26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

3.4.3<br />

47<br />

musverklaringen die in de zestiende en zeventiende eeuw verschenen zijn, gaat het er<br />

steeds om, de `smalle weg tussen de dreigende gevaren van gierigheid en spilzucht in' te<br />

vinden (a.w., p. 73). Wel zijn er verschillende gradaties in de uitleg te zien. Ernst Beins<br />

citeert als vertegenwoordiger van de radicaalste groep ds. Trigland: `Gebruyckt het [het<br />

geld] dan en neemt er uw nooddruft van en geeft de rest aan de armen' (Beins 1931,<br />

p. 47). Theologen als Amesius en Udemans zijn wat ruimhartiger in hun interpretatie<br />

van nooddruft. Zij staan niet alleen uitgaven voor de eerste levensbehoeften toe aan de<br />

christen, maar vinden ook dat zij mogen leven zoals past bij hun stand en dat zij geld<br />

aan eerbare vrijetijdsbesteding mogen besteden.ós<br />

De verteller heeft het in r. 2427 over de `waerheid' van de kakelaar en in r. 2433<br />

wenst hij een gesprek tussen de landheer en zijn criticaster over hun waarheden en hun<br />

schijnbare waarheden. Misschien heeft de humanistisch geschoolde calvinist Huygens<br />

de mogelijkheid van een kern van waarheid in de kritiek van de `kakelaer' opengelaten,<br />

omdat hij besefte, hoe moeilijk het is om vast te stellen, wanneer `matelick gespill' verandert<br />

in verkwisting.<br />

Peroratio.<br />

Verheught u Leser-lief: 't is met mij omgekomen,<br />

Mijn' perm is afgedicht; (r. 2769-70)<br />

Zo begint de dichter zijn slotpassage. Zoals gezegd wordt de lezer als dank voor zijn<br />

inspanning uitgenodigd bij de maaltijd met de kinderen. Hij wordt het huis binnengevoerd<br />

en bekijkt vandaaruit met de landheer de omgeving. Daarna mag hij de bibliotheek<br />

bewonderen. De 'Boeren-boeckjens' (r. 2806) gaan voorop, daarna noemt de<br />

dichter de boeken uit de stad, wijsheid in het Grieks, Latijn, Frans, Italiaans, Spaans<br />

en Engels en Nederlands, en muziekboeken. De verteller laat nog even zien, dat de<br />

cultuur een elementair onder<strong>deel</strong> van het goede buite<strong>nl</strong>even is. De lezer zal tenslotte<br />

zeggen:<br />

'K ben Hofwijck salt genien, gelesen en gegeten,<br />

En wend het naer den Haegh: al wilt ghij hem vergeten,<br />

'T is oock een loet verblijf, spijt Hofwijck en sijn Heer. (r. 2817-19)<br />

De verteller bevestigt dit en zo komen de lezer en de landheer, die het even daarvoor al<br />

over `den lieven Haeghschen Toren' (r. 2798) heeft gehad, eenstemmig tot de conclusie,<br />

dat de stad ook een goede verblijfplaats is. Een uniek en onverwacht slot voor een<br />

gedicht ter ere van het buite<strong>nl</strong>even, maar wel één dat past bij Huygens' relativerende<br />

houding ten aanzien van stad en land. De laatste regels nemen vervolgens de beginregel<br />

weer op:<br />

65 S Ibidem, a p. P 47 47. Huygens Yg bezat het door d Beins benutte u boek van Amesius, es us De conscl e n r 1a et eius I iure u e<br />

vel casibus.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!