12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1.6.2.11 De RID-<strong>Verdrag</strong>staten moeten de voorschriften van 1.8.6, 1.8.7 of 1.8.8 <strong>betreffende</strong> deovereenstemmingsbeoordeling van de gaspatronen niet toepassen voor 1 januari 2013. In dat gevalmogen de gaspatronen die voor 1 januari 2013 vervaardigd en voor <strong>het</strong> vervoer klaargemaakt werden nadeze datum blijven vervoerd worden, op voorwaarde dat alle andere pertinente bepalingen van <strong>het</strong> RIDnageleefd worden.1.6.3 Tankwagons en batterijwagons1.6.3.1 Tankwagons die vóór de invoering van de met ingang van 1 oktober 1978 geldende voorschriften zijngebouwd, mogen verder worden gebruikt, indien de uitrusting van de houder voldoet aan de voorschriftenvan hoofdstuk 6.8. De wanddikte van de houders, met uitzondering van de houders die zijn bestemd voor<strong>het</strong> vervoer van sterk gekoelde, vloeibare gassen van klasse 2, moet ten minste overeenkomen met eenberekeningsdruk van 0,4 MPa (4 bar) (manometrische druk) voor zacht staal of 200 kPa (2 bar)(manometrische druk) voor aluminium en aluminiumlegeringen.1.6.3.2 De periodieke keuringen van de tankwagons die in dienst blijven overeenkomstig deovergangsbepalingen, moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van 6.8.2.4 en 6.8.3.4 ende overeenkomende bijzondere bepalingen voor de verschillende klassen. Voor zover in de vroegerebepalingen geen hogere beproevingsdruk was voorgeschreven, is voor de houders van aluminium enaluminiumlegeringen een beproevingsdruk van 200 kPa (2 bar) (manometrische druk) voldoende.1.6.3.3 Tankwagons die voldoen aan de overgangsbepalingen van 1.6.3.1 en 1.6.3.2, mogen tot 30 september1998 gebruikt worden voor <strong>het</strong> vervoer van de gevaarlijke goederen, waarvoor zij zijn toegelaten. Dezeovergangstermijn is niet van toepassing op tankwagons, bestemd voor <strong>het</strong> vervoer van de stoffen vanklasse 2, noch op tankwagons, waarvan de wanddikte en de uitrustingen voldoen aan de voorschriften vanhoofdstuk 6.8.1.6.3.4 Tankwagons die gebouwd zijn vóór 1 januari 1988 volgens de tot en met 31 december 1987 geldendevoorschriften, maar die niet voldoen aan de met ingang van 1 januari 1988 geldende voorschriften, mogenverder worden gebruikt. Deze bepaling geldt ook voor tankwagons, die niet voorzien zijn van de metingang van 1 januari 1988 voorgeschreven aanduiding van <strong>het</strong> materiaal van de houder volgensAanhangsel XI, randnummer 1.6.1.1.6.3.5 Tankwagons die gebouwd zijn vóór 1 januari 1993 volgens de tot en met 31 december 1992, maar die nietvoldoen aan de met ingang van 1 januari 1993 geldende voorschriften, mogen verder worden gebruikt.1.6.3.6 Tankwagons die gebouwd zijn vóór 1 januari 1995 volgens de tot en met 31 december 1994 geldendevoorschriften, maar niet voldoen aan de vanaf 1 januari 1995 geldende voorschriften, mogen verderworden gebruikt.1.6.3.7 Tankwagons, bestemd voor <strong>het</strong> vervoer van brandbare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 55°Cdoch ten hoogste 60°C, die vóór 1 januari 1997 volg ens de tot en met 31 december 1996 geldendevoorschriften van Aanhangsel XI, randnummers 1.2.7, 1.3.8 en 3.3.3 zijn gebouwd, maar die niet voldoenaan de vanaf 1 januari 1997 geldende voorschriften van deze randnummers, mogen verder wordengebruikt.1.6.3.8 Tankwagons, batterijwagons en wagons met afneembare tanks, bestemd voor <strong>het</strong> vervoer van stoffen vanklasse 2, die vóór 1 januari 1997 zijn gebouwd, mogen tot de volgende periodieke beproeving voorzien zijnvan de kenmerking, conform de tot en met 31 december 1996 geldende voorschriften.Wanneer – naar aanleiding van wijzigingen in <strong>het</strong> RID – bepaalde officiële vervoersnamen van gassenwerden aangepast, is <strong>het</strong> niet nodig deze benamingen op de plaat of op de houder zelf te wijzigen (zie6.8.3.5.2 of 6.8.3.5.3) op voorwaarde dat de benaming van de gassen op de tankwagons, batterijwagonsen wagons met afneembare tanks of op hun plaatjes [zie 6.8.3.5.6 b) of c)] aangepast worden tijdens deeerst volgende periodieke beproeving.1.6.3.9 (voorbehouden)1.6.3.10 (voorbehouden)1.6.3.11 Tankwagons die gebouwd zijn vóór 1 januari 1997 volgens de tot en met 31 december 1996 geldendevoorschriften, maar die niet voldoen aan de met ingang van 1 januari 1997 geldende voorschriften vanAanhangsel XI, randnummers 3.3.3 en 3.3.4, mogen verder worden gebruikt.1.6.3.12 (afgeschaft)1.6.3.13 (voorbehouden)1.6.3.14 Tankwagons die vóór 1 januari 1999 volgens de tot en met 31 december 1998 geldende voorschriften vanAanhangsel XI, randnummer 5.3.6.3 zijn gebouwd, maar die niet voldoen aan de met ingang van 1 januari1999 geldende voorschriften van Aanhangsel XI, randnummer 5.3.6.3, mogen verder worden gebruikt.1.6.3.15 De tankwagons die voor 1 juli 2007 gebouwd werden volgens de tot en met 31 december 2006 van krachtzijnde voorschriften, maar die evenwel niet beantwoorden aan de voorschriften van 6.8.2.2.3 die vanaf 1januari 2007 van toepassing, mogen nog tot de eerstvolgende periodieke keuring verder gebruikt worden.1.6-3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!