07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

66<br />

50<br />

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

milieu, het onderwijs, de informatisering in het openbaar bestuur en datgene<br />

wat ‘crisismanagement’ genoemd kan worden.<br />

Voor zover de <strong>beleid</strong>sontwikkeling centraal staat, gaat de belangstelling<br />

toch vooral uit naar ‘grand policy’, majeure projecten van overheidszorg<br />

en/of het op structurele aanpassingen gerichte <strong>beleid</strong>. Zo onderzocht<br />

Koppenjan (1993) het management van de <strong>beleid</strong>svorming en keek daarbij<br />

naar de herziening van de Gemeentewet, de grote stedenproblematiek en de<br />

<strong>regionale</strong> problematiek en bestuurlijke organisatie. Teisman (1992)<br />

onderzocht wat hij noemt vormen van complexe besluitvorming op het<br />

departementale niveau. Dekker (1989) vergeleek de overheidsplanning van<br />

enkele Europese landen. Foppen (1989) nam veertig jaar universitaire<br />

onderwijspolitiek onder de loep. De Vijlder (1996) schreef een proefschrift<br />

over de relatie tussen natiestaten en hun onderwijssystemen. Van Twist en<br />

In ’t Veld (1993) keken naar departementale veranderingsprocessen in een<br />

viertal Europese landen. Van Gestel (1994) onderzocht de nieuwe opzet van<br />

de arbeidsvoorziening in Nederland en Hupe (1992) keek naar het<br />

Werkgelegenheidsplan 1981-1982. Van Twist (1994) is, naast De Swaan<br />

(1989, 1990, 1998), één van de weinigen die zich recentelijk met<br />

bestuurskunde èn taal heeft bezig gehouden. Echter, wanneer het om<br />

taal<strong>beleid</strong> of de vorming van taal<strong>beleid</strong> gaat, laat de Nederlandse bestuurskunde<br />

het afweten. Alleen Van Rijn en Sieben (1991) en Van Dijk<br />

(1982) kunnen worden genoemd als het gaat om een nadere bestudering van<br />

66<br />

de <strong>beleid</strong>sontwikkeling op het terrein van taal. In het onderzoek van Van<br />

Rijn en Sieben gaat het om <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong>, in het bijzonder het Bretons,<br />

Fries en Welsh. Hun centrale onderzoeksvraag bestond uit het nagaan van de<br />

invloed die regionalistische bewegingen op het overheids<strong>beleid</strong> met<br />

betrekking tot de regio’s hebben. Van Dijk (1982) heeft onder meer de<br />

historische ontwikkeling van het Fries in het bestuurlijke verkeer<br />

beschreven.<br />

Internationaal bestaat er, zoals de aanwezigheid van verschillende wetenschappelijke<br />

tijdschriften onder meer laat zien, de nodige belangstelling en<br />

activiteit als het gaat om de relatie tussen staat en taal. Ammon (1991, 1994)<br />

schrijft, evenals Pool (1996), Volz (1994) en De Witte (1991) over het taal<strong>beleid</strong><br />

van de Europese Unie, Coulmas (1985, 1988, 1991) gaat, evenals<br />

Haarmann (1975, 1993, 1995) in de breedte op de relatie tussen taal en staat<br />

in. Churchill (1986) heeft onderzoek gedaan naar het onderwijs<strong>beleid</strong> in sa-<br />

De historische taalkunde laat wel een aantal studies zien die de ontwikkeling van het <strong>beleid</strong><br />

<strong>inzake</strong> taal betreffen. Voor het Nederlands kan op de studie van De Jonghe (1967) worden<br />

gewezen, evenals op het werk van Van der Wal (1992, 1995). De door Nederland gevoerde<br />

koloniale taalpolitiek is beschreven door Groeneboer (1993, 1997) en voor het Fries kan het<br />

werk van Van Dijk (1982) en Vries (1993) worden genoemd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!