07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

48<br />

49<br />

50<br />

51<br />

52<br />

<strong>Het</strong> vergelijken van <strong>beleid</strong>: Nederland en Duitsland<br />

opdat deze taal in alle sectoren van de samenleving instrument van<br />

communicatie en wetenschap kan zijn.” 48<br />

Bij het begrotingsdebat over Algemene Zaken op 20 februari 1990 vroeg<br />

CDA-senator Postma aandacht voor de positie van het Nederlands als taal<br />

49<br />

van het openbaar bestuur, de rechtspraak en het onderwijs. In de visie van<br />

Postma speelt de overheid een cruciale rol bij het instandhouden van <strong>talen</strong>,<br />

met name met het oog op het behouden van de noodzakelijke in de<br />

schepping gegeven variatie aan <strong>talen</strong>, analoog aan het behoud van de<br />

variatie in de natuur. <strong>Het</strong> verheffen van een taal op Europees niveau tot<br />

lingua franca doorbreekt in de christen-democratische visie de<br />

gelijkwaardigheid van <strong>talen</strong> en daarmee de gelijkwaardigheid van mensen<br />

(Postma, 1991:353-354). <strong>Het</strong> initiatief van Postma werd gevolgd door onder<br />

meer een motie van de Tweede Kamerleden Middelkoop (GPV) en<br />

Mateman (CDA) waarin wordt gesteld dat “mede gelet op de verdergaande<br />

Europese integratie het aanbeveling verdient een onderzoek te doen naar het<br />

in wet en/of Grondwet vastleggen van het gebruik van de Nederlandse taal<br />

50<br />

als onderwijs-, bestuurs- en rechtstaal”. Eén en ander leidde tot de op 13<br />

51<br />

oktober 1991 door staatssecretaris De Graaff-Nauta (CDA) van<br />

Binnenlandse Zaken uitgebrachte ‘Notitie over de grondwettelijke positie<br />

52<br />

van de Nederlandse taal als taal van bestuur en rechtspraak’. Dat het<br />

Nederlands de taal van het Nederlandse bestuur en de rechtspraak is, maakt,<br />

volgens de notitie, deel uit van het ongeschreven recht en wordt onderstreept<br />

door “de constante jurisprudentie van de Hoge Raad en Afdeling<br />

Rechtspraak van de Raad van State. In die uitspraken, waarbij trouwens<br />

zonder uitzondering de ‘concurrerende’ taal het Fries is, is een zeer belangrijke<br />

overweging altijd de vanzelfsprekende, hoewel niet wettelijk verankerde,<br />

positie van het Nederlands als dé bestuurs- en rechtstaal.”<br />

De notitie van de staatssecretaris gaat verder in op de juridische en de<br />

feitelijke positie van het Nederlands in de Europese Gemeenschappen. Naast<br />

de constatering dat de nationale <strong>talen</strong> van de lidstaten juridisch<br />

gelijkwaardig zijn, merkt de notitie – niet zonder recht – op: “In de praktijk<br />

zijn de werk<strong>talen</strong> van de gemeenschappen vooral het Frans en het Engels<br />

Staatscourant, 199, 2, 14 oktober 1991.<br />

Mr. dr. A. Postma is sinds 13 september 1983 lid van de Eerste Kamer voor het CDA.<br />

Motie Van Middelkoop/Mateman, TwK. 1990-1991, 21427, nr. 14.<br />

D.IJ.W. de Graaff-Nauta is staatssecretaris van Binnenlandse Zaken in de kabinetten Lubbers<br />

I, II en III. Zij is de eerste bewindspersoon in de Nederlandse geschiedenis die verantwoordelijkheid<br />

draagt voor de portefeuille Friese zaken. Tijdens de laatste drie maanden<br />

van het Kabinet Lubbers III is De Graaff minister van Binnenlandse Zaken (28 mei 1994 - 22<br />

augustus 1994). Van 1962 tot en met 1986 is De Graaff lid van Provinciale Staten van Fryslân,<br />

waarvan tussen 1982 en 1986 lid van Gedeputeerde Staten van Fryslân.<br />

Tweede Kamer, 1991 - 1992, 21.427, nr. 20.<br />

127

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!