26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.42.4<br />

32<br />

alle registers van het lofprijzen opentrekt, benut hij bijvoorbeeld alleen de categorie<br />

`schoonheid'. Hij begint met de onvermogentopos: waren hier maar dichters als De<br />

Groot, Cats, Heinsius of Barlaeus om deze bomen recht te doen. Daarop volgt de<br />

onzegbaarheidstoop: hij zou jaren nodig hebben om deze overvloed aan bomen te<br />

beschrijven. De mooie kastanjes en notebomen zijn maar schaduwen vergeleken bij<br />

de mastbomen (Cf. Slits 1990, p. 70-71). Eer echter het woord `mastenbosch' valt,<br />

heeft hij 28 regels lang de spanning opgevoerd door al amplificerend met perifrases<br />

en vergelijkingen het noemen van de bedoelde boomsoort uit te stellen. De voorbijgangers<br />

zullen wel denken, veronderstelt hij, dat deze prachtige bomen in één nacht<br />

door de lucht uit Pruisen hierheen zijn gevoerd, net zoals het rooms-katholieke bijgeloof<br />

aanneemt, dat kerk en altaar van Loreto door engelen in één nacht gebouwd<br />

zijn. De voorbijgangers mogen binnen komen, dan kunnen ze later in Delft of Leiden<br />

vertellen, dat hier de mastbomen met rozenblaadjes bemest worden. Deze exuberante<br />

lofpassage, waarbij de lezer soms `staet en gaept met open mond/ En wenschte dat hij<br />

eens de Dichter wel verstond,' ('Aenden Leser', r. 75-76), speelt aan het slot ook nog<br />

met de lezersverwachting door de functie waarin de rozenblaadjes genoemd worden.<br />

Tuinbouwkundige lering past in een hofdicht maar dat de rozen, literair gezien zwaar<br />

beladen bloemen (De Vries 1987, p. 310), voornamelijk vermeld worden als een goed<br />

soort mest, maakt wel dat ze in een dubbele bodem vallen.<br />

Andere keren bestaat de beschrijving alleen uit het noemen van iets. Bijvoorbeeld<br />

wanneer de verteller zegt dat we voor de poort(en) staan, verbetert hij: "Tzijn<br />

Heckens, Vreemdeling' (r. 1052). Het vervolg gaat alleen over hun symbolische functie:<br />

je kunt er doorheen kijken, zoals vromen niet bang zijn voor een blik in hun hart.<br />

Dat het twee hekken zijn, geeft aan dat vrienden dubbel welkom zijn, waarop een<br />

uitweiding over de juiste gastvrijheid volgt.<br />

Lering.<br />

In de moralisaties combineert Huygens, zoals te verwachten, gezond verstand, christelijke<br />

vroomheid en humanistische wijsheid. Ze zijn soms in spreekwoordelijke<br />

uitdrukkingen samen te vatten zoals: bezint eer gij begint, maar ook weer niet te lang<br />

(r. 96-112), en: hoge bomen vangen veel wind (r. S46-58). Christelijk is een les als die<br />

bij het pijlschieten: wij mensen mikken ook maar wat op Gods wetten en schieten er<br />

vaak naast, maar God neemt de intentie voor lief. Daarom moet de mens ook mild<br />

zijn in zijn oor<strong>deel</strong> over de naaste (r. 517-28, cf. r. 2439-44). Andere uitspraken zoals de<br />

`galde middelmaet, die ick soo waerdigh houw' (r. 147) en `Veranderen geeft vreughd'<br />

(r. 332) laten zich moeiteloos vertalen in de klassieke wijsheid van aurea mediocritas en<br />

varietal delectat.52<br />

52 S Zie e voor de aurea m ed i oc rl ta s als ideaal van het landleven Ristvi g i 62 9 p. ^P 114 4en Lohmeier i 98i<br />

p. 141. 4. Zwaan r verwijst J voor varietas de 1 ecta t naar Euripides, p Cicero en Valerius Maximus (Zwaan,<br />

aantekenin aantekening bij J r. 11 1199).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!