26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Moe Leser, dien ick flus voor d' eerste groete gaf,<br />

Nu voor de leste geef, De groote webb is af. (r. 2823-24)<br />

De `groote webb' heeft nu niet meer met zijn levenstaak te maken, maar is het dichtwerk<br />

geworden dat Hofwijck heet.<br />

4 DE LITERAIRE CONTEXT (VERVOLG): SPEL MET ENKELE CONVENTIES VAN DE BUITEN-<br />

48<br />

LEVENLITERATUUR<br />

Huygens weet een filosofische academie in het Hollandse polderlandschap te plaatsen<br />

en het paradijs net naast zijn landgoed te localiseren. Deze intertextuele verwijzingen<br />

houden meteen een zekere relativering van deze lopen in. Het hoort tot de complexiteit<br />

van Hofwijck, dat de dichter een aantal thema's van de buite<strong>nl</strong>eve<strong>nl</strong>iteratuur soms<br />

ironiseert, terwijl hij ze op andere plaatsen in zijn gedicht wel serieus benut.66<br />

Ik heb al gewezen op zijn relativerende manier van schrijven over de juiste plaatskeuze<br />

(deze i<strong>nl</strong>eiding, par. 3.3.2) en op de rozen, die door Huygens zoals gebruikelijk<br />

om hun schoonheid geroemd worden, maar toch vooral als een goed soort mest<br />

(pat 3 .4.3)• Op een zelfde manier spreekt de dichter ironisch over een veel bezongen<br />

bezigheid op het land, de jacht. Dit vermaak was in de zeventiende eeuw aan de<br />

adel voorbehouden en was aan strenge regels gebonden (Hendrikx 1999). Huygens<br />

vertelt terloops dat er een lijster uit een strik wordt gehaald (r. 2659), maar de enige<br />

wat uitvoeriger beschreven jachtpartij is het pijlschieten op een houten papegaai met<br />

zinnen als:<br />

De weft seght, veer met veer; wij nemen't niet soo teertjens,<br />

Het komt ten naenten bij, `t is hout met hout, en veertjens. (r. 541-42)<br />

Dit zijn min of meer terloopse grapjes, maar ook twee centrale thema's van het genre,<br />

de verhouding tussen natuur en kunst en de superioriteit van het leven op het land<br />

boven dat in de stad, behandelt de dichter soms met de nodige ironie.<br />

De nachtegaal is een veelbezongen vogel in de literatuur. Sinds Plinius de Oude is<br />

de vergelijking tussen zijn zang en de menselijke muziek gebruikelijk. Hierbij komt<br />

vaak de vraag naar de verhouding tussen ars en natura naar voren. In de Renaissance<br />

verdedigt men zowel de stelling dat de kunst de natuur te boven gaat als het omgekeerde.<br />

Maria Tesselschade verkiest bijvoorbeeld in het bekende `Onderscheyt, tusschen<br />

een wilde, en een tamme zangster' de mensenstem boven de nachtegalenzang<br />

(Sneller en Van Marion 1994, p. 78-83). Jacob Cats zegt daarentegen in een drempeldicht<br />

bij Ockenburgh van Jacob Westerbaen: `En hebben oock Musijck en langers<br />

over mael,/ Maer prysen boven al den loeten Nachtegael'. 67 Het hoort dan ook tot de<br />

grondhouding van de buite<strong>nl</strong>eve<strong>nl</strong>iteratuur om de natuur boven de kunst te stellen.<br />

66 Uitvoeriger hierover De Vries 8.<br />

$ 97<br />

67 In: Westerbaen 16 2 <strong>deel</strong> I Ockenburgh, p. W. In de eerste druk Westerbaen i6 luidt de<br />

7 7 I, g ^ p S4<br />

tweede reel: `De Leewerck in de lucht in't hout de Nachtegael'.<br />

g ^ g

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!