07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

102<br />

103<br />

344<br />

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

102<br />

ontwikkelingskansen te doen. De Zwitserse onderzoekers komen tot de<br />

conclusie dat, anders dan de Potsdammer autoriteiten naar voren brengen, de<br />

bruinkoolindustrie als verschaffer van arbeidsplaatsen snel in belang terug<br />

zal lopen. Landrat Horst Neuhaus van Guben trekt daarop de conclusie dat<br />

het verstandig is om de tijdelijkheid van de bruinkoolindustrie te definiëren,<br />

zodat nieuwe kansen voor nieuwe arbeidsmogelijkheden een kans kunnen<br />

krijgen. In samenhang daarmee is het nodig duidelijkheid over de toekomst<br />

te verschaffen door van een uitbreiding van de bruinkooldelving af te zien.<br />

De Domowina wijst in haar stellingname van 23 juni 1993 nogmaals op<br />

artikel 25 van de Brandenburgse Grondwet. Zij wijst er bovendien op dat de<br />

Amtsgemeinde Jänschwalde, waarvan de gemeenten Drewitz, Grießen,<br />

Horno en Jänschwalde sinds 1993 deel uitmaken, van de kant van het<br />

Ministerie van Binnenlandse Zaken de status van Sorbische Amtsgemeinde<br />

heeft gekregen. <strong>Het</strong> Sorbische karakter van Horno is op die wijze van de<br />

kant van de centrale overheid bevestigd.<br />

In de herfst van 1993 komen de uit geheel Duitsland afkomstige tegenstanders<br />

van de bruinkooldelving in Horno en Guben bijeen. Natuur- en<br />

milieuorganisaties, vertegenwoordigers van de door de bruinkooldelving bedreigde<br />

gemeenten in Brandenburg en Saksen en actiegroepen uit Brandenburg,<br />

Noordrijn-Westfalen en Saksen verbinden zich tot een landelijke<br />

‘Bundesversammlung Bürgerinitiative gegen Braunkohletagebau’. De<br />

Domowina besluit op 9 oktober 1993 een juridische procedure tegen het<br />

land Brandenburg te beginnen om de schending van artikel 25 van de<br />

103<br />

Grondwet fundamenteel aan de kaak te stellen. De reactie van de<br />

Brandenburgse regering op de door de Domowina ingediende klacht gaat er<br />

vanuit dat artikel 25 van de Grondwet geen grondwettelijke garantie<br />

verschaft, maar een ‘Staatszielbestimmung’ is. Artikel 25 is in die opvatting<br />

niet meer dan een ‘Programmsatz’.<br />

De Brandenburgse regering neemt verder het besluit om het door het Umweltministerium<br />

gevraagde juridische advies niet af te wachten, maar de<br />

bruinkoolplannen voor Jänschwalde en Cottbus-Noord goed te keuren. <strong>Het</strong><br />

gevraagde juridisch advies blijkt vervolgens weinig goeds voor de regering<br />

in te houden. De adviseurs stellen vast dat de ondertussen goedgekeurde<br />

plannen niet volgens de voorgeschreven procedure tot stand zijn gekomen;<br />

de eerder door de DDR afgegeven goedkeuringen na 31 december 1991 zijn<br />

niet rechtsgeldig en de meerjarenplannen voor de bruinkoolbouw dienen aan<br />

Europäisches Zentrum für Wirtschaftsforschung und Strategieberatung Prognos.<br />

De Domowina besluit in de loop van 1995 haar klacht in te trekken, omdat het Brandenburgse<br />

Constitutionele Hof het bruinkoolplan van de Laubag ongeldig verklaart en<br />

daarmee de grond aan de ingediende klacht vervalt (Bericht des Bundesvorstandes der<br />

Domowina, 12 april 1997, 47).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!