26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

54<br />

Het lijkt me echter, dat Van Veen de lijn tussen de scriptores rei ruscicae en de hofdichten,<br />

waaronder Hofwijck, te rechtstreeks en te smal getrokken heeft. Hij noemt<br />

twee grote verschillen tussen de Latijnse landbouwwerken en het hofdicht. In de eerste<br />

plaats is er het christelijk karakter van de meeste hofdichten, een verschil dat voor<br />

zichzelf spreekt. Ten tweede beperken de hofdichters zich tot de tuinbouw en laten<br />

akkerbouw, veeteelt en dergelijke ter zijde. Bij Columella, zegt Van Veen, zien we al<br />

de verbijzondering `tot tuindicht, die in een later optredende lokale binding hofdicht<br />

genoemd wordt' (a.w., p. 147). Columella's De re rustka is een handboek in proza<br />

voor het boerenbedrijf, waarvan het laatste boek over de tuinbouw in hexameters is<br />

geschreven, zonder dat daarmee het karakter van het boek weze<strong>nl</strong>ijk verandert.<br />

Het is de vraag of de hofdichten in deze didactische zin tuindichten genoemd<br />

kunnen worden. De tuinbouwkundige instructie, die bij Columella centraal staat, is<br />

in Den Binckhorst schaars, in De Moufe-schans overvloediger, maar nooit zo directief<br />

als bij Columella en beperkt zich in Hofwijck tot mededelingen over het mogelijke<br />

nut van verschillende houtsoorten. In de Georgics en meer nog in de werken van de<br />

andere scriptores rei rusticae staat het werk, labor, centraal. Hofwijck en de meeste hofdichten<br />

beschrijven daarentegen de juiste besteding van de vrije tijd, het otium van de<br />

landheer, niet zijn negotium, zijn werkend bestaan. Kenmerkend voor dit otium was<br />

de geestelijke en intellectuele bezinning.<br />

Huizinga trekt een lijn vanuit het humanisme naar Hofwijck. Hij schrijft in zijn<br />

boek over Erasmus dat diens ideale levenswens bestond uit conversatie met vrienden<br />

in de koelte van een huis onder bomen:<br />

In Erasmus' geschriften keert die ideale wensch steeds weer terug in den vorm van een<br />

vriendschappelijke wandeling, gevolgd door een maaltijd in een buitenhuis [...]. Vooral in<br />

het Convivium religiosum heeft Erasmus zijn droom uitvoerig verbeeld. [...] Hofwijck is<br />

een regelrechte spruit van Erasmus' wensch. De Hollandsche buitentjes en koepels, waarin<br />

de volksaard zijn innigste behagen vond, zijn vervullingen van een zuiver Erasmiaansch<br />

ideaal. (Huizinga 195o, dl. VI, p. roo)).<br />

De humanisten zien de tuin vooral als een plek van geestelijke recreatie (Battisti<br />

1972, p. 4-6, Comito 1991). Petrarca beschrijft als eerste in De vita solitaria (1366) het<br />

zelfstandige spirituele en intellectuele leven op het land, dat tot dan toe aan kloosterlingen<br />

voorbehouden was. Hij poneert het belang van de vita contemplativa op het<br />

land tegenover de vita occupata et urbana, het drukbezette leven in de stad (Petrarca<br />

199o, p. xxvii-xxxi). Erasmus geeft in zijn invloedrijke Convivium religiosum (`Het<br />

vrome tafelgesprek', isaa) een gesprek tussen vrienden weer, dat in een tamelijk uitvoerig<br />

beschreven tuin gehouden wordt. De gastheer Eusebius omschrijft zo de functie<br />

van de tuin:<br />

`Ja deze heele plaetse somt de geneughte toe, doch eerlijcke: namelijck tot verlustinge der<br />

Dogen, tot vermakinge der neosen, en verquickinghe der herten .7S<br />

75 Erasmus m 1622, i6 ^p 2. 3-4. 34Deoorspronkelijkei:`T . e tekst luidt: 'Toms hi clo locus volu pest,<br />

tati dictatus est sed<br />

honestae, ^p pascendis oculis, > recreandis naribus, > reficiendis animis' (Erasmus 9 S^p i 6 p. S i.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!