12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

100 kPa (1 bar) kan weerstaan, berekend overeenkomstig een erkende technische code,of aan een berekende kritische vervormingsdruk van ten minste 200 kPa (2 bar)(manometerdruk). Indien de mantel gasdicht is (bijvoorbeeld in <strong>het</strong> geval van vacuumisolatie),moet een inrichting er voor zorgen dat er zich in de isolatielaag geen gevaarlijkedruk opbouwt wanneer <strong>het</strong> drukrecipiënt of zijn uitrusting onvoldoende dicht is. Die inrichtingmoet <strong>het</strong> binnendringen van vocht in de warmteisolatie beletten.6.2.1.1.8.3 De gesloten cryogene recipiënten die ontworpen zijn voor <strong>het</strong> vervoer van sterk gekoelde,vloeibaar gemaakte gassen met een kookpunt beneden –182 °C bij atmosferische druk,mogen niet uit materialen bestaan die op een gevaarlijke manier kunnen reageren met dezuurstof uit de lucht of uit met zuurstof verrijkte atmosferen wanneer deze materialen zich indelen van de warmteisolatie bevinden waar er gevaar bestaat voor contact met de zuurstofuit de lucht of met een met zuurstof verrijkte vloeistof.6.2.1.1.8.4 De gesloten cryogene recipiënten moeten ontworpen en gebouwd zijn met geschiktevasthechtingspunten voor <strong>het</strong> hijsen en stapelen.6.2.1.1.9 Bijkomende voorschriften voor de constructie van de drukrecipiënten voor <strong>het</strong> vervoer vanacetyleen (ethyn)6.2.1.2 MaterialenDe drukrecipiënten voor UN-nummer 1001 acetyleen, opgelost (ethyn, opgelost) en UNnummer3374 acetyleen, oplosmiddelvrij (ethyn, oplosmiddelvrij) moeten gevuld zijn meteen gelijkmatig verdeelde poreuze materie, van een type dat voldoet aan de door debevoegde overheid vastgestelde voorschriften en beproevingen, en die :a) de drukrecipiënten niet aantast en noch met <strong>het</strong> acetyleen (ethyn), noch met <strong>het</strong>oplosmiddel in <strong>het</strong> geval van UN 1001, schadelijke of gevaarlijke verbindingen vormt ;b) in staat is te verhinderen dat een ontbinding van <strong>het</strong> acetyleen (ethyn) in de poreuzematerie zich voortzet.In <strong>het</strong> geval van UN 1001 moet <strong>het</strong> oplosmiddel compatibel zijn met <strong>het</strong> drukrecipiënt.6.2.1.2.1 De gedeelten van de drukrecipiënten en van hun sluitingen die in rechtstreeks contactkomen met de gevaarlijke goederen moeten uit een materiaal vervaardigd zijn dat nietdoor de inhoud van de recipiënten aangetast of verzwakt wordt en dat geen gevaarlijkeeffecten dreigt te veroorzaken (bijvoorbeeld door de rol van katalysator bij een reactie tevervullen of door met de gevaarlijke goederen te reageren).6.2.1.2.2 De drukrecipiënten en hun sluitingen moeten vervaardigd zijn uit de materialen diegespecificeerd zijn in de technische ontwerp- en constructienormen en in de vantoepassing zijnde verpakkingsinstructie voor de stoffen waarvan <strong>het</strong> de bedoeling is om zein <strong>het</strong> drukrecipiënt te vervoeren. Deze materialen dienen, op de in de technische ontwerpenconstructienormen aangegeven wijze, ongevoelig te zijn voor brosse breuk en voorbarstverwekkende spanningscorrosie.6.2.1.3 Bedrijfsuitrusting6.2.1.3.1 De kranen, leidingen, toebehoren en andere uitrustingen die onder druk komen te staan,met uitzondering van de drukontlastingsinrichtingen, moeten zodanig ontworpen engeconstrueerd zijn dat de barstdruk ten minste 1,5 maal de beproevingsdruk van dedrukrecipiënten bedraagt.6.2.1.3.2 De bedrijfsuitrusting moet zodanig geplaatst of ontworpen zijn dat beschadigingenvermeden worden die onder normale omstandigheden van vervoer of manipulatie tot eenvrijkomen van de inhoud van <strong>het</strong> drukrecipiënt kunnen leiden. Aan afsluitkranengekoppelde verzamelleidingen moeten voldoende soepel zijn om de kranen en deleidingen te beschermen tegen een breuk door afschuiving of tegen lekkage van deinhoud van <strong>het</strong> drukrecipiënt. De vul- en loskranen en alle beschermkappen moetenkunnen vergrendeld worden om ontijdig openen te verhinderen. De kranen moetenbeschermd worden zoals dat in 4.1.6.8 is voorgeschreven.6.2.1.3.3 De drukrecipiënten die niet manueel gemanipuleerd of gerold kunnen worden, moetenuitgerust zijn met voorzieningen (sleden, ogen, beugels) die een veilige behandeling metmechanische middelen garanderen en die zodanig zijn aangebracht dat zij <strong>het</strong> drukrecipiëntniet verzwakken en er geen ontoelaatbare belastingen op veroorzaken.6.2- 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!