12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6.8-32- samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassen van de klasse 2;- de UN-nummers 1380, 2845, 2870, 3194, 3391 tot en met 3394 van klasse 4.2; en- UN 1052 fluorwaterstof, watervrij en UN 1790 fluorwaterstofzuur, met meer dan 85%fluorwaterstof van de klasse 8,moeten uit staal vervaardigd worden.b) De houders uit fijnkorrelig staal die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van :- de bijtende gassen van klasse 2 en UN 2073 ammoniak, oplossing in water ; en- UN 1052 fluorwaterstof, watervrij en UN 1790 fluorwaterstofzuur met meer dan 85 %fluorwaterstof van de klasse 8,moet een warmtebehandeling ondergaan om de thermische spanningen te elimineren.Er mag van de warmtebehandeling afgezien worden wanneer1. er geen gevaar op scheurcorrosie bestaat ten gevolge van de spanningen, en2. de gemiddelde waarde van de schokenergie in <strong>het</strong> lasmetaal, de verbindingszone en in <strong>het</strong>basismetaal – telkens bepaald met 3 monsters – gemiddeld ten minste 45 J bedraagt. Voor <strong>het</strong>monster moet gebruik gemaakt worden van ISO-V. Voor <strong>het</strong> basismateriaal moet <strong>het</strong> monster inde dwarsrichting beproefd worden. Voor <strong>het</strong> lasmetaal en voor de verbindingszone moet de kerfin S positie op <strong>het</strong> midden van <strong>het</strong> lasmetaal of in <strong>het</strong> midden van de verbindingszone gekozenworden. De proef moet uitgevoerd worden bij de laagste bedrijfstemperatuur.c) De houders, bestemd voor <strong>het</strong> vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen van klasse 2,moeten uit staal vervaardigd zijn, of uit aluminium, een aluminiumlegering, koper of een koperlegering(bijvoorbeeld messing). Het gebruik van houders uit koper of een koperlegering is echter slechtstoegelaten voor gassen die geen acetyleen bevatten; in ethyleen mag evenwel ten hoogste 0,005%acetyleen voorkomen.d) Er mogen slechts materialen worden gebruikt die geschikt zijn voor de minimale en maximalebedrijftemperatuur van de houders en van hun toebehoren.6.8.5.1.2 Voor de vervaardiging van de houders zijn volgende materialen toegelaten:a) de staalsoorten die niet onderhevig zijn aan brosse breuk bij de minimale bedrijfstemperatuur (zie6.8.5.2.1) :- zacht staal (behalve voor de sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen van klasse 2);- fijnkorrelig staal, tot een temperatuur van –60°C;- met nikkel gelegeerd staal (met 0,5% tot 9% nikkel), tot een temperatuur van –196°C afhankelijkvan <strong>het</strong> nikkelgehalte;- austenietisch chroomnikkelstaal, tot een temperatuur van –270°C;b) aluminium met een aluminiumgehalte van ten minste 99,5% of aluminiumlegeringen (zie 6.8.5.2.2).c) gedesoxideerd koper met een kopergehalte van ten minste 99,9% of koperlegeringen met eenkopergehalte van meer dan 56% (zie 6.8.5.2.3).6.8.5.1.3 a) De houders uit staal, aluminium of aluminiumlegeringen moeten naadloos of gelast zijn.b) De houders uit austenietisch staal, koper of koperlegeringen mogen gebraseerd zijn.6.8.5.1.4 De toebehoren moeten met behulp van een schroefverbinding op de houders bevestigd worden, of andersals volgt :a) op houders uit staal, aluminium of aluminiumlegeringen : door lassen;b) op houders uit austenietisch staal, koper of koperlegeringen : door lassen of braseren.6.8.5.1.5 De houders moeten zodanig geconstrueerd en op de wagon, op <strong>het</strong> chassis of in <strong>het</strong> raamwerk van decontainer bevestigd zijn, dat op een afdoende wijze vermeden wordt dat de dragende delen dermateafkoelen dat ze kunnen bros worden. De bevestigingsinrichtingen van de houders moeten zelf zodanigontworpen zijn dat ze nog alle vereiste mechanische eigenschappen bezitten wanneer de houder zich opzijn laagste bedrijftemperatuur bevindt.6.8.5.2 Voorschriften <strong>betreffende</strong> de beproevingen6.8.5.2.1 Houders uit staalDe materialen die voor de vervaardiging van de houders gebruikt worden en de lasnaden moeten bij deminimale bedrijftemperatuur (met een maximum van –20°C) voldoen aan de hiernavolgende voorwaarden<strong>betreffende</strong> de kerfslagwaarde :- de proeven worden uitgevoerd op proefstaafjes met een V-vormige kerf;

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!