12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 6.10 - Voorschriften met betrekking tot de constructie, de uitrusting,de goedkeuring van <strong>het</strong> prototype, de beproevingen en dekenmerking van vacuümtanks voor afvalstoffenOPMERKINGEN.1. Zie hoofdstuk 6.7 voor de mobiele tanks en UN-MEGC's; zie hoofdstuk 6.8 voor de afneembare tanks,tankcontainers en wissellaadtanks waarvan de houders uit metaal vervaardigd zijn, en voor de batterijwagon en degascontainers met verscheidene elementen (MEGC’s); zie hoofdstuk 6.9 voor de tankcontainers uit vezelversterktekunststof.2. Onderhavig hoofdstuk is van toepassing op, tankcontainers en wissellaadtanks.6.10.1 Algemeenheden6.10.1.1 DefinitieOPMERKING.Een tank die volledig voldoet aan de voorschriften van hoofdstuk 6.8 wordt niet aanzien als een vacuümtank voorafvalstoffen.6.10.1.1.1 Onder “beschermde zones” worden de zones verstaan die als volgt gesitueerd zijn:a) op <strong>het</strong> onderste gedeelte van de tank in een zone die zich uitstrekt over een hoek van 60° langsweerszijden van de onderste generatrice ;b) op <strong>het</strong> bovenste gedeelte van de tank in een zone die zich uitstrekt over een hoek van 30° langsweerszijden van de bovenste generatrice ;6.10.1.2 Toepassingsgebied6.10.1.2.1 De bijzondere voorschriften van 6.10.2 tot en met 6.10.4 vervolledigen of wijzigen hoofdstuk 6.8 en zijnvan toepassing op vacuümtanks voor afvalstoffen.6.10.2 ConstructieDe vacuümtanks voor afvalstoffen mogen uitgerust zijn met opengaande bodems indien de voorschriftenvan hoofdstuk 4.3 <strong>het</strong> lossen langs onder van de te vervoeren stoffen toestaan (overeenkomstig 4.3.4.1.1aangegeven door de letters "A" of "B" in onderdeel 3 van de tankcode die in kolom (12) van tabel A inhoofdstuk 3.2 voorkomt).De vacuümtanks voor afvalstoffen moeten voldoen aan alle voorschriften van hoofdstuk 6.8, behalvewanneer een andersluidende bijzondere bepaling in onderhavig hoofdstuk voorkomt. De voorschriften van6.8.2.1.19 en 6.8.2.1.20 zijn evenwel niet van toepassing.6.10.2.1 De tanks moeten berekend worden met een berekeningsdruk die gelijk is aan 1,3 maal de vul- of losdruk,maar die ten minste 400 kPa (4 bar) (manometerdruk) bedraagt. Voor <strong>het</strong> vervoer van stoffen voordewelke in hoofdstuk 6.8 een hogere berekeningsdruk van de tank is opgegeven, is deze hogere waardevan toepassing.6.10.2.2 De tanks moeten berekend zijn om te weerstaan aan een inwendige onderdruk van 100 kPa (1 bar).6.10.3 Uitrustingen6.10.3.1 De uitrustingen moeten zodanig worden geplaatst dat zij beschermd zijn tegen de risico’s van afrukking ofbeschadiging gedurende <strong>het</strong> transport en de behandeling. Het is mogelijk om aan dit voorschrift te voldoendoor de uitrustingen in een “beschermde zone” te plaatsen (zie 6.10.1.1.1).6.10.3.2 De inrichting voor <strong>het</strong> lossen langs onder van de tanks mag bestaan uit een uitwendige leiding, voorzienvan een afsluiter die zich zo dicht mogelijk bij de houder bevindt en van een tweede sluiting die eenblindflens of een andere gelijkwaardige inrichting kan zijn.6.10.3.3 De stand en de sluitrichting van de afsluiter(s) die in verbinding staan met de houder, of met elkcompartiment in <strong>het</strong> geval van houders met meerdere compartimenten, moet op ondubbelzinnige wijzeaangegeven zijn en vanaf de grond nagezien kunnen worden.6.10.3.4 Teneinde bij beschadiging van de uitwendige vul- en losinrichtingen (buizen, zijdelingse afsluitstukken) elkverlies van de inhoud te voorkomen, moeten de inwendige afsluiter of de eerste uitwendige afsluiter (alnaargelang <strong>het</strong> geval) en zijn zitting zo beschermd zijn dat ze niet kunnen afgerukt worden onder invloedvan uitwendige krachten of zo ontworpen worden dat ze aan deze krachten kunnen weerstaan. De vul- enlosinrichtingen (met inbegrip van flenzen of schroefstoppen) en de eventuele beschermkappen moetentegen ontijdig openen kunnen beveiligd worden.6.10.3.5 De tanks mogen uitgerust zijn met opengaande bodems. Deze opengaande bodems moetenbeantwoorden aan de volgende voorwaarden :a) ze moeten zodanig ontworpen zijn dat ze lekdicht zijn na <strong>het</strong> sluiten ;b) <strong>het</strong> mag niet mogelijk zijn om ze ongewild te openen ;6.10-1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!