12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6.7.5.6.2 De nominale afblaascapaciteit die voor de bij lage druk vloeibaar gemaakte gassen op de veerbelastedecompressieinrichtingen is aangegeven, moet conform de norm ISO 4126-1:1991 bepaald worden.6.7.5.7 Verbindingen naar de decompressieinrichtingen6.7.5.7.1 De verbindingen naar de decompressieinrichtingen moeten zodanig gedimensioneerd zijn dat <strong>het</strong> vereistdebiet onbelemmerd bij voornoemde inrichtingen kan toekomen. Tussen <strong>het</strong> element en dedecompressieinrichtingen mag geen enkele afsluiter aangebracht zijn, behalve indien dedecompressieinrichtingen – voor onderhoud of voor andere doeleinden – in dubbel geïnstalleerd zijn ; indat geval moeten de afsluiters die de op dat moment in gebruik zijnde inrichtingen voorafgaan in openstand vergrendeld zijn, of moeten de afsluiters zodanig door een vergrendelingssysteem met elkaarverbonden zijn dat altijd ten minste één van de dubbele inrichtingen in gebruik is en in staat om aan devoorschriften van 6.7.5.5 te voldoen. In een opening die naar een ontluchtings- of eendrukontlastingsinrichting leidt mag geen enkel obstakel voorkomen dat <strong>het</strong> ontlastingsdebiet van dehouder naar die inrichtingen zou kunnen beperken of onderbreken. De gezamenlijke doorsnede van dedoorgangen van alle leidingen en organen moet ten minste even groot zijn als die van de ingang van dedecompressieinrichting waarmee ze verbonden zijn; de nominale afmeting van de uitlaatleiding moet tenminste even groot zijn als deze van de uitgang van de decompressieinrichting. In voorkomend gevalmoeten de beluchtingsinrichtingen die stroomafwaarts van de drukontlastingsinrichtingen voorkomen, bij<strong>het</strong> in de atmosfeer brengen van de afgeblazen dampen of vloeistoffen slechts een minimale tegendruk opde drukontlastingsinrichtingen uitoefenen.6.7.5.8 Plaatsing van de decompressieinrichtingen6.7.5.8.1 Bij <strong>het</strong> vervoer van vloeibaar gemaakte gassen moet iedere decompressieinrichting in verbinding staanmet de dampfase in de elementen, wanneer deze maximaal gevuld zijn. De inrichtingen moeten, invoorkomend geval, zodanig geïnstalleerd zijn dat <strong>het</strong> gas onbelemmerd en naar boven kan ontsnappen endat <strong>het</strong> ontsnappend gas of de ontsnappende vloeistof niet in contact komt met de MEGC, zijn elementenof <strong>het</strong> personeel. In <strong>het</strong> geval van brandbare, pyrofore en oxiderende gassen moet <strong>het</strong> afgeblazen gas vervan <strong>het</strong> element weggeleid worden, op een zodanige manier dat <strong>het</strong> niet op de andere elementen kanterugslaan. Hittebestendige beschermingsinrichtingen die de gasstroom afbuigen zijn toegelaten opvoorwaarde dat de vereiste capaciteit van de decompressieinrichtingen niet wordt verminderd.6.7.5.8.2 Er dienen maatregelen getroffen te worden om de decompressieinrichtingen buiten <strong>het</strong> bereik vanonbevoegde personen te houden en om te vermijden dat ze beschadigd zouden worden als de MEGComkantelt.6.7.5.9 PeilinrichtingenWanneer een MEGC ontworpen is om op massa gevuld te worden, moet hij uitgerust zijn met één ofmeerdere peilinrichtingen. Peilinrichtingen uit glas of uit andere breekbare materialen mogen niet gebruiktworden.6.7.5.10 Steunen, raamwerken, hef- en stuwageinrichtingen van de MEGC’s6.7.5.10.1 De MEGC’s moeten met steunen ontworpen en vervaardigd worden die een stevige basis tijdens <strong>het</strong>vervoer verschaffen. Daarbij moet rekening gehouden worden met de in 6.7.5.2.8 gespecificeerdekrachten en de in 6.7.5.2.10 gespecificeerde veiligheidsfactor. Onderstellen, raamwerken, dragendestructuren of andere gelijkaardige constructies zijn toegelaten.6.7.5.10.2 De gecombineerde belastingen die door de steunen (onderstellen, raamwerken, enz.) en de hijs- enstapelinrichtingen van de MEGC’s uitgeoefend worden, mogen geen overmatige spanningen in om <strong>het</strong>even welk element veroorzaken. Alle MEGC’s moeten uitgerust zijn met permanente aangehechte hijs- enstapelinrichtingen. Deze inrichtingen en de steunen mogen in geen geval op de elementen gelast worden.6.7.5.10.3 Bij <strong>het</strong> ontwerpen van de steunen en raamwerken moet rekening gehouden worden met de gevolgen vancorrosie onder invloed van de atmosferische omstandigheden.6.7.5.10.4 Indien de MEGC’s gedurende <strong>het</strong> vervoer niet beschermd zijn conform 4.2.4.3., moeten de elementen ende bedrijfsuitrustingen beschermd worden tegen beschadigingen ten gevolge van een laterale oflongitudinale stoot of van <strong>het</strong> omkantelen. Uitwendige uitrustingsstukken moeten zodanig beschermd zijndat de inhoud van de elementen niet kan vrijkomen bij stoten of wanneer de MEGC omkantelt op zijnuitrustingsstukken. Bijzondere aandacht moet besteed worden aan de bescherming van deverzamelleiding. Voorbeelden van beschermingsmaat-regelen zijn:a) de bescherming tegen laterale stoten, die kan bestaan uit stangen in de lengterichting;b) de bescherming tegen <strong>het</strong> omkantelen, die kan bestaan uit versterkingsringen of uit dwars over <strong>het</strong>raamwerk aangebrachte stangen;c) de bescherming tegen stoten van achteruit, die kan bestaan uit een schokbreker of een raamwerk;d) bescherming van de elementen en van de besrijfsuitrusting tegen beschadigingen ten gevolge vanstoten of <strong>het</strong> omkantelen, door gebruik te maken van een ISO-raamwerk conform de de vantoepassing zijnde bepalingen van de norm ISO 1496-3:1995.6.7-42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!