07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

62<br />

63<br />

64<br />

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

Daarnaast zijn het Deens en het Nederduits onder de werking van het<br />

Handvest gebracht. 62<br />

Zoals de Raad van Europa ook bij andere conventies heeft toegepast, kan<br />

een lidstaat, al naar gelang de eigen doelen en mogelijkheden, zijn eigen<br />

invulling aan de catalogus van artikelen geven. Op die wijze wordt<br />

weliswaar de mogelijkheid tot ondertekening verruimd, maar tegelijk de<br />

63<br />

werking en daarmee het feitelijk belang beperkt. Dat wil niet zeggen dat<br />

64<br />

het Europees Handvest geen enkel belang zou dienen. Een voorbeeld van<br />

Lemke (1998:56-64) gaat uitgebreid in op de aan de ratificatie voorafgaande <strong>beleid</strong>sontwikkeling.<br />

Met betrekking tot het Fries stond het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de aanvang<br />

op het standpunt dat het Fries door te weinig mensen gesproken werd om onder het<br />

Handvest te kunnen vallen. De tegengestelde opvatting gebruikte hetzelfde ministerie <strong>inzake</strong><br />

het Nederduits, dat juist door teveel mensen gesproken zou worden om als bedreigde taal<br />

onder de werking van het Handvest te kunnen brengen. Bovendien zou het Handvest een<br />

internationale aangelegenheid zijn, waaronder een binnenlands probleem als de bescherming<br />

van het Fries niet zou kunnen vallen. Die opvatting werd in talrijke perspublicaties bekritiseerd,<br />

waarna twee leden van de Bondsdag het verzoek aan het ministerie deden om de ingenomen<br />

positie nog eens te overdenken. Op initiatief van de SSV nam de Kreistag van<br />

Nordfriesland een resolutie aan waarin de opname van het Fries in het Handvest werd bepleit.<br />

Die resolutie werd gevolgd door pleidooien van verschillende Noordfriese organisaties.<br />

Vervolgens bleek het ministerie bereid om het Fries in het memorandum naar aanleiding van<br />

het Handvest te noemen. Hoewel die bereidheid als een eerste stap tot erkenning voor het Fries<br />

werd gezien, was ze ontoereikend om de stroom van protesten te stoppen. Uiteindelijk liet het<br />

ministerie weten de opname van het Noordfries afhankelijk te stellen van het oordeel van de<br />

deelstaten. In Sleeswijk-Holstein bestond onduidelijkheid bij de regering over de vraag of het<br />

Fries onder deel II dan wel onder deel III gebracht zou kunnen of moeten worden. De twijfel<br />

of aan voldoende bepalingen van deel III voldaan zou kunnen worden, werd door Jakob<br />

Tholund, de toenmalige voorzitter van de Friesenrat, snel weggenomen door op de meer dan<br />

vijftig voor het Fries toepasbare bepalingen te wijzen. Na verdere druk, onder meer van de<br />

zijde van de politieke partijen in Sleeswijk-Holstein, alsmede een dringend beroep van<br />

Provinciale Staten van Fryslân op de regering in Kiel, nam de laatste op 15 maart 1994 het<br />

besluit om het Noordfries voor deel III van het Handvest aan te melden.<br />

De regering van de deelstaat Nedersaksen nam op 19 augustus 1993 het besluit om het<br />

Saterfries onder de werking van het Europees Handvest voor Regionale of Minderheids<strong>talen</strong><br />

te brengen.<br />

De Varennes (1996:195) noemt de mogelijkheid ‘to pick and choose from a number of<br />

“options” for each language used by a national minority in its territory’ de grootste zwakte van<br />

het Handvest. Hoewel de gevolgde aanpak aansluit bij de grote verschillen tussen de<br />

verschillende taalgroepen, biedt deze in de praktijk de mogelijkheid om slechts aan een<br />

minimum aantal bepalingen te voldoen, zonder dat zaken als vrijheid van uitdrukking of het<br />

recht op non-discriminatie in het geding zijn.<br />

Riemersma (1996:42) merkt op dat het Handvest ervoor gezorgd heeft dat het Fries voor het<br />

eerst wettelijk als tweede rijkstaal erkend is. Dat is echter niet het geval. Meer dan eens wordt<br />

ervan uitgegaan dat het Fries de status van tweede rijkstaal heeft verworven als uitkomst van<br />

de parlementaire behandeling van het Rapport van de Commissie Friese taalpolitiek (zie<br />

bijvoorbeeld het verslag van de studiedag over autochtone taalminderheden, gehouden te<br />

Leeuwarden op 17 november 1989). Van een erkenning van het Fries door de Rijksoverheid<br />

is echter al eerder sprake als de Wet van 11 mei 1956, houdende enige regelen betreffende het<br />

166

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!