07.08.2013 Views

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

Het beleid inzake unieke regionale talen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

163<br />

<strong>Het</strong> Sorbisch in Duitsland<br />

maken met de reeds in het ‘Eenwordingsverdrag’ overeengekomen<br />

juridische grondslag, die mee het resultaat is van een succesvolle Sorbische<br />

interventie, als met het door de Bondsrepubliek gevoerde verdere<br />

minderheden<strong>beleid</strong>. Evenals in de geschiedenis eerder het geval is geweest,<br />

wordt het <strong>beleid</strong> ten aanzien van de autochtone minderheid, zoals die in<br />

Duitsland leeft, mede, of zelfs vooral, gebaseerd op de buitenlandse politiek<br />

van Duitsland <strong>inzake</strong> met name de Duitstalige minderheden in Oost- en<br />

Zuid-Europa. Dat was reeds het geval toen in de Weimarer Grondwet een<br />

artikel met betrekking tot de minderheden werd opgenomen. En de na de<br />

Tweede Wereldoorlog ontwikkelde houding tegenover de Deenstalige<br />

minderheid in Zuid-Sleeswijk heeft alles te maken met de aanwezigheid van<br />

een Duitstalige minderheid in het Deense Noord- Sleeswijk.<br />

Ook de bijdragen van de Domowina aan de <strong>beleid</strong>sontwikkeling staan niet<br />

los van het verleden, zoals onder meer blijkt wanneer het om de<br />

samenstelling van de stichtingsraad gaat. <strong>Het</strong> op historische gronden<br />

beargumenteerde voorstel om de stichtingsraad met twee adviserende leden<br />

uit Polen, respectievelijk Tsjechië, uit te breiden, vindt echter geen<br />

weerklank bij de overheidsactoren. De Sorbische zeggenschap blijft in de<br />

nieuwe opzet relatief beperkt, in die zin dat de financierende overheden de<br />

helft van de leden van de stichtingsraad benoemen en bovendien het laatste<br />

163<br />

woord houden wanneer het om financiële besluiten gaat. Daarmee wordt<br />

concreet gestalte gegeven aan het adagium dat wie betaalt, bepaalt. In de in<br />

1999 besloten definitieve vorm van de Stiftung draagt de Domowina de<br />

Sorbische leden van de stichtingsraad vervolgens niet langer voor. De<br />

Sorbische organisatie noemt dat zelf een beperking van haar politieke rol.<br />

Dat oordeel getuigt niet van een brede opvatting van de door de Domowina<br />

te spelen politieke rol. De gewijzigde statutaire bepaling illustreert de vanuit<br />

het zicht van de overheid problematische vertegenwoordiging van de<br />

Sorben. Formeel wordt de juridische status van de Domowina als een<br />

hinderpaal gezien, maar feitelijk spelen zowel de historie en het<br />

monopolistische karakter van die organisatie een rol.<br />

Daar komt nog iets anders bij. De Domowina is een professionele<br />

organisatie met betaalde werknemers die zich, bij het ontbreken van verdere<br />

vertegenwoordigingen, in vele organen en organisaties als ‘Beroeps-Sorben’<br />

manifesteren. In hoeverre de door hen verwoorde Sorbische belangen<br />

feitelijk gedragen worden door de Sorbische bevolking, of dat er veeleer<br />

sprake is van een met name op de continuïteit van het eigen functioneren<br />

gericht streven, is moeilijk vast te stellen. Wel kan worden geconstateerd dat<br />

Zie de hiervoor gememoreerde opvatting van de door de Stiftung für das sorbische Volk<br />

ingestelde commissie van deskundigen die het verkrijgen van culturele autonomie het<br />

voornaamste doel voor de komende tijd noemt (Tschernokoshewa, 1994:23).<br />

377

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!