26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hofwijck op het oog heeft, lijkt mij wel voldoende weerlegd (Strengholt 1979,<br />

p. IS5-I60), maar dan blijven er nog twee mogelijkheden: het gedicht lezen<br />

(Strengholt), of de bijgevoegde plaat bekijken (De Vries)? Ik voel het meest<br />

voor de tweede opvatting. Het dubbelzinnige woord `ogenblik' wijst in die<br />

richting: lezen van Hofwijck is niet bepaald een kwestie van `een blik van het<br />

oog'. Voor horen voorlezen is daarentegen inderdaad `een geduldig oor' nodig.<br />

Ook past deze opvatting het best bij het vervolg, waarin Huygens uiteenzet<br />

dat de blinde (die het gedicht hoort lezen) dubbel geniet: de `rijm-pen' maakt<br />

alles immers veel mooier dan de werkelijkheid. De hekijker van de plaat<br />

geniet, maar de hoorder van het gedicht geniet dubbel (ook al berust diens<br />

genot op een leugen')! Zie ook Hofwijck zelf, r. 25-26 en de aantekening<br />

daarbij.<br />

io Daer [...] voor<strong>deel</strong>: waar horen zoveel als zien is (ook luisterend ziet men<br />

Hofwijck immers voor zich), is een ziende (hier) niet in het voor<strong>deel</strong><br />

12, en [...] spoor: en `in mijn voetspoor treden' (lopen waar ik loop)<br />

13 Men 1...] dan: hoe dan ook, of men mij nu hoort of ziet (mijn gedicht hoort<br />

of mijn plaat ziet)<br />

13-14 ick 1...] bouwen: ik garandeer dat niemand die verstand heeft van planten en<br />

bouwen (van tuinen en huizen) spijt zal hebben (van zijn `horen' of `zied).<br />

15-16 En (...J vin: en ik garandeer (of anders ben ik verleid door betoverende eige<strong>nl</strong>iefde),<br />

dat beiden Hofwijck zo zullen vinden als ik het vind – dat zowel de<br />

kenners van tuinen als van huizen er tevreden over zullen zijn. Anders gezegd:<br />

ik zou mijzelf wel heel erg voor de gek moeten houden als de deskundigen<br />

niet hetzelfde oor<strong>deel</strong> over Hofwijck hadden als ik. Hofwijck voldoet aan<br />

de eisen: dat is te zien op de plaat en te lezen in het gedicht. In het vervolg<br />

neemt Huygens hier niets van terug: wel bekent hij daar dat hij het in het<br />

gedicht allemaal wel érg mooi voorstelt, door te spreken over hoge bomen,<br />

diepe schaduwen etc. Daar is (nog) geen sprake van.<br />

17-40: Toch, vervolgt de dichter (teruggrijpend op wat hij over de doven en de blinden<br />

schreef) spreek ik nog maar de halve waarheid. Horen en zien zijn hier gelijk, maar de blinden,<br />

zij die het gedicht horen, zullen niet evenveel, maar tweemaal zoveel genieten als zij die<br />

de plaat bekijken. Want de plaat stelt Hofwijck slechts voor zoals het is, maar in het gedicht<br />

wordt – zo gaat dat in gedichten – alles veel mooier voorgesteld: wie Hofwijck eerst leest en de<br />

buitenplaats vervolgens in werkelijkheid gaat bekijken, zal zich zwaar bekocht voelen.<br />

17 Noch: toch<br />

18 gehucht: plezier<br />

19 Bij [...] oogti: vergeleken bij het enkele plezier dat het oog geeft (de blik op de<br />

plaat)<br />

ao-ZZ ten (...] kunst: <strong>deel</strong>s uit gewoonte en <strong>deel</strong>s om aan de eisen van de kunst te<br />

voldoen; m.a.w <strong>deel</strong>s min of meer onbewust, <strong>deel</strong>s ook expres (vgl. r. 48).<br />

68

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!