12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.2.3.1.4 Vloeibare of viskeuze mengsels en preparaten, met inbegrip van stoffen die ten hoogste 20%nitrocellulose met een stikstofgehalte van ten hoogste 12,6% in de droge stof bevatten mogen alleen inverpakkingsgroep III, indien zij voldoen aan de volgende voorwaarden:a) Bij de beproeving van afscheiding van oplosmiddel moet de hoogte van de afgescheiden laag kleinerzijn dan 3% van de totale hoogte van <strong>het</strong> monster (zie <strong>het</strong> Handboek van beproevingen en critaria,deel III, onderafdeling 32.5.1) enb) De viscositeit 3 en <strong>het</strong> vlampunt moeten overeenkomen met de waarden in de volgende tabel:Geëxtrapoleerde kinematischeviscositeit ν (bij een afschuifsnelheidvan bijna 0)mm²/s bij 23°CUitlooptijd t volgens ISO 2431:1993in sbij een diameter van deuitloopopening in mmVlampunt in °C20 < ν ≤ 80 20 < t ≤ 60 4 hoger dan 1780 < ν ≤ 135 60 < t ≤ 100 4 hoger dan 10135 < ν ≤ 220 20 < t ≤ 32 6 hoger dan 5220 < ν ≤ 300 32 < t ≤ 44 6 hoger dan -1300 < ν ≤ 700 44 < t ≤ 100 6 hoger dan -5700 < ν 100 < t 6 -5 en lagerOPMERKING.Mengsels die meer dan 20% doch ten hoogste 55% nitrocellulose met een stikstofgehalte van ten hoogste 12,6% in dedroge stof, zijn stoffen van UN-nummer 2059.Mengsels met een vlampunt lager dan 23°C:- met meer dan 55% nitrocellulose ongeacht <strong>het</strong> stikstofgehalte, of- met ten hoogste 55% nitrocellulose met een stikstofgehalte van meer dan 12,6% in de droge stofzijn stoffen van klasse 1 (UN-nummers 0340 of 0342) of van klasse 4.1 (UN-nummers 2555, 2556 of 2557).2.2.3.1.5 Niet giftige, niet bijtende en niet milieugevaarlijke oplossingen en homogene mengsels met een vlampuntvan 23°C of hoger (viskeuze stoffen, zoals verven e n lakken, uitgezonderd stoffen die meer dan 20%nitrocellulose bevatten) verpakt in recipiënten met een inhoud van ten hoogste 450 liter, zijn nietonderworpen aan de voorschriften van <strong>het</strong> RID, indien bij de beproeving van afscheiding van oplosmiddel(zie <strong>het</strong> Handboek van beproevingen en critaria, deel III, onderafdeling 32.5.1) de hoogte van deafgescheiden laag oplosmiddel kleiner is dan 3% van de totale hoogte, en indien deze stoffen in deuitloopbeker volgens ISO-norm 2431:1993 met een uitloopopening van 6 mm diameter bij 23°C eenuitlooptijda) van ten minste 60 seconden, ofb) van ten minste 40 seconden bezitten en niet meer dan 60% stoffen van klasse 3 bevatten.2.2.3.1.6 Indien stoffen van klasse 3 als gevolg van toevoegingen overgaan naar andere gevaarscategorieën dandie waartoe de met naam genoemde stoffen in Hoofdstuk 3.2, tabel A behoren, moeten deze mengsels ofoplossingen worden ingedeeld in de cijfers of de groepen waartoe zij op grond van hun werkelijkegevaarseigenschappen behoren.OPMERKING.Zie voor de indeling van oplossingen en mengsels, zoals preparaten en afvalstoffen, ook 2.1.3.2.2.3.1.7 Op grond van de criteria van 2.3.3.1 en 2.3.4 en de criteria van 2.2.3.1.1 kan ook worden vastgesteld of deaard van een met naam genoemde oplossing of een met name genoemd mengsel, respectievelijk eenoplossing of een mengsel, die / dat een met name genoemde stof bevat, zodanig is, dat deze oplossing ofdit mengsel niet is onderworpen aan de voorwaarden van deze klasse (zie ook 2.1.3).2.2.3.2 Niet tot <strong>het</strong> vervoer toegelaten stoffen2.2.3.2.1 Stoffen van klasse 3, die gemakkelijk peroxiden kunnen vormen (zoals ethers of bepaalde <strong>het</strong>erocyclischezuurstofhoudende stoffen) zijn slechts tot <strong>het</strong> vervoer toegelaten, indien <strong>het</strong> peroxidegehalte, berekend alswaterstofperoxide (H2O2), niet hoger is dan 0,3%. Het peroxidegehalte moet worden bepaald zoalsaangegeven in 2.3.3.3.2.2.3.2.2 De chemisch instabiele stoffen van klasse 3 mogen slechts tot <strong>het</strong> vervoer worden aangeboden, indien denoodzakelijke maatregelen zijn getroffen om een gevaarlijke ontleding of polymerisatie tijdens <strong>het</strong> vervoer3Bepaling van de viscositeit: Wanneer de betrokken stof niet-newtoniaans is, of wanneer de bepaling van deviscositeit door middel van een aftapbeker om andere redenen ongeschikt is, maakt men gebruik van eenviscositeitmeter met variabele afschuifsnelheid. Met dit toestel bepaalt men de dynamische viscositeitcoëfficiënt vande stof bij 23°C voor verschillende afschuifsnelhed en; via een extrapolatie van de verkregen waarden bepaalt mende dynamische viscositeitcoëfficiënt bij de afschuifsnelheid 0. De aldus verkregen waarde, gedeeld door desoortelijke massa, geeft de schijnbare kinematische viscositeit bij een afschuifsnelheid van ongeveer 0.2.2 - 31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!