26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3<br />

NOTEN BIJ HOPWIJCK<br />

1-32: De dichter ziet het eind van zijn loopbaan naderen. Tegelijk neemt hij de eerste verschijnselen<br />

van ouderdom bij zichzelf waar en beseft hij dat hij mogelijk nog maar kort te leven<br />

heeft. Hij moet nu doen wat iedereen van een dichter als hij verwacht : `zijn eigen maakseltje<br />

sieren met een lied'. Hij neemt zich dan ook voor Hofwijck op papier te vereeuwigen, voor<br />

zover dat in zijn macht is.<br />

I De groote 1...] beschreven: De opeenvolgende versies in de autograaf laten een<br />

verschuiving in het perspectief zien. Waar eerst het initiatief van de dichter<br />

lijkt uit te gaan ('Wijck Hof, 'tis Hofwijcks beurt...'), is er in de definitieve<br />

versie eerder sprake van onderwerping aan de feiten: `Het grote web is af, en<br />

het hof genoeg beschreven.' De precieze betekenis van deze regel is al vaak<br />

onderwerp van discussie geweest. Eymael (p. 132) verklaart `het grote web'<br />

als `zijne loopbaan aan het hof'. Zwaan acht deze opvatting `in strijd met de<br />

feiten': immers, aldus Zwaan, Huygens was, toen hij aan Hofwijck begon,<br />

nog `in volle functie als Raad en Rekenmeester (...).' Zwaan vat `webb' dan<br />

ook op in de klassieke betekenis van `dichtwerk' (textus), en denkt aan Costelick<br />

Mall, Een wijs hoveling en Een sot hoveling, fragmenten uit Dagh-werck<br />

en diverse kleinere gedichten. Daarin zou het hof `beschreven' zijn, en die<br />

beschrijvingen zouden te zamen `het grote web' hebben opgeleverd. M.i.<br />

terecht stelt Verkuyl 1978, p. 308, hierbij de vraag of men bij zulke verschillende<br />

fragmenten wel van een `web' kan spreken. Hij geeft, met Strengholt<br />

en anderen (zie Verkuyls lit. opg.), dan ook de voorkeur aan de visie van<br />

Eymael, en wijst erop dat Huygens' werk aan het hof weliswaar nog lang niet<br />

ten einde was, maar dat Huygens dat destijds wel zo gevoeld kan hebben.<br />

Dat klinkt plausibel: daar valt nog bij te bedenken dat Huygens zichzelf in<br />

de volgende regels vergelijkt met een snaar die nog `helder klinkt'. Hij is nog<br />

volop actief. Maar hij weet dat daar ineens een eind aan kan komen, want hij<br />

ziet de verschijnselen van slijtage.<br />

Een derde lezing van de regel is voorgesteld door Klein (2003): die vat `de<br />

groote webb' op als een verwijzing naar de buitenplaats Hofwijck. Er staat<br />

dan in r. z-aa: de tuin (met de gebouwen enz.) is af, over het hof is genoeg<br />

geschreven, eens moet Hofwijck aan de beurt komen (het gedicht namelijk).<br />

Klein voert hiervoor aan (tegen Eymael) dat dat het woord `web' zeer ongebruikelijk<br />

is om iemands loopbaan mee aan te duiden; aansluitend bij Zwaan<br />

verbindt hij `webb' met het Latijnse texere (`weven', textus is 'tekst'), maar<br />

dan in de betekenis `bouwel (textuur: `bouwsel'). Hier valt wel tegen in te<br />

brengen dat `web' in het Nederlands even ongewoon is als aanduiding voor<br />

`bouwsel' als voor loopbaan'. Ook ligt het m.i. voor de hand om regel lb<br />

inhoudelijk te laten aansluiten op het voorgaande: `het grote web is af, en het<br />

91

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!