07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

138<br />

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

uitwerken. Enerzijds kan de noodzaak van regelgeving voor een <strong>regionale</strong><br />

taal overbodig geacht worden. Taal behoeft immers geen object van wetgeving<br />

te zijn. <strong>Het</strong> is evenzeer mogelijk dat binnen een klimaat van vanzelfsprekendheid<br />

regelgeving <strong>inzake</strong> een <strong>regionale</strong> taal juist een<br />

omvangrijke bewijsvoering behoeft. Anderzijds kan de betrokken context<br />

ook een houding tegenover een <strong>regionale</strong> taal impliceren die regelgeving<br />

eenvoudig maakt. Wat is er op regelgeving tegen in een situatie waarin de<br />

meerderheidstaal zich juist onbedreigd waant.<br />

Op centraal niveau lijkt met name de eerste optie opgeld te doen. Zo sneuvelde<br />

het initiatief om in de nieuwe Duitse Grondwet een artikel over<br />

(taal)minderheden op te nemen. En in Nederland slaagde een parlementair<br />

initiatief om een taalartikel in de Grondwet op te nemen, er evenmin in om<br />

tot een succesvolle afronding te komen. Beide procedures kennen overigens<br />

verschillende aanleidingen en argumenten. In het Duitse geval gaat het om<br />

de met de eenwording ontstane noodzaak van een nieuwe Grondwet. In<br />

Nederland staat het betreffende parlementaire initiatief niet los van de met<br />

de voortgaande Europese integratie toegenomen zorg over de toekomstige<br />

positie van het Nederlands. In het Duitse geval haalt het ingediende voorstel<br />

niet de eindstreep, omdat het probleem hoe het begrip minderheid te<br />

definiëren, niet wordt opgelost. In Nederland slagen de initiatiefnemers niet,<br />

omdat er twijfel bestaat over de vraag of een en ander een grondwettelijke<br />

regeling verdient.<br />

In landen waar een geringe machtafstand bestaat, zullen de verhoudingen<br />

tussen minder- en meerderheid eerder in de zin van formele oplossingen en<br />

regelingen geïnstitutionaliseerd worden, dan dat er sprake is van expliciete<br />

conflicten tussen meerderheid en minderheid. Die notie van Hofstede lijkt<br />

door de praktijk van de twee buurlanden bevestigd te worden. Zowel in<br />

Nederland als in Duitsland is geen sprake van openlijke conflicten tussen de<br />

verschillende autochtone taalgroepen, maar wordt met behulp van<br />

democratische regelgeving getracht recht te doen aan de verschillende eisen<br />

en wensen van die groepen. Gezien de competentieverhoudingen tussen de<br />

federale en de overheid van de ‘Länder’, zijn het met name de laatste die in<br />

Duitsland een rol op het terrein van het taal<strong>beleid</strong> spelen.<br />

Door het onderzoek naar de <strong>beleid</strong>svorming <strong>inzake</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong> toe te<br />

spitsen op het Fries in Nederland en Duitsland, alsmede het Sorbisch in<br />

Duitsland, wordt in dit onderzoek voor een ‘most similar’-benadering<br />

gekozen, die een vergelijking van de in de verschillende landen<br />

plaatsvindende <strong>beleid</strong>svorming <strong>inzake</strong> de <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong> op grond van de<br />

aan die <strong>beleid</strong>svorming verbonden merites mogelijk maakt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!