12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4.2.1.13 Bijkomende bepalingen van toepassing op de organische peroxiden van de klasse 5.2 en op dezelfontledende stoffen van de klasse 4.14.2.1.13.1 Elke stof moet onderworpen worden aan beproevingen. Een proces-verbaal van de beproeving moet voorgoedkeuring overgemaakt zijn aan de bevoegde overheid van <strong>het</strong> land van herkomst. Een mededeling vandeze goedkeuring moet opgestuurd worden naar de bevoegde overheid van <strong>het</strong> land van bestemming.Deze mededeling moet de toe te passen vervoersvoorwaarden bevatten en <strong>het</strong> proces-verbaal met deresultaten van de beproeving. De uitgevoerde beproevingen moeten deze bevatten die toelaten :a) aan te tonen dat alle materialen die tijdens <strong>het</strong> vervoer normaal in contact komen met de stof ermeeverenigbaar zijn;b) de gegevens te verstrekken over <strong>het</strong> ontwerp van de ontspanning- en de noodontspanninginrichtingen,rekening houdend met de eigenschappen voor <strong>het</strong> ontwerp van de mobiele tank.Alle bijkomende bepalingen die vereist zijn om de veiligheid te waarborgen tijdens <strong>het</strong> vervoer van de stof,moeten duidelijk in <strong>het</strong> proces-verbaal vermeld worden.4.2.1.13.2 De hierna volgende bepalingen zijn van toepassing op mobiele tanks bestemd voor <strong>het</strong> vervoer vanorganische peroxiden van <strong>het</strong> type F of zelfontledende stoffen van <strong>het</strong> type F, met een temperatuur vanzichzelf-versnellende ontleding (SADT – self-accelerating decomposition temperature) van ten minste55°C. Deze bepalingen hebben voorrang op de bepalin gen van 6.7.2 indien ze in tegenstrijd zijn met dezelaatste. De noodsituaties waarmee moet rekening gehouden worden, zijn de zichzelf versnellendeontleding en de aanwezigheid in een brandhaard zoals beschreven in 4.2.1.13.8.4.2.1.13.3 De bijkomende bepalingen, die van toepassing zijn op <strong>het</strong> vervoer van organische peroxiden ofzelfontledende stoffen, met een temperatuur van zichzelf-versnellende ontleding lager dan 55°C, inmobiele tanks, moeten vastgelegd worden door de bevoegde overheid van <strong>het</strong> land van herkomst; zemoeten gemeld worden aan de bevoegde overheid van <strong>het</strong> land van bestemming.4.2.1.13.4 De mobiele tanks moeten berekend worden om te weerstaan aan een beproevingsdruk van ten minste0,4 MPa (4 bar).4.2.1.13.5 De mobiele tanks moeten voorzien zijn van inrichtingen voor <strong>het</strong> meten van de temperatuur.4.2.1.13.6 De mobiele tanks moeten uitgerust zijn met een decompressieinrichtingen en eendecompressieinrichtingen voor noodgevallen. De vacuümkleppen worden eveneens toegelaten. Dedecompressieinrichtingen moeten in werking treden bij drukken die bepaald worden zowel in functie vande eigenschappen van de stof als door de eigenschappen van de constructie van de mobiele tank. Dezekeringelementen op de houder zijn niet toegelaten.4.2.1.13.7 De decompressieinrichtingen moeten van <strong>het</strong> veerbelaste type zijn; ze moeten elke aanzienlijkedrukophoping verhinderen, ontstaan als gevolg van <strong>het</strong> vrijkomen van bij een temperatuur van 50°C,binnenin de mobiele tank. Het debiet en de begindruk voor <strong>het</strong> in werking treden van de kleppen moetbepaald worden aan de hand van de resultaten van de beproevingen voorgeschreven in 4.2.1.13.1. Debegindruk voor de opening mag echter nooit van die aard zijn dat de vloeibare inhoud kan ontsnappendoor de klep(pen) wanneer de mobiele tank omkantelt.4.2.1.13.8 De decompressieinrichtingen voor noodgevallen mogen van <strong>het</strong> veerbelaste type of van <strong>het</strong> type metbreekplaat zijn, of een combinatie van beide; ze moeten ontworpen zijn om alle ontledingsproducten endampen af te blazen en dampen af te blazen die tijdens een aanwezigheid in een brandhaard gedurendeeen periode van ten minste een uur vrijkomen volgens de voorwaarden zoals vastgelegd in de hiernavolgende formule :waarin :q = warmteabsorptie [W]A = bevochtigd oppervlak [m²]F = isolatiefactor;F = 1 voor niet geïsoleerde houders, ofU( 923 − T)F = voor geïsoleerde houders47032waarbij :q = 70961 ⋅ F ⋅ AK = thermische geleiding van de isolatielaag [W.m -1 .K -1 ]L = dikte van de isolatielaag [m]U = K/L = thermische geleidingscoëfficiënt van de isolatie [W.m -2 .K -1 ]T = temperatuur van de stof op <strong>het</strong> ogenblik van de decompressie [K]De openingsdruk van de noodontspanninginrichting(en) moet hoger zijn dan die welke in 4.2.1.13.7voorzien is, en moet in functie van de resultaten van de in 4.2.1.13.1 voorgeschreven beproevingenvastgesteld worden. De noodontspanninginrichtingen moeten zodanig gedimensioneerd zijn dat demaximale druk in de mobiele tank nooit de beproevingsdruk overschrijdt.0,824.2-3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!