26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Annotatie<br />

I. VERANTWOORDING VAN DE ANNOTATIE<br />

61<br />

Het heeft iets paradoxaals een dichter als Huygens, die er een eer in stelde zijn lezers<br />

met scherpe en prikkelende formuleringen aan het denken te zetten, zo uitvoerig<br />

van toelichtingen te voorzien als hier gebeurt; zeker waar die uitleg zich niet beperkt<br />

tot in onbruik geraakte woorden en zinsconstructies en historische achtergrondinformatie.<br />

Ook typisch huygensiaanse `vondsten' worden hier geannoteerd, die in<br />

principe voor zeventiende-eeuwers net zo moeilijk waren als voor moderne lezers, en<br />

in het ontraadselen waarvan voor Huygens nu juist de aardigheid van poëzie school.<br />

Een excuus is dat hij ons hierin zelf is voorgegaan, toen hij zijn Dagh-werck van<br />

verklarende noten voorzag, onder het motto: `Mijn recht is, gelesen te werden soo 't<br />

mij lust' (Zwaan 1973, p. 68). Maar dat had al iets o<strong>nl</strong>ogisch, zoals al eens is opgemerkt<br />

(Schenkeveld-van der Dussen 1988, p. aa), en hier hebben we nog niet eens<br />

de garantie dat de gegeven uitleg ook inderdaad naar zijn zin is. Als handreiking<br />

aan de liefhebber beantwoorden ze niettemin hopelijk aan hun doel. Een principiële<br />

beschouwing over de commentaar bij historische teksten geeft Jacobs in een<br />

vorig Monumenta-<strong>deel</strong> (Six van Chandelier 1991, II, p. XX-XXX), waar ik me voor<br />

het overige graag bij aansluit. Ik demonstreer en beargumenteer mijn lezing van de<br />

tekst, geregeld in gesprek met vakgenoten, en weeg verschillende mogelijkheden<br />

tegen elkaar af.<br />

De geboden overvloed is niet, zoals het in oudere edities wel heet, een kwestie<br />

van `liever te veel geven dan te weinig'. Te veel lijkt mij een verklaring als die Eymael<br />

geeft bij de omschrijving Wandelaers met vier gekloofde voeten', die mij "t bedd<br />

uijt loeijen' (r. 2785-2787), of die Eymael en Zwaan beiden geven bij `Parijsch-werck'<br />

in r. 2809. Maar als Huygens, in een vooruitblik naar een mogelijk te beleven rampjaar,<br />

schrijft (r. 198):<br />

Van nu af schrabb ick uijt wat in mijn Testament stond:<br />

dan lijkt me de noot van Zwaan, die `nu' vertaalt met `dat ogenblik', juist weer te<br />

weinig. Ze miskent het ongewone karakter van `nu' op deze plaats: Huygens lijkt<br />

zich totaal in te leven in een nog geheel denkbeeldige situatie. Ook dat soort zaken<br />

wil ik aangeven, zodat in de annotatie ook het (mogelijke) effect van een bepaalde<br />

woordkeus aandacht krijgt.<br />

Toch zijn ook daar grenzen aan. `Met reden eischte men de schuld van mijn<br />

gebeent,' schrijft Huygens (r. 16 e.v.):<br />

„Met reden schreefm'er op: Hier light een Mann begraven,<br />

„Die meende te volstaen met planten en met graven,<br />

„De slechte boeren-konst [...]

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!