07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

Ook de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel ter goedkeuring<br />

van het Europees Handvest voor <strong>regionale</strong> of minderheids<strong>talen</strong> op 19<br />

oktober 1995 beperkte zich niet, zoals hiervoor reeds werd opgemerkt, tot<br />

die <strong>talen</strong>. Enkele Kamerleden namen de gelegenheid te baat nogmaals<br />

aandacht te vragen voor de positie van het Nederlands in Europees verband.<br />

De rijksoverheid heeft zich buiten het taalgebruik in het bestuurlijk<br />

verkeer heel wat vaker op het terrein van de taalplanning begeven, wanneer<br />

het onderwijsaangelegenheden betreft. Hiervoor werd al gewezen op de<br />

Nederlandse taalpolitiek in Nederlands-Indië, Suriname en de Nederlandse<br />

Antillen, alsmede de functie van het onderwijs voor de nationale<br />

communicatie, in casu de nationale taal. Ook is de komst van immigranten<br />

genoemd als factor voor de opleving van het taalbesef onder autochtone<br />

minderheden. De verandering van voorheen betrekkelijk homogene<br />

samenlevingen in meer multiculturele gemeenschappen heeft voor een<br />

nadere reflectie op het onderwijs gezorgd. <strong>Het</strong> Nederlandse <strong>beleid</strong> jegens de<br />

eigen taal van allochtone groepen is lang terughoudend geweest. Eerst vanaf<br />

het midden van de jaren zeventig zijn stapsgewijs instrumenten aangewend<br />

om tot een duidelijker <strong>beleid</strong> te komen. Dat <strong>beleid</strong> is begonnen op het vlak<br />

van de scholing en vervolgens de inspectie en de<br />

onderwijsverzorgingsstructuur en later met betrekking tot de leerplanontwikkeling,<br />

totdat er in 1985 een wettelijke regeling voor het ‘onderwijs<br />

in eigen taal en cultuur’ tot stand werd gebracht (Fase, 1987:22).<br />

Voor het onderwijs stelde de Minister van Onderwijs en Wetenschappen<br />

in juli 1991 een adviescommissie ‘Taalaspecten onderwijs’ in die werd gevraagd<br />

een standpunt te formuleren over de voer<strong>talen</strong> in het hoger onderwijs<br />

en het onderzoek. <strong>Het</strong> in 1992 gepubliceerde rapport staat uitvoerig stil bij<br />

de positie van de Nederlandse taal, waarbij internationalisering, het behoud<br />

van de Nederlandse taal en cultuur en de kwaliteit van het Nederlandse<br />

onderzoek door deelname aan internationale uitwisseling, de centrale<br />

aandachtspunten vormen (Verdaasdonk, 1993:21). De ministeriële<br />

adviescommissie is van mening dat het met de bedreiging van de positie van<br />

het Nederlands nogal meevalt. Er is volgens de commissie voldoende ruimte<br />

aanwezig om het gebruik van het Nederlands te bevorderen, om<br />

oorspronkelijk Nederlandstalige producties in andere <strong>talen</strong> dan het<br />

Nederlands uit te dragen, om Nederlandstaligen intensief in het gebruik van<br />

andere <strong>talen</strong> te trainen, alsmede om Nederlandstalige activiteiten in beginsel<br />

open te stellen voor buitenlandse invloeden en deelnemers. De commissie is<br />

dezelfde lijn. De Wet-Toubon regelt het gebruik van het Frans in zes verschillende situaties,<br />

namelijk in publieke opschriften en advertenties, in fabrieks- en handelsmerken, in (arbeids)overeenkomsten,<br />

op radio en televisie, in het onderwijs en bij de organisatie van manifestaties,<br />

congressen en colloquia.<br />

130

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!