12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

- de binnenverpakkingen van samengestelde verpakkingen of van grote verpakkingen;- de binnenrecipiënten van composietverpakkingen (glas, porselein of aardewerk) die overeenkomstig6.1.3.1 a) ii) voorzien zijn van de vermelding “RID/ADR”;- de lichte metalen verpakkingen die overeenkomstig 6.1.3.1 a) ii) voorzien zijn van de vermelding“RID/ADR”.4.1.1.13 De verpakkingen (met inbegrip van de IBC’s), gebruikt voor vaste stoffen die vloeibaar kunnen worden bijtemperaturen die tijdens <strong>het</strong> vervoer mogelijk voorkomen, moeten deze stof ook in vloeibare toestandkunnen vervatten.4.1.1.14 De verpakkingen (met inbegrip van de IBC’s), gebruikt voor poedervormige of korrelvormige stoffen,moeten stofdicht zijn of voorzien worden van een voering.4.1.1.15 Voor zover de bevoegde overheid geen afwijking heeft toegestaan, mogen de vaten uit kunststof, dejerrycans uit kunststof, de IBC’s uit stijve kunststof en de composiet-IBC’s met binnenrecipiënten uitkunststof gedurende ten hoogste vijf jaar voor <strong>het</strong> vervoer van gevaarlijke stoffen gebruikt worden (terekenen vanaf de fabricagedatum van de verpakking), tenzij een kortere gebruiksduur is voorgeschrevenomwille van de aard van de te vervoeren stoffen.4.1.1.16 Verpakkingen, met inbegrip van de IBC’s en de grote verpakkingen, waarvan <strong>het</strong> merkteken overeenstemtmet 6.1.3, 6.2.2.7, 6.2.2.8, 6.3.1, 6.5.2 of 6.6.3, maar die werden erkend in een niet RID-<strong>Verdrag</strong>staat,mogen eveneens voor <strong>het</strong> door <strong>het</strong> RID gereglementeerd vervoer gebruikt worden.4.1.1.17 Ontplofbare stoffen en voorwerpen, zelfontledende stoffen en organische peroxidesTenzij <strong>het</strong> RID uitdrukkelijk anders bepaalt moeten de verpakkingen (met inbegrip van de IBC’s en de groteverpakkingen) die gebruikt worden voor goederen van klasse 1, zelfontledende stoffen van klasse 4.1 oforganische peroxides van klasse 5.2 voldoen aan de bepalingen die van toepassing zijn voor de groepstoffen met middelmatige gevaarsgraad (verpakkingsgroep II).4.1.1.18 Gebruik van bergingsverpakkingen4.1.1.18.1 Colli die beschadigd zijn, tekortkomingen vertonen, lekken of niet conform zijn, of gevaarlijke goederen dieuit hun verpakking vrijgekomen of weggelekt zijn, mogen vervoerd worden in bergingsverpakkingen,vermeld in 6.1.5.1.11. Deze mogelijkheid sluit <strong>het</strong> gebruik niet uit van verpakkingen met grotereafmetingen en van een gepast type en prestatieniveau, overeenkomstig de bepalingen van 4.1.1.18.2 en4.1.1.18.3.4.1.1.18.2 Gepaste maatregelen moeten genomen worden om overmatige verplaatsingen van de beschadigde oflekkende colli in de bergingsverpakking te verhinderen; indien <strong>het</strong> om vloeistoffen gaat moet eenvoldoende hoeveelheid absorberend materiaal toegevoegd worden om alle vrije vloeistof te elimineren.4.1.1.18.3 Gepaste maatregelen moeten genomen worden om elke gevaarlijke drukstijging te verhinderen.4.1.1.19 Aantonen van de chemische compatibiliteit van de verpakkingen uit kunststof, met inbegrip van deIBC’s, via de assimilatie van de vulstoffen met de standaardvloeistoffen4.1.1.19.1 ToepassingsgebiedVoor de in 6.1.5.2.6 gedefinieerde verpakkingen uit polyethyleen en voor de in 6.5.6.3.5 gedefinieerdeIBC’s uit polyethyleen mag de chemische compatibiliteit met de vulstoffen aangetoond worden door dezelaatsten te assimileren met de standaardvloeistoffen volgens de in 4.1.1.19.3 tot en met 4.1.1.19.5beschreven procedure en de in 4.1.1.19.6 voorkomende lijst te gebruiken; hiebij onderverstaan dat dedes<strong>betreffende</strong> constructietypes met deze standaardvloeistoffen beproefd werden overeenkomstig 6.1.5 of6.5.6, dat rekening gehouden is met 6.1.6 en dat de voorwaarden van 4.1.1.19.2 vervuld zijn. Wanneereen assimilatie overeenkomstig onderstaande onderafdeling niet mogelijk is, moet de chemischecompatibiliteit aangetoond worden aan de hand van beproevingen op <strong>het</strong> constructietype overeenkomstig6.1.5.2.5 of aan de hand van laboratoriumproeven overeenkomstig 6.1.5.2.7 voor de verpakkingen enovereenkomstig 6.5.6.3.3 of 6.5.6.3.6 voor de IBC’s.OPMERKING.Los van de bepalingen van onderhavige onderafdeling is <strong>het</strong> gebruik van verpakkingen en IBC’s voor een eenwelbepaald vulgoed onderworpen aan de beperkingen van tabel A van hoofdstuk 3.2 en aan de verpakkingsinstructiesvan hoofdstuk 4.14.1.1.19.2 VoorwaardenDe densiteiten van de vulstoffen mogen niet groter zijn dan deze die dienen om de hoogte te bepalen bijde valproef die overeenkomstig 6.1.5.3.5 of 6.5.6.1.3 wordt uitgevoerd, en om de massa te bepalen bij destapelproef die overeenkomstig 6.1.5.6 of – in voorkomend geval – overeenkomstig 6.5.6.6 met degeassimileerde standaardvloeistof(fen) wordt uitgevoerd. De dampspanningen van de vulstoffen bij 50 °Cof bij 55 °C mogen niet groter zijn dan deze die di enen om de druk te bepalen bij de inwendige(hydraulische) drukproef die overeenkomstig 6.1.5.5.4 of 6.5.6.8.4.2 met de geassimileerdestandaardvloeistof(fen) wordt uitgevoerd. Wanneer de vulstoffen geassimileerd zijn met een mengsel vanstandaardvloeistoffen, mogen de overeenkomstige waarden van de vulstoffen niet groter zijn dan de4.1-4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!