07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

26<br />

27<br />

28<br />

<strong>Het</strong> BIC-onderzoeksmodel<br />

belang omdat het er binnen een interactieproces om gaat een<br />

gemeenschappelijk belang te ontdekken en daartoe is het nu eenmaal nodig<br />

dat actoren op een adequate wijze met elkaar kunnen communiceren, in die<br />

26<br />

zin dat dezelfde taal gesproken wordt (Teisman, 1992:56). Een tweede<br />

oorzaak is gelegen in het feit dat doelbereiking door actoren positieve en/of<br />

negatieve gevolgen voor andere actoren heeft, hetgeen impliceert dat actoren<br />

moeten samenwerken of onderhandelen om hun eigen doelen te bereiken.<br />

De wederzijdse afhankelijkheid kan dus op zowel gemeenschappelijke als<br />

op conflicterende doelen van de betrokken actoren gebaseerd zijn. Godfroij<br />

(1995: 179-180) spreekt in dat verband over een zowel symbiotische als<br />

concurrerende interdependentie.<br />

Een <strong>beleid</strong>ssubsysteem kent meestal meerdere pleitcoalities die<br />

gekenmerkt worden door het innemen van een specifieke positie op een<br />

breed spectrum van waarden en doelen. Pleitcoalities zijn, zoals alle<br />

netwerken, een vorm van proto-organisaties die gezien kunnen worden als<br />

een tussenvorm tussen formele organisatie en enkeling. Maar dat betekent<br />

niet dat pleitcoalities geen structurering kennen. Zo wijst Heinelt (1993:313)<br />

op het bestaan van een ‘policy community’ of een ‘inner circle’, die het<br />

27<br />

centrum van een <strong>beleid</strong>ssubsysteem vormt. In feite is er onder de actoren<br />

uit de eerste lijn sprake van een actor of meerdere actoren die de kern van de<br />

pleitcoalitie vormen. Een dergelijk centrum of kern is essentieel voor het<br />

ontwikkelen en stabiliseren van bepaald handelen, of, zoals Heinelt<br />

(1993:313) formuleert: “um dominante Situationsdeutungen und<br />

Handlungsorientierungen zu entwickeln und zu stabilisieren.” 28<br />

De pleitcoalitiebenadering ziet het overheids<strong>beleid</strong> als een ‘belief system’,<br />

of wel ‘stelsel van opvattingen’. <strong>Het</strong> gebruik van de term ‘stelsel van opvattingen’<br />

betekent dat het overheids<strong>beleid</strong> gezien kan worden als een geheel<br />

van waardenprioriteiten en aspiraties, alsmede causale aannamen over hoe<br />

deze te realiseren. Sabatier (1993:30) maakt een onderscheid tussen de diepe<br />

(normatieve) kern, de bijna-(<strong>beleid</strong>s)kern en de secundaire aspecten van een<br />

De communicatie tussen actoren wordt bevorderd doordat een ieder van deels dezelfde institutionele<br />

omgeving deel uitmaakt. Die omstandigheid leidt tot isomorfie. Met isomorfie<br />

wordt het verschijnsel bedoeld dat organisaties met dezelfde institutionele omgeving ook<br />

dezelfde kenmerken laten zien en bovendien institutionele elementen uit de omgeving in de<br />

eigen institutionele structuur opnemen (Vollmer, 1996:317).<br />

Heclo en Hanf en Scharpf hebben zich overigens in resp. 1978 en 1977 op het standpunt<br />

gesteld dat het niet mogelijk is om een besluitvormingscentrum binnen <strong>beleid</strong>snetwerken te<br />

lokaliseren (Van Waarden, 1992:31).<br />

Een centrum of kern van <strong>beleid</strong>ssubsysteem behoeft niet te corresponderen met een op<br />

hiërarchie gebaseerd gezag, maar kan vanuit een horizontaal onderhandelen ontstaan, zoals<br />

Van Waarden (1992:31) opmerkt. Van Waardens opmerking kan onderbouwd worden met het<br />

wijzen op het bestaan van formeel en informeel leiderschap.<br />

77

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!