07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

148<br />

<strong>Het</strong> <strong>beleid</strong> <strong>inzake</strong> <strong>unieke</strong> <strong>regionale</strong> <strong>talen</strong><br />

verbrijzeld worden door de hem omringende olifantspoten heeft. Angst is, in<br />

de opvatting van Kierkegaard, de grondstemming voor het menselijk bestaan.<br />

Die angst kan juist de redding betekenen voor de kleine <strong>talen</strong>, want<br />

wie geen angst voelt, veronachtzaamt mogelijk zijn zaak (Kas en<br />

Landsweerd, 1994:16).<br />

De Europese integratie is één van de – doelbewuste – factoren die een<br />

‘splendid isolation’ van de betrokken lidstaten voorgoed onmogelijk lijkt te<br />

hebben gemaakt. Dat wil trouwens niet zeggen dat de Europese eenwording<br />

de nationale oriëntatie van de lidstaten doet afnemen. Zoals hiervoor reeds is<br />

opgemerkt, is het de paradox van de Europese eenwording dat bij iedere stap<br />

in het integratieproces, de nationale oriëntatie toeneemt. <strong>Het</strong> is overigens de<br />

vraag of die notie voor ieder <strong>beleid</strong>sterrein in dezelfde mate opgaat. Op het<br />

ene <strong>beleid</strong>sterrein doet de invloed van ‘Brussel’ zich immers heel wat<br />

sterker gelden dan op het andere terrein. Juist het verbreden van de in het<br />

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957<br />

aan de Gemeenschap meegegeven economische opdracht, namelijk:<br />

“het instellen van een gemeenschappelijke markt en door het geleidelijk tot elkaar<br />

brengen van het economisch <strong>beleid</strong> van de Lid-Staten te bevorderen de<br />

harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele<br />

Gemeenschap, een gestadige en evenwichtige expansie, een grotere stabiliteit, een<br />

toenemende verbetering van de levensstandaard en nauwere betrekkingen tussen<br />

de in de Gemeenschap verenigde Staten” (Europocket, 1992:39)<br />

heeft in de jaren na de Europese Akte van 1986 het debat over het behoud<br />

van de nationale identiteiten aangezwengeld.<br />

Artikel 217 van het oprichtingsverdrag regelt het taalgebruik door de instellingen<br />

van de Gemeenschap. <strong>Het</strong> taalgebruik wordt, onverminderd de bepalingen<br />

van het reglement van het Hof van Justitie, met eenparigheid van<br />

stemmen door de Raad vastgesteld (Europocket, 1992:92). In Raadsregeling<br />

no. 1/58 is de uitkomst van de regeling vervolgens vastgelegd, in die zin dat<br />

het Duits, het Frans, het Nederlands en het Italiaans de officiële en<br />

werk<strong>talen</strong> van de Gemeenschap zijn. Van Walter Hallstein (1901-1982), één<br />

der grondleggers van de Europese Gemeenschap is de in dit verband<br />

relevante uitspraak: “Die Mehrzahl der Sprachen ist kein Hemnis, sondern<br />

ein Ansporn” (Coulmas, 1991:2). Met de later volgende uitbreidingen van<br />

het aantal lidstaten is het principe van gelijkberechtiging van de nationale<br />

<strong>talen</strong> niet verlaten, maar hebben ook <strong>talen</strong> als het Deens, Engels, Grieks,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!