sprekende koeien (r. 2 788 e.v.) geeft de verteller ook het<br />

commentaar van de vissen in de vijver weer (r. 2692 e.v.), terwijl de omgewaaide naald<br />

op de berg al eerder in een prosopopoeia aan het woord is geweest (r. 779 e.v.) en de<br />

vier tuinhuisjes uitnodigend naar de verteller roepen (r. 1707).<br />

Strengholt en Van Strien hebben gewezen op het conversatie-karakter van Huygens'<br />

poëzie (Strengholt 1976, p. 8; Van Strien 199o, p. 20-22). Daarbij past het dat hij in<br />

zijn gedichten ook anderen aan het woord laat komen. In Hofwijck is dit heel duidelijk.<br />

De dichter heeft er alles aan gedaan om in zijn bezongen tuin veel stemmen te<br />

laten klinken.<br />

Een wandeling over een bepaald gebied neemt ook in fictie tijd in beslag. De tijd<br />

speelt in Hofwijck op verschillende niveaus een rol. Gaandeweg tekent zich in het<br />

gedicht het verloop van een dag af, sinds de Georgica een traditioneel gegeven in de<br />

buite<strong>nl</strong>eve<strong>nl</strong>iteratuur (Vergilius, Georgica III, 322-38). Het is zomer en langzamerhand<br />

wordt het later en stiller op Hofwijck. 43 De wandeling eindigt bij het huis, waar de<br />

eigenaar zal gaan slapen. Eerst spreekt hij nog de wens uit dat zijn vijf kinderen de volgende<br />

middag op bezoek zullen komen. Dan volgt een stuk over de voorbereidingen<br />

voor de kindermaaltijd dat opent met Daer zijn de gasten' (r. 26 S3). Het is onduidelijk<br />

of dit alles plaatsvindt op de volgende middag of dat het om een voortgezette verbeelding<br />

van de verteller gaat, die naar zo'n bezoek verlangt. In het eerste geval worden er<br />

in het gedicht een dag en een middag beschreven, bij de tweede interpretatie speelt het<br />

verhaal zich op één dag af. Ik kies voor de laatste mogelijkheid, omdat de verteller zich<br />

in deze passage, voor het eerst in het gedicht, nog een andere grote sprong in de tijd<br />

veroorlooft. Bij het legen van een visnet overpeinst hij verschillende aspecten van zijn<br />

vijver. Tenslotte zegt hij: `Zijn alle dingen dood, is't Vijvertje bevrosen?' (r. 2741). De<br />

kinderen gaan dan schaatsen en de scène eindigt met de regel: `Sij doen de Schaetsen<br />

af, en ick de Venster toe' (r. 2768). De verteller stelt zich eerst voor hoe hij, als morgen<br />

de kinderen op bezoek zouden komen, op de vijver zou gaan vissen en mijmert vervolgens<br />

binnen die voorstelling over het schaatsen in de winter, waarbij de verbeelding zo<br />

concreet wordt, dat hij tenslotte zelf binnenshuis blijkt te zijn.<br />

43 Zie voor het verloop p van de tijd tijdr. 216o en r. 2179, 79^ voor 0o de zomer r. 218 S Somer-dauw<br />

"Somer-dauw".

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!