12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Constructie van de batterijwagons en MEGC’s6.8.3.1.4 De flessen, de cylinders, de drukvaten en de flessenbatterijen die elementen zijn van een batterijwagon ofvan een MEGC, moeten overeenkomstig hoofdstuk 6.2 gebouwd zijn.OPMERKINGEN.1. De flessenbatterijen die geen elementen zijn van een batterijwagon of van een MEGC zijn onderworpen aan devoorschriften van hoofstuk 6.2.2. De tanks die elementen zijn van een batterijwagon of van een MEGC, moeten overeenkomstig 6.8.2.1 en 6.8.3.1gebouwd worden.3. De afneembare tanks 16 worden niet aanzien als elementen van een batterijwagon of van een MEGC.6.8.3.1.5 De elementen en hun vasthechtingen moeten, bij maximaal toelaatbare vracht, de in 6.8.2.1.2gedefinieerde krachten kunnen verwerken. Onder inwerking van elk van deze krachten mag de spanningop <strong>het</strong> meest belast punt van <strong>het</strong> element en van zijn bevestigingen niet groter zijn dan de in 6.2.5,3gedefinieerde waarde voor de flessen, de cilinders, de drukvaten en de flessenbatterijen, en de in6.8.2.1.16 gedefinieerde waarde van σ voor de tanks.Andere constructievoorschriften voor detanwagons en de batterijwagons6.8.3.1.6 De tankwagons en de batterijwagons moetenuitgerust zijn met buffers met een dynamischabsorptievermogen van ten minste 70 kJ. Dezebepaling is niet van toepassing op de tankwagonsdie uitgerust zijn met inrichtingen voorenergieabsortie zoals gedefinieerd in bijzonderebepaling TE 22 van 6.8.4.6.8.3.2 Uitrustingen(Voorbehouden)6.8.3.2.1 De losleidingen van de tanks moeten met een blindflens of een andere even doelmatige inrichting kunnenafgesloten worden. Deze blindflenzen of andere even doelmatige inrichtingen mogen bij de houders diebestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen voorzien zijn vanontspanningsopeningen met een maximale diameter van 1,5 mm.6.8.3.2.2 Houders die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van vloeibaar gemaakte gassen mogen – naast de openingenvermeld in 6.8.2.2.2 en 6.8.2.2.4 – eventueel ook voorzien zijn van openingen voor <strong>het</strong> monteren van depeilmeters, thermometers en manometers en van de purgeergaten, welke nodig zijn voor hun uitbating envoor hun veiligheid.6.8.3.2.3 De inwendige afsluiter van alle vulopeningen en van alle losopeningen van tanksmet een inhoud van meer dan 1 m³die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van brandbare en/of giftige vloeibaar gemaakte gassen, moetsnelsluitend zijn en – in geval van een ongewilde verplaatsing van de houder of in geval van brand –automatisch sluiten. De inwendige afsluiter moet ook via afstandsbediening in werking kunnen gesteldworden.De inrichting die de inwendige afsluiting geopendhoudt, bijvoorbeeld een haak op rail, maakt geendeel uit van de wagon.6.8.3.2.4 Al de openingen van de houders die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van brandbare en/of giftige vloeibaargemaakte gassen, waarvan de nominale diameter groter is dan 1,5 mm, moeten voorzien zijn van eeninwendige afsluiter; dit geldt niet voor de openingen voorzien van veiligheidskleppen en voor geslotenpurgeergaten.6.8.3.2.5 In afwijking van de bepalingen van 6.8.2.2.2, 6.8.3.2.3 en 6.8.3.2.4 mogen tanks, die bestemd zijn voor <strong>het</strong>vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen, uitgerust worden met uitwendige in plaats vaninwendige inrichtingen; dit op voorwaarde dat dergelijke inrichtingen voorzien zijn van een beschermingtegen beschadigingen van buitenaf die ten minste gelijkwaardig is aan die geleverd door de wand van dehouder.6.8.3.2.6 Indien de tanks uitgerust zijn met peilmeters die rechtstreeks in contact komen met de vervoerde stof,mogen deze niet bestaan uit doorzichtig materiaal. Thermometers mogen niet rechtstreeks door de wandvan de houder in <strong>het</strong> gas of de vloeistof gedompeld zijn.6.8.3.2.7 De vul- en de losopeningen die zich in <strong>het</strong> bovenste gedeelte van de tanks bevinden moeten – naast watis voorgeschreven in 6.8.3.2.3 – bovendien voorzien zijn van een tweede, uitwendige afsluitingsinrichting.16 Voor de definitie van “afneembare tank” zie onder 1.2.1.6.8-17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!