07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

17<br />

68<br />

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

Kingdon (1984:3) vraagt in zijn benadering aandacht voor zowel de zichtbare,<br />

als onzichtbare actoren. Tot de eerste categorie kunnen ministers gerekend<br />

worden, evenals topambtenaren, vooraanstaande politici en bestuurders,<br />

tot de tweede categorie, de actoren uit de tweede lijn van Sabatier en<br />

Jenkins-Smith, behoren <strong>beleid</strong>sambtenaren, wetenschappelijke specialisten,<br />

adviseurs en vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Elke actor kan<br />

verder bij iedere stroom betrokken zijn.<br />

<strong>Het</strong> stromenmodel is, evenals het barrièremodel, niet zonder kritiek gebleven.<br />

<strong>Het</strong> model lijkt in een situatie met een veelheid en een diversiteit aan<br />

probleemformuleringen niet te werken, in die zin dat elke ‘policy window’<br />

als het ware vrijwel meteen weer gesloten had moeten worden door, altijd<br />

aanwezige, aanhangers van rivaliserende probleemformuleringen. Gaat het<br />

om een <strong>beleid</strong>sonderwerp waarvan het op voorhand duidelijk lijkt dat de<br />

publieke opinie een aanzienlijke rol heeft gespeeld, dan lijkt het<br />

barrièremodel eerder voor toepassing in aanmerking te komen. Gaat het<br />

daarentegen om een onderwerp waarbij dat niet het geval is, dan kan eerder<br />

aan het stromenmodel gedacht worden (Van de Graaf en Hoppe, 1992:202).<br />

In deze zin zou het in deze studie behandelde onderwerp eerder voor analyse<br />

met behulp van het stromenmodel dan het barrièremodel in aanmerking<br />

komen. Veel van het taal<strong>beleid</strong> lijkt zich immers zonder directe steun van de<br />

publieke opinie af te spelen of gaat zelfs mogelijk tegen de wil van de<br />

publieke opinie in.<br />

<strong>Het</strong> stromenmodel is ook bekritiseerd vanwege de grote mate van<br />

abstractie en het metaforische karakter van de gehanteerde concepten. <strong>Het</strong><br />

beeld van besluitvormers die hun problemen en oplossingen in beschikbare<br />

‘vuilnisbakken’ deponeren, heeft misschien zeggingskracht, maar bij<br />

vertaling in de empirie ontstaan de nodige problemen (Koppenjan,<br />

17 1993:30). Een sterke kant van het stromenmodel bestaat daarentegen uit de<br />

aandacht voor het belang van min of meer toevallige politieke<br />

gebeurtenissen die de prikkel vormen voor het door <strong>beleid</strong>svoerders<br />

aanvatten van problemen. Van belang is ook dat het model aandacht vraagt<br />

voor organisaties om zich, ondanks ambigue, turbulente omgevingen, te<br />

handhaven. Organisaties sluiten zich niet voor de omgeving af, maar leren<br />

over de aard van de situatie, de waarden die bij beslissingen betrokken zijn<br />

en de doelen die daarmee waard zijn om nagestreefd te worden. Daarmee<br />

biedt het stromenmodel aanknopingspunten voor leerbenaderingen<br />

(Koppenjan, 1993:31). Als kenmerk van de aan de <strong>beleid</strong>svorming ten<br />

Recentelijk heeft Van Twist (1994:21) overigens een pleidooi gehouden voor het gebruik van<br />

metaforen in de bestuurskunde. Hij is van mening dat bestuurskundigen hun verhalen ermee<br />

kunnen verlevendigen. Bovendien kunnen metaforen, zo stelt Van Twist, heel compact<br />

bepaalde zaken aanduiden die anders bijna onbenoembaar zijn.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!