29.09.2013 Views

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

transparantie in de trias? 395<br />

controversiële kandidaten worden niet <strong>voor</strong>gedragen en contacten tussen het<br />

Witte Huis en de Senaat geven op <strong>voor</strong>hand al een idee van de ‘haalbaarheid’<br />

van een kandidaat.<br />

In Nederland is de procedure <strong>voor</strong> de benoeming van raadsheren in de Hoge<br />

Raad een Koninklijk Besluit dat via de volgende procedure tot stand komt.<br />

Als er een vacature openstaat, stelt de Hoge Raad zelf een lijst van zes personen<br />

op die geschikt worden geacht en stuurt deze aan de Tweede Kamer.<br />

Volgens de president van de Hoge Raad, Corstens (2012), is deze aanbeveling<br />

“(…) uitsluitend gebaseerd op de inhoudelijke kwaliteiten en specialismen<br />

van de kandidaten en is afgestemd op de behoeften in dit verband van<br />

de Hoge Raad”. De Tweede Kamer maakt op basis van deze lijst een lijst van<br />

drie personen en stuurt deze aan de regering die een keuze maakt en één persoon<br />

als raadsheer in de Hoge Raad benoemt. De lijst van de Hoge Raad staat<br />

in volgorde van <strong>voor</strong>keur, de Tweede Kamer neemt die volgorde in de regel<br />

over en de regering benoemt in principe de persoon die bovenaan de lijst<br />

staat. De facto bemoeien de Tweede Kamer en de regering zich dus eigenlijk<br />

niet met de <strong>voor</strong>dracht en selecteert de Hoge Raad zijn leden dus in feite<br />

door middel van coöptatie. Het eerste deel van de procedure, de <strong>voor</strong>dracht<br />

van de Hoge Raad zelf, staat overigens helemaal niet in de grondwet, artikel<br />

118 (1) luidt: “De leden van de Hoge Raad der Nederlanden worden benoemd<br />

uit een <strong>voor</strong>dracht van drie personen, opgemaakt door de Tweede Kamer der<br />

Staten-Generaal.”<br />

Deze lange tijd onzichtbare procedure kwam in het volle licht van de media<br />

te staan toen de pvv tweemaal de traditie van non-interventie door<br />

de Tweede Kamer doorbrak en openlijk kandidaten ter discussie stelde. Ook<br />

hier geldt dat deze politieke interventie niet tegen de staatsrechtelijke verhoudingen<br />

inging, maar des te meer tegen een over lange tijd opgebouwde<br />

traditie en de onuitgesproken ‘regel’ van non-interventie bij het aanstellen<br />

van leden van de Hoge Raad. Die non-interventie is gedurende een lange<br />

periode ontstaan en is sinds 1945 min of meer ‘de gang der dingen’, maar was<br />

zeker niet altijd de praktijk. In de periode vóór 1852 week de Kroon – letterlijk<br />

de koning – in een aantal gevallen af van de <strong>voor</strong>dracht van de Tweede<br />

Kamer. In de periode tot ongeveer 1920 nam de Tweede Kamer bovendien<br />

nog veelvuldig de vrijheid om van de aanbeveling van de Hoge Raad af te<br />

wijken. In de eerste periode na de instelling van de Hoge Raad in 1839 wees<br />

de Kamer zelfs rond de 50 procent van de <strong>voor</strong>keurskandidaten af. In een<br />

latere periode (1888–1917) passeerde de Kamer de eerst aanbevolen kandidaat<br />

nog in negen van de 28 benoemingsprocedures (Van Koppen en Ten Kate<br />

2003: 44). Politieke kleur speelde bij die gevallen vaak een grote rol. Na<br />

de Tweede Wereldoorlog ontstond de ‘traditie’ dat de Tweede Kamer de aanbeveling<br />

van de Hoge Raad overneemt. Van Koppen en Ten Kate noemen

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!