07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

34<br />

35<br />

36<br />

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

Reeds in de zomer van 1928 is het uur Fries op 48 scholen een feit<br />

(Nommensen, 1992:17-19) 34<br />

De Nordfriesische Verein vraagt verder om financiële ondersteuning voor<br />

buitenschoolse arbeid op het terrein van de Friese taal en cultuur. Die ondersteuning<br />

wordt, weliswaar slechts gedeeltelijk, door de<br />

‘Reichsinnenminister’ toegewezen, met het argument dat de activiteiten van<br />

de Verein mee zorgen voor het beschermen van de staat tegen een culturele<br />

35<br />

en politieke invasie vanuit het Noorden. <strong>Het</strong> gaat de centrale overheid niet<br />

om het steunen van de Friese taal en cultuur, maar om de afweer tegen een<br />

pro-Deens respectievelijk nationaal-Fries streven (Steensen, 1986:315-320).<br />

Eerst in de loop van 1929 stelt de Pruisische regering, na interventie van<br />

de met dr. Rudolf Muuß, sinds 1927 voorzitter van de Nordfriesische<br />

Verein, in familiaire betrekkingen staande Pruisische minister van financiën,<br />

onder het etiket ‘Heimatpflege’ bescheiden middelen voor het Fries in het<br />

36<br />

onderwijs ter beschikking. De overwegingen van de overheid blijven<br />

buiten de openbaarheid. Zouden zij immers bekend geworden zijn, dan zou<br />

dat waarschijnlijk slechts ten gunste van de Friesisch-schleswigsche Verein<br />

geweest zijn, en die ambieerde juist de status van een nationale minderheid<br />

om aan de opportunistische overwegingen van de gezagsdragers te<br />

ontkomen. Dezelfde Pruisische regering neemt in 1928 een, als liberaal en<br />

breeddenkend te kwalificeren verordening voor de Poolse en de Deense<br />

minderheid aan, waarvan de kern luidt dat een zich tot de minderheid<br />

bekennen, geverifieerd noch betwist mag worden. Maar iedere gedachte aan<br />

een Noordfriese minderheid wordt als Deens gewroet bestreden of<br />

belachelijk gemaakt. De Noordfriezen staan dan ook heel wat zwakker dan<br />

de Poolse en de Deense minderheid in Pruisen, die op een<br />

meerderheidspositie aan de andere kant van de grens kunnen wijzen<br />

(Steensen, 1986:323-324).<br />

Ook van de Duitse en Noordfriese pers, in potentie toch ondersteunende<br />

actoren uit de tweede lijn van de <strong>beleid</strong>svorming, hebben de Noordfriezen<br />

Anno 1996/97 geldt die constatering voor 21 scholen in Noord-Friesland (Walker:1997:7).<br />

De vrijgevigheid van de minister van Binnenlandse Zaken wordt niet gedeeld door de<br />

regeringspresident van Sleeswijk, die van mening is dat de plannen van de Nordfriesische<br />

Verein op een kunstmatige herleving van het Fries wijzen, welke niet in het belang van de<br />

staat is. De reeds ver voortgeschreden “Eindeutschung” van de Friezen moet niet verstoord<br />

worden door een subsidiëren van het Fries. Op tactische gronden moet echter ook een volledig<br />

afwijzen van ieder verzoek worden vermeden, zo is zijn mening (Steensen, 1986:321).<br />

De predikant dr. Rudolf Muuß kreeg in Noord-Friesland bekendheid, toen hij, wonend in<br />

Flensburg, optrad als redenaar ten behoeve van de Duitse zaak aan de vooravond van het<br />

plebisciet van 1920 (Steensen, 1997a:18-21, 42). Rudolf Muuß was gehuwd met Else<br />

Muuß-Osterwald, waarvan de oudste zuster is gehuwd met dr. Hermann Höpker-Aschoff die<br />

in 1925 Pruisisch minister van financiën werd (Steensen, 1997a:26).<br />

256

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!