29.09.2013 Views

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

72<br />

speelruimte <strong>voor</strong> <strong>transparantere</strong> <strong>rechtspraak</strong><br />

delen van de trias soms duidelijk moet corrigeren. De rechter is gehouden<br />

om in een <strong>voor</strong>gelegde zaak uitspraak te doen, maakt daarbij gebruik van het<br />

beschikbare instrumentarium en stuurt zo ook de politieke ontwikkelingen<br />

én de manoeuvreerruimte van de politiek. Dat politici moeite hebben met<br />

de soms als ‘van buiten’ ervaren invloed van het internationaal recht blijkt<br />

zonneklaar uit een typering van de rechters van het ehrm als ‘politici in toga’<br />

die vvd-fractie<strong>voor</strong>zitter Blok en Kamerlid Dijkhoff in 2011 in de Volkskrant<br />

gebruikten. 4 Deze ongekozen rechters moesten zich maar wat verder houden<br />

van democratisch tot stand gekomen wetgeving.<br />

De politiek lijkt op de lange termijn niets te winnen te hebben bij een verzwakking<br />

van de rechterlijke macht als derde macht binnen de trias. Een<br />

democratische rechtsstaat is immers niet in stand te houden met een zwakke<br />

rechterlijke macht. Maar daar lijkt de politiek zich in haar huidige transparantiewensen<br />

soms weinig aan gelegen. Belangrijk is hierbij het onderscheid<br />

tussen de formele omgangsvormen en de ‘mores’ binnen de trias<br />

(Broeders 2013, deze bundel). Het institutionele evenwicht van machten<br />

in formele zin is relatief kaal en grondwettelijk vormgegeven. Op essentiële<br />

punten is de onafhankelijkheid van de rechter enerzijds en het primaat van<br />

de politiek anderzijds helder geformuleerd, maar zonder al te veel uitwijdingen.<br />

Als aanvulling op deze kale aankleding heeft zich in het verleden<br />

een aantal klassieke omgangsvormen en stilzwijgende afspraken tussen<br />

politiek en rechterlijke macht ontwikkeld. Juist deze worden steeds vaker<br />

eenzijdig door de politiek opgezegd. Waar de rechterlijke macht traditioneel<br />

bij<strong>voor</strong>beeld kon rekenen op een zekere mate van non-interventie vanuit<br />

de Tweede Kamer, is deze ongeschreven afspraak meer en meer onder druk<br />

komen te staan. De regel dat politici zich niet behoren uit te laten over een<br />

zaak die nog onder de rechter is (sub judice-regel) lijkt verwaterd. Bij benoemingen<br />

in de Hoge Raad werden tijdens het kabinet-Rutte i <strong>voor</strong> het eerst<br />

sinds lange tijd openlijk vraagtekens gesteld en beraadde de Tweede Kamer<br />

zich op de mogelijkheid om meer zeggenschap te claimen. De autonomie<br />

van de rechter bij de straftoemeting werd ondergraven met een wets<strong>voor</strong>stel<br />

<strong>voor</strong> minimumstraffen, rechterlijke toetsing aan internationale grondrechten<br />

is recent ter discussie gesteld en via een verhoging van de griffierechten<br />

ambieerde het kabinet de toegang tot het recht te beperken. Vanuit de ‘verandermechanismen’<br />

van de rechtsstaat is tegen diverse van deze interventies<br />

weinig in te brengen. Waar om wordt gestreden zijn de tradities, de mores<br />

en verworven rechten, maar soms zelfs ook de formele positie. Zo raakt het<br />

wets<strong>voor</strong>stel dat vvd-Kamerlid Taverne in 2012 introduceerde om de rechterlijke<br />

toetsing van wetten aan internationale verdragen af te schaffen, aan<br />

een grondwettelijk verankerd fundament.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!