07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

65<br />

Inleiding en probleemstelling<br />

<strong>Het</strong> gaat evenmin om processen van staatsvorming of om ingrepen met<br />

grote gevolgen, maar veel meer om de kleine stappen op de weg naar de<br />

emancipatie van een taal. <strong>Het</strong> gaat niet om de “grand policy”, als het<br />

resultaat van ingenieurskunst, maar om juist een beschrijving en analyse van<br />

het <strong>beleid</strong>svormingsproces in de zin van een dagelijks tuinieren op het<br />

65<br />

terrein van de <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong>. <strong>Het</strong> is het doel om daarmee een bijdrage te<br />

leveren aan Coopers (1989:93) notie: “Case studies of language planning<br />

which could describe the policy making process, the decision rules<br />

employed by the relevant decision makers, would make a useful contribution<br />

to our knowledge. Such studies need not be confined to grand policy.”<br />

Daarbij zal het onderzoek niet tot één taalgroep beperkt worden, maar gaat<br />

het om een vergelijking tussen de <strong>beleid</strong>svorming <strong>inzake</strong> meerdere<br />

taalgroepen in Nederland en Duitsland. De keuze voor die twee staten wordt<br />

in hoofdstuk drie van deze studie nader beargumenteerd.<br />

1.6 Traditie van onderzoek<br />

<strong>Het</strong> overzicht dat Kickert (1996:44-61) geeft van de onderwerpen, ontwikkelingen<br />

en ‘scholen’ in het Nederlandse bestuurskundig onderzoek laat zien<br />

dat het hiervoor omschreven onderwerp voor deze studie zich tot nu toe niet<br />

in een grote belangstelling van de zijde van de Nederlandse bestuurs- en<br />

<strong>beleid</strong>skunde heeft mogen verheugen. <strong>Het</strong> begin van de <strong>beleid</strong>swetenschap<br />

in Nederland was vooral gericht op de rationalisering van het<br />

<strong>beleid</strong>sontwerp. Beleidsevaluatie, <strong>beleid</strong>simplementatie en ontwikkeling van<br />

<strong>beleid</strong>sinstrumenten vormen drie van de aandachtspunten in die benadering.<br />

Een tweede ‘school’ richt zich op de overheidsplanning. Een aan de laatste<br />

verwante denkrichting bestaat uit aandacht voor overheidssturing, met name<br />

in de context van complexe <strong>beleid</strong>snetwerken. Daarnaast bestaat er vanouds<br />

belangstelling voor de organisatie van de overheid en niet in de laatste plaats<br />

voor de drie verschillende niveaus van overheidsbestuur. Naast deze<br />

voornaamste onderzoeksvelden van de Nederlandse bestuurskunde, noemt<br />

Kickert (1996:53-54) onder het hoofd ‘andere onderzoeksonderwerpen’ nog<br />

de belangstelling voor bepaalde domeinen van overheids<strong>beleid</strong> zoals het<br />

totaal van elementen (factoren, variabelen) waarnaar het politiek bewuste deel der natie<br />

(eendrachtig) verwijst ter verklaring van sociale ontwikkelingen; waarbij het bovendien moet<br />

gaan om een verandering in een onbelangrijk element of om een relatief geringe verandering<br />

in een belangrijk element, en waarbij het geschatte effect na circa vijf jaren nog steeds gering<br />

genoemd kan worden (Van de Graaf en Hoppe, 1992:242).<br />

March & Olsen (1989:94) maken de vergelijking tussen <strong>beleid</strong>svorming in de zin van<br />

ingenieurskunst of tuinieren.<br />

49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!