29.09.2013 Views

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

Speelruimte voor transparantere rechtspraak - Wetenschappelijke ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

50<br />

speelruimte <strong>voor</strong> <strong>transparantere</strong> <strong>rechtspraak</strong><br />

in zijn geheel, een ‘huishouding’ die wordt bepaald door kosten en bekostiging,<br />

doorlooptijden, overhead en wat dies meer zij. Dit is de beheerskant van<br />

de <strong>rechtspraak</strong> waarin de minister van Veiligheid en Justitie via de Raad <strong>voor</strong><br />

de <strong>rechtspraak</strong> duidelijk een aandeel heeft. Transparantie als het inzichtelijk<br />

maken of het <strong>voor</strong> sturing ‘rijp maken’ van interne processen speelt daarin<br />

een markante rol (Westra 2013, deze bundel).<br />

Transparantie verhoudt zich minder eenduidig tot de houding van individuele<br />

rechters en het collectief van de <strong>rechtspraak</strong>. Neem het al eerdergenoemde<br />

dilemma waar een rechter <strong>voor</strong> komt te staan wanneer hij door rtl<br />

Boulevard wordt gevraagd om tekst en uitleg te geven. Zijn beslissing hieromtrent<br />

is primair – weliswaar met de persrichtlijn 2 van de eigen organisatie<br />

in de hand – zijn individuele verantwoordelijkheid. Maar uiteindelijk heeft<br />

deze beslissing een weerslag op de <strong>rechtspraak</strong> als geheel en zou dus ook een<br />

collectieve houding wettigen. Weer andere kwesties van transparantie liggen<br />

duidelijk op het bord van de (grond)wetgever omdat ze uitgangspunten van<br />

het instituut betreffen. Dat geldt bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> de vraag of leken een plek<br />

moeten krijgen in de <strong>rechtspraak</strong>.<br />

Alhoewel de drie niveaus (organisatie, individu en instituut) in analytische<br />

zin van elkaar zijn te onderscheiden, is de praktijk weerbarstig en werken<br />

de niveaus ook bij transparantievraagstukken op elkaar in. Zo zet de intensivering<br />

van het management van de <strong>rechtspraak</strong> de afbakening tussen beheer<br />

enerzijds en de inhoud van het werk van individuele rechters anderzijds soms<br />

op scherp. Zelfs als een zorgvuldige afbakening van beide is gewaarborgd,<br />

is er onvermijdelijk sprake van een wisselwerking (Westra 2013, deze bundel;<br />

zie ook Mak 2007). Al was het maar omdat sommigen betogen dat organisatorische<br />

veranderingen van invloed zijn op het zelfbeeld van rechters en van<br />

de beroepsgroep (Van Bennekom 2010; Ingelse 2010, Van den Emster 2010a;<br />

Buruma 2011). Zelfs bij een kwestie als het al dan niet toelaten van camera’s<br />

tot de rechtszaal, een beslissing die in de huidige verhoudingen in eerste<br />

instantie op het bord van het gerechtsbestuur ligt, is er geen waterdichte<br />

scheiding tussen de verschillende niveaus binnen de <strong>rechtspraak</strong> (Prins,<br />

Van der Mijl en Tiemeijer 2013, deze bundel).<br />

En ten slotte, ook de staatkundige positie van het instituut <strong>rechtspraak</strong> heeft<br />

natuurlijk invloed op de afwegingen die een individuele rechter moet maken.<br />

Zo bepaalt het constitutionele kader dat het becommentariëren van een<br />

specifieke zaak door een rechter en al helemaal de (toekomstige) zaaksrechter<br />

uitermate problematisch is. Het gevolg is dat rechters, wanneer ze ernaar<br />

gevraagd worden, <strong>voor</strong> het oog van het bredere publiek eigenlijk alleen maar<br />

algemeenheden kunnen prijsgeven. Maar het publiek is doorgaans juist geïnteresseerd<br />

in de specifieke afwegingen in een bepaalde zaak.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!