12.07.2015 Views

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer ... - Cepa

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Deze moet kunnen gesloten worden door middel van een blindflens of door een andere even doelmatigeinrichting.6.8.3.2.8 De veiligheidskleppen moeten voldoen aan de voorwaarden van 6.8.3.2.9 t/m 6.8.3.2.12.6.8.3.2.9 Tanks die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van samengeperste, vloeibaar gemaakte of opgeloste gassenmogen met veerbelaste veiligheidskleppen uitgerust zijn. Deze veiligheidskleppen moeten automatischopengaan bij een druk, die begrepen is tussen 0,9 en 1,0 maal de beproevingsdruk van de tank waarop zegeplaatst zijn. Ze moeten van een type zijn dat weerstaat aan dynamische spanningen, de bewegingenvan de vloeistof inbegrepen. Veiligheidskleppen die werken met behulp van de zwaartekracht of met eentegengewicht mogen niet gebruikt worden. De vereiste afblaascapaciteit van de veiligheidskleppen moetvolgens de formule van 6.7.3.8.1.1 berekend worden.6.8.3.2.10 Indien tanks bestemd zijn om over zee vervoerd te worden, verbieden de bepalingen van 6.8.3.2.9 niet omer veiligheidskleppen op te monteren die voldoen aan de IMDG-code.6.8.3.2.11 De tanks, bestemd voor <strong>het</strong> vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen, moeten uitgerust zijnmet ten minste twee onafhankelijk werkende veiligheidskleppen die bij de op de tank aangegevenmaximale bedrijfsdruk kunnen opengaan. Twee van deze kleppen moeten, elk afzonderlijk,gedimensioneerd zijn dat zij de gassen, die zich tijdens de normale exploitatie door verdamping vormen,uit de houder kan laten ontsnappen; de druk mag daarbij op geen enkel ogenblik de op de houderaangegeven bedrijfdruk met meer dan 10% overschrijden.Eén van de veiligheidskleppen mag vervangen worden door een breekplaat die bij de beproevingsdrukmoet barsten.Indien <strong>het</strong> vacuum verdwijnt bij dubbelwandige houders of 20% van de isolatie vernietigd wordt bijenkelwandige houders, moet <strong>het</strong> ensemble van de decompressieinrichtingen een zodanige hoeveelheidgas laten ontsnappen, dat de druk in de houders de beproevingsdruk niet kan overschrijden. Debepalingen van 6.8.2.1.7 zijn niet van toepassing op tanks met een vacuumisolatie.6.8.3.2.12 De decompressieinrichtingen van tanks die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van sterk gekoelde vloeibaargemaakte gassen, moeten zodanig geconstrueerd zijn dat zij, zelfs bij de laagste bedrijftemperatuur,zonder enige storing functioneren. De bedrijfszekerheid bij deze temperatuur moet vastgesteld engecontroleerd worden door iedere inrichting of een monster van de inrichtingen van eenzelfdeconstructietype te testen.6.8.3.2.13 De volgende voorschriften zijn van toepassing opafneembare elementen 16a) indien zij kunnen gerold worden, moeten dekranen van beschermkappen voorzien zijn;b) zij moeten zodanig op <strong>het</strong> onderstel zijnbevestigd dat ze zich niet kunnen verplaatsen.Thermische isolatie6.8.3.2.14 Indien tanks die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van vloeibaar gemaakte gassen voorzien zijn van eenwarmte-isolatie, moet deze bestaan uit:- ofwel een zonnewerend scherm dat ten minste <strong>het</strong> bovenste derde deel en ten hoogste de bovenstehelft van de houder bedekt en dat van de houder gescheiden is door een luchtlaag van ten minste4 cm dikte;- ofwel een volledige bekleding met warmte-isolerend materiaal van afdoende dikte.6.8.3.2.15 De tanks die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen moetenthermisch geïsoleerd zijn. Die warmte-isolatie moet verzekerd worden door middel van een ononderbrokenomhulsel. Indien de ruimte tussen de houder en dit omhulsel luchtledig is (vacuumisolatie), moet <strong>het</strong>beschermingsomhulsel zo berekend worden dat <strong>het</strong> aan een uitwendige druk van ten minste 100 kPa(1 bar) (manometerdruk) kan weerstaan zonder te vervormen. In afwijking van de definitie van“berekeningsdruk” van 1.2.1 mag er bij de berekeningen rekening worden gehouden met de in- enuitwendige versterkingsinrichtingen. Indien <strong>het</strong> omhulsel gasdicht is, moet een inrichting er voor zorgen dater zich in de isolatielaag geen gevaarlijke druk opbouwt wanneer de houder of zijn uitrusting onvoldoendedicht is. Die inrichting moet <strong>het</strong> binnendringen van vocht in <strong>het</strong> warmte-isolerend omhulsel beletten.6.8.3.2.16 Bij de tanks, die bestemd zijn voor <strong>het</strong> vervoer van vloeibaar gemaakte gassen wier kooktemperatuur bijatmosferische druk lager is dan –182°C, mag geen en kele brandbare stof voorkomen in de samenstellingvan de warmte-isolatie of in de bevestigingselementen.De bevestigingselementen van de houders met vacuumisolatie mogen – mits toestemming van debevoegde overheid – kunststoffen bevatten tussen de houder en de mantel.6.8.3.2.17 In afwijking van de bepalingen van 6.8.2.2.4, is <strong>het</strong> niet verplicht om de houders die bestemd zijn voor <strong>het</strong>vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen van een opening voor inspectie te voorzien.6.8-18

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!