26.09.2013 Views

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

33<br />

Huygens' voorganger Van Borsselen ontleent zijn lering aan wat hij in de natuur zag,<br />

bijvoorbeeld aan zonnebloemen, spinnen en mieren. Hondius <strong>deel</strong>t veel minder lessen<br />

uit, maar als hij het doet, gebeurt dat aan de hand van bijen en vissen (De Vries 1998á<br />

resp. hfdst. 2 en 3). Huygens neemt daarentegen vaak zijn eigen handelen als uitgangspunt<br />

voor zijn lessen. Hij kiest de juiste grond voor bos en boomgaard, zo moeten<br />

ouders bij de beroepskeuze op de aa<strong>nl</strong>eg van hun zoons letten (r. 53-64). Hij heeft op<br />

een verstandige manier een vrouw gezocht, dat is beter dan alleen naar het uiterlijk<br />

schoon te kijken (r. 1868-1912). Hij heeft een geleidelijk oplopende trap naar zijn huis<br />

gemaakt, zo kun je zuur met zoet mengen (r. 2533)• Zo poneert hij zijn eigen doen en<br />

laten als exemplarisch, in de lijn van de contemporaine schrijvers van egodocumenten<br />

(Pollmann Z000, p. 33-36).<br />

Wanneer de natuur hem tot lering strekt, ontbreekt de emblematisch getinte, vertrouwde<br />

wijsheid die Van Borsselen bijvoorbeeld bij de zonnebloem en de ooievaar<br />

vindt. Traditioneel is de verwijzing naar de natuurlijke schoonheid van de rozen, die<br />

mooier is dan de kleren van Haagse meisjes (r. 2o43-44), maar zelf gevonden lijkt het<br />

om bij de grijze blaadjes van de abeel na te denken over grijs haar als teken van rijpheid<br />

(r. 905-06), en om bij de korte schaduw van essen te zeggen: `Maer schaduwen<br />

zijn wind, of schaduwen zijn niet[s]' (r. i2i2).<br />

Huygens thematiseert ook binnen het gedicht zijn eigen didactische opzet. Hij<br />

biedt enige lessen naar aa<strong>nl</strong>eiding van het schieten op een houten papegaai (r. 545-586)<br />

en besluit dan met een fraaie relativering:<br />

Ick maeck den Wijsen mann, den Doctor en den Leeraer,<br />

Oud Schoolkind, maer, och Heer, in 't voorste van mijn leer-jaer;<br />

Ick sie suer buijtens tijds, 't is aengenaem en fraeij;<br />

'K stoof soute saucen tot een boute Papegaeij. (r. 589-92)<br />

Op dezelfde manier zegt hij na de wandeling door het bos, dat hij de lezer gevoed<br />

heeft met `peper en Mijn/ Tot allerlei] Salaet van smakeloose bladen' (r. 1356-S7). De<br />

uitkijktoren op de berg brengt hem tot een mooie bespiegeling over zien en gezien<br />

worden (r. Bis e.v.), die hij besluit met:<br />

Is 't hoogti genoegh gepocht, is 't Less genoegh gelogen<br />

Uijt ongesienen bouw? neen, 't is in mijn vermogen<br />

Meer wijsheids uijt de Planck te trecken dan ick docht. (r. 849-5I)<br />

en dan moraliseert hij weer verder. Zonder ironie zegt hij na een lange beschouwing<br />

over gulzigheid en matigheid, dat hij er van houdt uit onbelangrijk geachte stof `Te<br />

suijgen 's schepsels nutt, te tuijgen 's Scheppers lof' (r. 1 480), waarmee hij een mooie<br />

omschrijving geeft van het doel van zijn lessen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!