12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

K 0 =vereisen - dit wil zeggen als de tanks in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 aangegevenworden door een tankcode met <strong>het</strong> cijfer "4" als tweede onderdeel (zie 4.3.4.1.1) - moet dewaarde van S vermenigvuldigd worden met een factor twee, tenzij de houder voorzien is vaneen bescherming die bestaat uit een volledig metalen raamwerk met inbegrip van structureleelementen in de lengte- en dwarsrichting;een factor die rekening houdt met de verslechtering van de eigenschappen van <strong>het</strong>materiaal onder invloed van de vervorming, de veroudering en de chemische inwerking vande te vervoeren stoffen ; hij wordt bepaald met de formule:1K0=α ⋅ βK 1 =waarin "α" de vervormingsfactor en "β" de verouderingsfactor is, bepaald volgens de normEN 978:1997 na <strong>het</strong> ondergaan van de beproeving volgens de norm EN 977:1997. Menmag ook de conservatieve waarde K 0 = 2 gebruiken. Bij <strong>het</strong> bepalen van α en β moet deinitiële vervorming overeenstemmen met 2 σ ;een factor die functie is van de bedrijfstemperatuur en van de thermische eigenschappenvan <strong>het</strong> hars ; hij wordt bepaald met de volgende vergelijking, maar met een minimalewaarde van 1:K( 70)= 1,25 − 0,0125 HDT1−waarin HDT de thermische distortietemperatuur van <strong>het</strong> hars is, in ºC;K 2 = een factor die rekening houdt met de vermoeiing van <strong>het</strong> materiaal; de waarde K 2 = 1,75wordt gebruikt, tenzij andere waarden met de bevoegde overheid zijn overeengekomen.Voor <strong>het</strong> in 6.9.2.6 omschreven dynamisch ontwerp wordt de waarde K 2 = 1,1 gebruikt;K 3 =een factor die functie is van de uithardingstechniek, met de volgende waarden:- 1,1 wanneer <strong>het</strong> uitharden gebeurt volgens een goedgekeurd en gedocumenteerdprocédé;- 1,5 in de andere gevallen.6.9.2.6 Bij de in 6.8.2.1.2 aangegeven dynamische belastingen, mag de ontwerpspanning niet hoger zijn dan de in6.9.2.5 gespecificeerde waarde, gedeeld door de factor α.6.9.2.7 Bij om <strong>het</strong> even welke van de in 6.9.2.5 en 6.9.2.6 gedefinieerde spanningen mag de er uit voortvloeienderek in om <strong>het</strong> even welke richting niet groter zijn dan de kleinste van de volgende waarden: 0,2%, of ééntiende van de rek bij breuk van <strong>het</strong> hars.6.9.2.8 Bij de voorgeschreven beproevingsdruk, die niet lager mag zijn dan de berekeningsdruk volgens6.8.2.1.14 a) en b), mag de maximale rek in de houder niet groter zijn dan de rek bij breuk van <strong>het</strong> hars.6.9.2.9 De houder moet bestand zijn tegen de in 6.9.4.3.3 gespecificeerde kogelvalproef, zonder enige zichtbareinwendige of uitwendige beschadiging op te lopen.6.9.2.10 De overlappende elementen in de verbindingsnaden, met inbegrip van die van de bodems en die tussende houder en de slingerschotten en scheidingswanden, moeten bestand zijn tegen de hierbovenaangegeven statische en dynamische spanningen. Om spanningsconcentraties in de overlappendeelementen te voorkomen moeten de verbonden stukken afgeschuid worden in een verhouding van tenhoogste 1/6.De weerstand tegen afschuifkrachten tussen de overlappende elementen en de onderdelen van de tankwaaraan ze vastgehecht zijn, mag niet kleiner zijn dan:waarin:τ R =Q =K =l =τ =QlτR≤Kde tangentiële weerstand tegen buiging volgens de norm EN ISO 14125: 1998 (methode in driepunten), met een minimum van τ R = 10 N/mm² als geen gemeten waarden beschikbaar zijn;de belasting per lengte-eenheid waaraan de verbinding moet kunnen weerstaan onder de statischeen dynamische belastingen;de factor die overeenkomstig 6.9.2.5 voor de statische en dynamische spanningen berekend wordt;de lengte van de overlappende elementen.6.9.2.11 De openingen in de houder moeten zodanig worden versterkt dat ze ten minste dezelfdeveiligheidsmarges bezitten ten opzichte van de in 6.9.2.5 en 6.9.2.6 gespecificeerde statische endynamische spanningen als deze die voor de houder zelf gespecificeerd zijn. Het aantal openingen moetzo klein mogelijk zijn. De verhouding van de assen van ovale openingen mag niet groter zijn dan 2.6.9-3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!