07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

34<br />

35<br />

<strong>Het</strong> vergelijken van <strong>beleid</strong>: Nederland en Duitsland<br />

historische achtergrond van de provincie Limburg binnen het Nederlandse<br />

staatsbestel te zeggen (Zondergeld, 1987:9-15), als wel de mate waarin de<br />

regering een actief <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> de Nederlandse taal heeft ontwikkeld. <strong>Het</strong><br />

Koninklijk besluit van 4 juni 1830 is overigens het eerste dat het gebruik<br />

van het Nederlands als officiële taal in Fryslân regelt, waarmee de dan reeds<br />

in Fryslân, evenals in andere gewesten, sinds ca. 1500 bestaande<br />

Hollandstalige bestuurstaaltraditie, wordt bevestigd (Vries, 1993:129;<br />

Zondergeld, 1987:7; Van Dijk, 1982:28-29).<br />

Koning Willem I (1772-1843) voerde in zijn tijd, dat wil zeggen in het<br />

korte tijdperk van het Koninkrijk der Nederlanden (1814-1830), een, vanuit<br />

de Franse revolutionaire ideologie: “Eén staat, één taal” en het Duitse<br />

romantische denken: “Eén taal, één natie, één staat” te begrijpen, actieve<br />

taalpolitiek met het doel de positie van het Nederlands in met name het<br />

34<br />

zuiden te versterken (De Jonghe, 1967:23). Onder het bewind van Willem I<br />

kreeg de taalgrens die België zowel geografisch als sociaal doorsnijdt, voor<br />

het eerst een bestuurlijk belang. Met het Koninklijk besluit van 5 juli 1822<br />

werden de bestuurlijke grenzen aangepast aan de taalgrens, zodat de<br />

arrondissementen Brussel en Leuven de Vlaamse gemeenten omvatten en<br />

het arrondissement Nijvel de Waalse. <strong>Het</strong> onderwijs vormde echter het<br />

voornaamste domein van de taalpolitiek in het begin van de negentiende<br />

eeuw. Feitelijk bestond het <strong>beleid</strong> uit een vernederlandsen van het onderwijs<br />

in de taalgrensgemeenten om op die manier niet alleen de bestaande grens te<br />

consolideren, maar ook terrein op het Frans terug te winnen. De op de<br />

ontwikkeling van het Nederlands als staats- en nationale taal gerichte<br />

politiek duurde echter te kort om lange-termijn-ontwikkelingen met<br />

betrekking tot het Frans in de Zuidelijke Nederlanden ongedaan te maken. In<br />

1830 werd het Frans de officiële taal van de Belgische staat (Lamarcq,<br />

1996:207-209). Wel kan aan het onder Willem I gevoerde taal<strong>beleid</strong> een<br />

verzwakken van de logica van de verfransing in het huidige Vlaanderen<br />

worden toegeschreven (Delwaide, 1996a:57).<br />

Na het taal<strong>beleid</strong> van koning Willem I lijkt de positie van het Nederlands,<br />

met uitzondering van het onderwijs<strong>beleid</strong>, in de Nederlandse nationale<br />

politiek geen hoge prioriteit meer te krijgen. In tegenstelling tot de situatie<br />

in België, bestond in Nederland ook geen directe noodzaak om de positie<br />

35<br />

van het Nederlands wettelijk te gaan regelen. De mate van<br />

Zie onder meer: KB van 15 september 1819 (Stbl. 48), KB van 5 juli 1822 (Stbl. 17), KB van<br />

26 oktober 1822 (Stbl. 46), KB van 30 december 1822 (Stbl. 60), KB van 13 april 1823 (Stbl.<br />

16), KB van 28 augustus 1829 (Stbl. 58), KB van 4 juni 1830 (Stbl. 19).<br />

De Nederlandse situatie is onvergelijkbaar met die in België, waar de overheid, na een begin<br />

dat ‘een gematigde, minimalistische taalpolitiek’ genoemd is (Van Goethem, 1990:282), de<br />

taal- en cultuurstrijd binnen het overheidsapparaat met name door middel van taalwetten,<br />

121

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!